Dat de overheden in het Westen veel geld nodig hebben en dat sommige van hun inwoners dit geld liever verborgen houden, zijn 2 open deuren intrappen.
In het verleden hebben vele particuliere beleggers (ook vennootschappen trouwens) om die reden buitenlandse kanalen bewandeld. Denk aan de couponnetjestrein naar Luxemburg waar onze (groot)ouders de heffing op hun intresten liever zelf verteerden in plaats van die de overheid te gunnen. Of denk aan constructies met buitenlandse beleggingsverzekeringen, die vaak door “financiële planners met bedenkelijke doelen” naar voor geschoven werden in dossiers van zelfstandigen, sporters of bedrijfsleiders met geld die ze niet konden verantwoorden.
Geleidelijk worden al deze poortjes gesloten. De aangifteplicht van buitenlands spaargeld op de Belgische belastingsbrief, is al enkele jaren uitgebreid met een meldingsplicht mbt. buitenlandse verzekeringspolissen. En dit jaar kwam er weer een nieuw rubriek op het belastingsformulier bij: het al dan niet hebben van buitenlandse juridische constructies als trusts, …
De Belgische overheid heeft onder invloed van Europese regelgeving, OESO én van haar eigen armlastigheid de strijd naar financiële fraude opgevoerd en liet dit ook gepaard gaan met een al enkele keren herhaalde fiscale amnestie, waarbij ze ‘zondaars’ de kans gaf zich te ‘bekeren’ mits betalen van een boetetarief.
Wie echter tot heden liever koos voor fiscale amnesie in plaats van amnestie, zal het in de toekomst nog moelijker krijgen om zijn geld terug te kunnen activeren.
Achter een gedeelte van deze koerswending, zit niet alleen onze eigen overheid, maar ook de Amerikaanse. Door de kredietcrisis en de redding van het financieel systeem tegen hoge overheidskosten, zijn de Amerikanen erg strikt geworden op vlak van belastingheffing en -ontduiking voor hun eigen landgenoten. En die opstelling veroorzaakt ook aan deze kant van de oceaan de nodige deining. De de facto opheffing van het Zwitserse bankgeheim werd geforceerd door het heffen van torenhoge boetes tegen banken als UBS en Credit Suisse. Ook andere landen die vroeger wat minder in de pas liepen, hebben ingezien dat Uncle Sam niet kan verschalkt worden en kozen eieren voor hun geld. Luxemburg is daar een goed voorbeeld van. Dit land zag recent af van haar uitzonderingspositie mbt. fiscale gegevensuitwisseling.
En momenteel wordt binnen de gehele financiële wereld de FACTA-regelgeving geïmplementeerd. Ook binnen de verzekeringswereld. FACTA staat voor Foreign Account Taks Compliance Act. Binnen België wordt deze regelgeving van kracht per 01/07/2014 nadat er pas per 23/04 hierover een akkoord gesloten werd met de VS. Voortaan zal wederzijdse uitwisseling van financiële informatie gebeuren. Verzekeraars zullen rekeningen en contracten moeten screenen op band met Amerika. Zit daar geen Amerikaanse natuurlijke persoon of rechtspersoon achter is de basisvraag.
Alle levensverzekeringen met een spaarelement (Tak 21, Tak 23 , de kunstmatige Tak 44) zijn alvast betrokken, maar ook de contracten die onder Tak 26 vallen) worden geviseerd.
Dit alles zal in de toekomst bij intekening op dergelijke verzekering bijkomende identificatieverplichtingen omvatten. Maar zal ook voor bestaande contracten op einddatum een bijkomende administratie met zich meebrengen.
De verzekeringssector in België lijkt wat op snelheid gepakt is mijn indruk. Tenminste als ik dit uit de ontvangen briefwisseling van 1 verzekeraar mag afleiden. Een klant met contract op einddatum 01/06/2014 ontving namelijk documenten om het geld op te vragen in een brief waar in balpen ” + FACTA” toegevoegd werd aan de reeds bestaande voor te leggen documenten. Stricto senso lijkt dit voorbarig omdat de regelgeving pas 1 maand later in voege gaat.
Hebben wij het moeilijk met deze nieuwe verplichting of met het feit dat de achterpoortjes gesloten worden? Natuurlijk niet.
Wel zien wel met lede ogen aan hoe de administratieve verplichtingen bij onderschrijving of opvraging van een spaar- of beleggingsverzekering groeien. We hebben immers nog maar pas de Twin peaks II-reglementering verwerkt.
Met Ethisch Beleggen kunnen we niet anders dan achter een rechtvaardige fiscaliteit staan. Wat die inhoudt, zullen we maar niet formuleren. Maar vereenvoudiging en controleerbaarheid zijn er zeker elementen in.
Je kan niet met maatschappelijk verantwoord investeren bezig zijn zonder op te roepen tot betaling van correct belastingsaandeel. Per slot van rekening wordt een groot gedeelte van de belastingen besteed aan maatschappelijk verantwoord investeren (onderwijs, gezondheidszorg, organisatie van solidariteit via zipensioensystemen, …) .Dat betekent dat iedereen moet bijdragen naar “vermogen”.
Financiële constructies, die als enig doel hebben om geld onzichtbaar en onbelast te houden, worden derhalve terecht geviseerd.
Anderzijds is het zo dat niet alles wat op financieel vlak met of in een buitenland gebeurd automatisch verdacht moet zijn. Betere technische know-how, hogere financiële zekerheid of specifiek aanbod dat op de Belgische markt ontbreekt, …. kunnen valabele redenen zijn om toch in het buitenland te onderschrijven.
Zonder de mogelijkheden, die bijv. Luxemburg ons op vlak van Tak 23 biedt, zou het aanbod van Ethisch Beleggen immers compleet verschralen. De Belgische verzekeringsmarkt ligt immers momenteel niet wakker van een duurzaam investeringsaanbod voor haar klanten. Waardoor we wel voorbij de landsgrenzen moesten kijken.
Transparantie mbt. belastingsbeleid wordt de laatste paar trouwens meer en meer opgenomen als evaluatiecriteria of een onderneming nu al dan niet duurzaam is. De waakzaamheid van activisten en beleggers hierrond is aan het stijgen. Fiscale fraude wordt een reputatierisico. Stilaan komen we maatschappelijk wellicht in een sfeer waar betalen van belastingen niet meer gezien wordt als een bewijs van een zakelijk gebrek aan creativiteit, maar als een bewijs van goed zedelijk gedrag.Hoewel de weg daar naartoe nog lang is.
En redelijkheid, transparantie en duurzaamheid in besteding van al dit belastingsgeld blijft natuurlijk ook een item.