geef uw geld meer waarde

BELEGGEN? JA, maar niet ten koste van DE PLANEET EN DE SAMENLEVING! VIa DEZE one-stop-shop kan je in meer dan 100 ethische beleggingsverzekeringen investeren. Beschikbaar vanaf € 104 (periodiek beleggen) of € 2.600 (eenmalig BELEGGEN).
Wat past het best bij jouw principes en risiCoprofiel? we zoeken het samen uit: ☎ 0495/22 49 77 – ⌨ info@ethischbeleggen.com

Naar een Belgisch kwaliteitslabel voor duurzame financiële producten?


 

Witwassen kennen we onderhand wel allemaal. Ten gunste van persoonlijk financieel belang wordt hierbij gemeenschapsbelang opgeofferd (vb. belastingsontduiking). Maar greenwashen is iets minder gekend , terwijl het

“All the World is Green” voor Tom Waits en tal van opportunisten

ook kwalijke gevolgen heeft. Mensen kopen iets of investeren in een product waarvan ze ter goeder trouw, maar blijkbaar ten onrechte denken dat het gaat over een duurzaam product. Verkopersbedrog dus.

Kleef een sticker “duurzaam” of “sustainable” op je product en mensen die gevoelig zijn voor deze waarde kunnen over de brug gehaald worden en trekken hun geldbeugel open. Zelfs als er bij nader toezien niets (of erg weinig) duurzaams is aan het betrokken product in kwestie.

Dat greenwashen ook in de financiële wereld mogelijk is, is een open deur intrappen. Financiële instellingen profileren zich nu eenmaal. Soms zetten ze daarbij ook schijnbaar groene producten in de etalage. En laten ze er de marketingafdeling op los. Daar gelden reclamewetten. Wetten waar creativiteit en vindingrijkheid hoger ingeschat worden dan correcte informatie.

In haar (zelf toegekende?) opdracht tot consumentenbescherming heeft de Europese Commissie het nodig gevonden om een groep deskundigen zich over deze problematiek te laten buigen. Deze High Level Expert Group on Sustainable Finance publiceerde per 31/01/2018 haar eindverslag.

Of het hoge niveau van deze expertengroep slaat op hun grote kennis of hun hoge verloning laten we in het midden. Er zat alvast géén Belg bij. Onder voorzitterschap van een AXA-man, werden uiteindelijk 8 aanbevelingen voorgesteld die moeten helpen om de financiële wereld meer richting duurzame beleggingen te sturen.

1 van deze aanbevelingen focust op particuliere beleggingen in duurzame financiële producten. “Spaarders” moeten de mogelijkheid hebben om te beleggen in portefeuilles die hun duurzame en ethische voorkeuren weerspiegelen. Ze moeten daarbij beschermd worden door minimumnormen.

Momenteel buigt de Belgische financiële sector zich via haar koepel Febelfin over die materie. Ze werkte een nieuwe kwaliteitsnorm uit voor duurzame financiële producten.  U kan de uitgebreide nota hierover hier raadplegen.

De ambities zijn niet min:

  • Financiële producten, die voldoen aan de norm zouden op een speciale website vermeld worden en het label ‘duurzaam” krijgen. Producten die geen fossiele brandstofbedrijven financieren mogen het stempel “fossielvrij” dragen.
  • Het toepassingsgebied omvat zowel beleggingsproducten (bancair of via verzekering) als spaarproducten, aangeboden in België aan particulieren, private  – als institutionele klanten. Ook producten van buitenlands recht vallen er onder.  Met een achterpoortje voor op maat gemaakte portefeuilles van individuele private – of institutionele klanten.
  • De nieuwe norm zou primeren op reeds bestaande duurzaamheidslabels. Ook alternatieve benamingen als “ethisch”, “SRI“, “ESG” of “maatschappelijk verantwoord” kunnen niet meer als die de nieuwe norm niet meer halen.
  • per 01/2019 zou het uitgewerkte systeem van kracht moeten worden. Dan is de overgangsperiode van 6 maanden na publicatie van de kwaliteitsnorm (doel: 07/2018) al achter de rug.

Wat wordt de norm?

3 x Cheers voor de nieuwe Norm?

