In onze bijdrage van 25/08/2017 lieten we verstaan dat 2 vergeten groepen uit de vergeetput van de 2e pensioenpijler zouden geplukt worden. Dit als resultaat van het toen bereikte politieke zomerakkoord. Omdat het akkoord nog veel losse eindjes bevatte, liet de verdere uitwerking nog wel even op zich wachten.
- 1. POZ: voor zelfstandigen zonder vennootschap.
Zelfstandigen die als natuurlijk persoon werken konden in het verleden al een VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen) onderschrijven. Maar terwijl zelfstandigen die onder vennootschapsstructuur werkten voor zichzelf daar bovenop een bijkomende IPT (individuele pensioentoezegging) of groepsverzekering konden organiseren, bleven zelfstandigen, die geen vennootschap hadden van dergelijke mogelijkheid verstoken. staan. Deze ongelijkheid werd weggewerkt in 2018. Dit door de creatie van de POZ: de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen.Een VAPZ blijft wel interessanter vanuit fiscaal oogpunt. Er is daar immers geen premietaks en de premies zijn als beroepskost in te brengen in de personenbelasting. Een VAPZ zorgt dus voor een belastingbesparing tegen marginale aanslagvoet én een besparing op sociale bijdragen.
Een POZ wordt vanuit de nettolonen betaald en genereert een fiscaal voordeel van 30 %. Daar staat een premietaks van 4,4 % tegenover. Het maximaal te besteden bedrag is te berekenen op basis van een andere 80 % regel dan deze die we kennen uit IPT en groepsverzekering. De berekening is te ingewikkeld om ze hier uit te leggen, maar met deze PDF kan je aan de slag gaan als je je aangesproken voelt.
De eindbelasting bij uitkering is tussen VAPZ en POZ ook verschillend. Bij POZ betaal je en solidariteitsbijdrage (tussen 0 % en 2 %), een RIZIV-bijdrage van 3,55 % en personenbelasting van 10 % (niet op winstdeelname). Bij VAPZ word je belast op basis van een fictieve rente.
Beide systemen zijn -voor zover je als zelfstandige voldoende financiële middelen hebt- combineerbaar.
De POZ biedt de mogelijkheid om rechtstreeks te beleggen in Tak 23-producten. De risico’s zijn dan voor de klant, net als de potentiële opbrengst. Bij een VAPZ heb je die keuze niet. Daar ben je aangewezen op vastrentende producten. Dit omdat het VAPZ verplicht een gewaarborgd (in de huidige renteomgeving: laag) rendement moet genereren. Hooguit kan je de winstdeelname beleggen in Tak 23-producten.
2. VAPW: voor werknemers zonder (of met een karige) groepsverzekering.
En vanaf 27 maart dit jaar wordt ook de VAPW (het vrij aanvullend pensioen voor werknemers) van kracht. Hierdoor krijgen werknemers die in een bedrijf werken waar geen (of erg karige) groepsverzekering voor hen beschikbaar is, het recht om voor zichzelf een aanvullend pensioen op te bouwen dat ze zelf financieren door bijdragen die ingehouden worden op hun nettoloon. Ze moeten hierbij aan hun werkgever vragen om maximum € 1.620 (inkomsten 2020) of 3 % van hun nettoloon (het hoogste van de 2 primeert) niet aan hen uit te betalen, maar door te storten aan een verzekeringsonderneming naar keuze. Dit maximum wordt gereduceerd met de pensioenrechten die de werknemer reeds opgebouwd heeft in de loop van het 2e jaar voorafgaand aan de vraag tot afhouding.
Net zoals bij de POZ is er 30 % belastingvermindering op de gestorte bedragen én dient er een premietaks van 4,4 % betaald te worden. Bij uitkering is er een RIZIV-bijdrage van 3,55 % te voldoen, een solidariteitsbijdrage te betalen (0 tot 2 %) en een belasting op het kapitaal van 10 %.
En ook hier kan je kiezen tussen oplossingen die zekerheid bieden (een – momenteel lage – intrestgarantie) of gaan voor een hoger (potentieel) rendement door te investeren in Tak 23-producten.
U komt in aanmerking hiervoor en wenst te weten voor welk bedrag u kan investeren? U kan dit vanaf midden mei 2019 natrekken op mypension.be/mijn aanvullend pensioen. [embedplusvideo height=”168″ width=”300″ editlink=”http://bit.ly/2Wi1A5u” standard=”http://www.youtube.com/v/zbj7915hrpI?fs=1″ vars=”ytid=zbj7915hrpI&width=300&height=168&start=&stop=&rs=w&hd=0&autoplay=0&react=1&chapters=¬es=” id=”ep2109″ /]
3. Enkele bedenkingen:
- Zoals in 2017 beschreven is het wachten of beide maatregelen een groot succes kennen.
- Ze zijn bedoeld om een ongelijke behandeling tussen mensen ongedaan te maken.
Dit aspect valt toe te juichen. Maar ze individualiseren de verantwoordelijkheid. Linksvoelende mensen zullen opperen dat dergelijke gelijktrekkingspogingen beter collectief gebeuren (vb. via sociale zekerheid) en dat nu een liberale keuze gemaakt is. “Wij houden u een wortel voor (belastingvermindering), gelieve nu te bijten.” Mogelijk zien we binnen enkele jaren dat hierdoor een matteüseffect bereikt werd.
- Omdat in beide gevallen de premiebetaling in feite vanuit het nettoloon van de betrokkene gebeurd, kan je m.i. met reden zeggen dat dit voor gediscrimineerden uit de 2e pensioenpijler eerder een uitbreiding is van de 3e pensioenpijler dan dat dit een hiaat opvult in die 2e pensioenpijler.
- De beide stelsels zijn cumulatief met pensioensparen én met lange termijn sparen. Qua volgorde in onderschrijven raden wij u aan om eerst voor het fiscaal voordeliger pensioensparen, daarna voor lange termijn sparen en pas tot slot voor POZ of VAPW te gaan. Motivatie hiervoor zijn de verschillen in verzekeringstaks én eindbelasting tussen deze systemen.
4. Kan ik ook een duurzaam POZ of VAPW onderschrijven?
De wetgever heeft hiervoor geen enkel incentive in zijn reglementering ingeschreven. Nochtans zijn het allen zeer recente wettelijke initiatieven. Dat hier niet aan gedacht werd heeft natuurlijk met de aard van de coalitie, welke de wetgeving uitwerkte, te maken. Maar in het parlement werd hierover -voor zover we het weten- ook door de oppositie niet op aangedrongen. Nochtans hadden vb. de klimaatengagementen vastgelegd in Parijs 2015 (COP21) een leidraad kunnen zijn. En was begin 2018 al het eindrapport van de High-Level Expert Group on Sustainable Finance gepubliceerd.
Getrouw aan de titel van deze bijdrage hadden we graag kunnen stellen dat we zelf duurzame oplossingen konden voorzien voor beide nieuwe systemen. Maar de werkelijkheid is stugger voor wat betreft VAPW. Weinig verzekeraars zien daar momenteel echt brood in (of zijn klaar met hun product). Voor die vorm van pensioensparen blijven we dus momenteel nog op onze duurzame honger zitten.
(update: 23/12/2019)