De kwaliteitsnorm zelf kadert zich in wereldwijde initiatieven (duurzame ontwikkelingsdoelen, klimaatakkoorden van Parijs, …) en is opgebouwd rond 5 basisbeginselen:

  1. duurzaamheidsbenadering langs verschillende strategiën blijft mogelijk. Alle onderdelen in een duurzame portefeuille moeten worden getoetst op duurzaamheid. Doorop zijn minst de integratie van ESG-factoren én negatieve screening en uitsluiting toe te passen. Dit aangevuld met 1 of meer aanvullende benaderingen: best-in-class” (positieve screening), doorlichting op basis van normen, thematisch duurzaam beleggen, impactbeleggingen en sociale investeringen.
  2. er mag niet door het duurzaam product geinvesteerd worden in wapens, tabak, steenkool, niet-conventionele olie- en gasindustrie ( fracking,…), noch in de ergste overtreders van het Global Compact van de VN . Als de conventionele olie- en gasindustrie niet wordt uitgesloten vereist de norm engagement en actief aandeelhouderschap mbt. de sector. [embedplusvideo height=”225″ width=”400″ editlink=”http://bit.ly/2FltJw0″ standard=”http://www.youtube.com/v/lW7SsQ5xDag?fs=1″ vars=”ytid=lW7SsQ5xDag&width=400&height=225&start=&stop=&rs=w&hd=0&autoplay=0&react=1&chapters=&notes=” id=”ep7554″ /]
  3. het financieel duurzaam product moet transparant zijn ten opzichte van potentieel niet-duurzame praktijken (kernenergie, mijnbouw, repressieve regimes, arbeidsrechtenschendingen, belastingontduiking,…). Telkens moet aangegeven worden of er een specifiek beleid hierrond is. Indien ja, moet hierover informatie beschikbaar zijn.
  4. Alle relevante informatie over het duurzaam karakter van het product moet op een duidelijke, begrijpelijke en vergelijkbare wijze ter beschikking zijn. In een speciale website wordt deze info verzameld. Elk product krijgt een gestandaardiseerd “Duurzaamheid ID”. De commerciële – en wettelijke informatie moet men bij de verdeler of beheerder van het product halen.
  5. Jaarlijks wordt gecontroleerd of het product nog met de kwaliteitsnorm overeenstemt. Een afzonderlijk, centraal certificeringsagentschap zal het label toekennen en er op toezien dat het nog steeds binnen de afgebakende paden loopt.

Naast de uitgebreide tekst is er ook een bondige samenvatting beschikbaar.

Tussen 25/04/2018 en 13/05/2018 kan je het voorstel van kwaliteitsnorm nalezen, uw bedenkingen overmaken en een kleine enquête invullen.

Ik las de paper van Febelfin door. Dit zijn mijn eerste bedenkingen:

Veel vragen.

  • De snelheid waarmee men de discussie wil beslechten geeft me een slecht gevoel (**). De consultatie uitschrijven gedurende een periode van 20 dagen waarin 3 weekends en 2 feestdagen vallen, is m.i. zichzelf saboteren als men echt inspraak van – en transparantie naar breed publiek op het oog heeft.
  • Zelfregulering van een sector kan in theorie. Maar in praktijk zien we toch vaak dat dit vooral gebeurd om de eigen belangen overeind te kunnen houden. Denk aan de Europese autosector die de uitstootnorm zou mogen bepalen. Ik wil Febelfin niet beschuldigen van gelijkaardig opzet, maar de haast waarmee de implementatie gepland wordt, lijkt wel op de grote sprong voorwaarts. Om eventueel politieke initiatieven voor te zijn? Het lijkt me vreemd dat de Europese Commissie een voorzet geeft en dan de landelijke sector uitwerkt. Dit is alvast afwijkend ten opzichte van de MiFID II-, PRIIPS-reglementeringen (ook regelgeving binnen financiën) of de nakende invoering van de GDPR/AVG.
  • Een strak regelgevend kader scheppen kan contraproductief zijn omdat het te vlug achterhaald kan zijn.  Hoe houdt een kwaliteitsnorm stand als er zich na verloop van tijd nieuwe ESG-items beginnen opdringen. Stel biiv. dat Artificiële Intelligentie binnenkort morele vragen oproept.
  • Er is niet zoiets als 1 standaardwaarheid in mijn opvattingen. Inzichten en visies op duurzaamheid evolueren. In die zin verontrust mij de melding van kloofanalyse met andere duurzaamheidslabels. Er wordt uitgegaan van de superioriteit van de eigen kwaliteitsnorm. Dan zitten we m.i. dicht bij de weg naar sektarisme/religie. [embedplusvideo height=”299″ width=”400″ editlink=”http://bit.ly/2r4WAQ1″ standard=”http://www.youtube.com/v/rvmjt-xqHwI?fs=1″ vars=”ytid=rvmjt-xqHwI&width=400&height=299&start=&stop=&rs=w&hd=0&autoplay=0&react=1&chapters=&notes=” id=”ep1025″ /]
  • Veel hangt natuurlijk af van het ‘afzonderlijk, centraal certificeringsagentschap’. Is dit onafhankelijk genoeg tegenover zijn opdrachtgever (Febelfin)? Heeft dit voldoende financiële- en personele middelen om zijn taak aan te kunnen? Is dit zelf niet behept met cognitieve biassen – zijn die ergens opgelijst-?
  • Een Belgische kwaliteitsnorm in een wereld waar grotere landen (Frankrijk) of supergrote overheidsinstellingen (Noors pensioenfonds) of internationale commerciële bedrijven (MSCI, Morningstar( *)) reeds duurzaamheidsratings toekennen is dit niet bij voorbaat een anachronisme? Een spielerei die alleen voor de schone ogen van de buitenwereld opgebouwd wordt?
  • Hoe bindend kan Febelfin zich opstellen als blijkt dat zij als ledenorganisatie ook grote delen van de financiële wereld in België niet overkoepeld? Belangrijke verzekeraars als Baloise, Ethias, Fidea,… of vertegenwoordigers van bankagenten (BZB-Fedafin) of verzekeringsmakelaars (FvF) blinken op de ledenlijst als afwezig.

Ik heb  hun enquête ingevuld. Daar had ik ook nog een pak opmerkingen. Ik ga daar hier niet op in. Enerzijds omdat dit artikel anders te lang wordt.

Anderzijds omdat ik de lezer, die ook de aandrang voelt om de enquête in te vullen niet wil beïnvloeden. Febelfin vraagt “een reactie” van het publiek. Geen “georchestreerde reactie”.Wie duurzaam beleggen een warm hart toedraagt, weet wat te doen in de komende dagen.

(*) : Per 01/05/2018 introduceert Morningstar op basis van de data van Sustainalytics trouwens ook een Carbon Risk Score ter evaluatie van beleggingsfondsen. de invoering zal gefaseerd per land uitgevoerd worden, te beginnen met het Verenigd Koninkrijk. Wellicht een label in concurrentie met het fossielvrij label dat Febelfin wil lanceren.

(**): Per 03/05/2018 lanceert KBC de opstart van haar duurzaam pensioenfonds KBC Pricos SRI. Op vandaag is er door de buitenwereld nog niet veel geweten hierover (hier een link naar gegevens zoals die op de website van KBC zelf staan). In de pers is echter al sprake van het feit dat dit het eerste fonds zal zijn dat aan de duurzaamheidsvereisten van Beama zal beantwoorden.

Dan zijn er m.i. 4 mogelijkheden:

1. Het betreft de oude duurzaamheidsvereisten en niet diegene die nu binnen Febelfin op punt gesteld worden.

2.  De pers lult maar uit zijn nek (of schrijft getrouw de peptalk over van de persdienst van KBC).

3. KBC engageert zich om eens het duurzame kwaliteitslabel definitief vastligt het PRICOS SRI pensioenfonds hierop te stroomlijnen.

4. de openbare raadpleging die Febelfin organiseert is er gewoon voor de show. Intern weten de banken reeds hoe hoog ze de lat leggen (daarom kan KBC hier de primeur opeisen). Maar inspraak en overleg organiseren oogt democratisch en dit stukje windowdressing heeft geen andere functie dan creatie van  goodwill voor een sector die in de volksgunst niet vooraan staat.  

Schept hier iemand duidelijkheid over?

(update: 31/05/2018)


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *