Het hebben van uitgebreide lijsten én het periodiek updaten ervan laat toe om op geregelde tijden conclusies te trekken. Op grote schaal gebeurt dit bij grote organisaties. En die halen daar hun voordeel uit. Big Data, weet je wel.
Met ethisch beleggen volgen we momenteel 104 verschillende beleggingsfondsen op. Uit deze fondsen selecteren we op basis van verschillende criteria een aanbod dat aan klanten voorgelegd wordt. Onder meer in de vorm van modelportefeuilles.
De gegevens van die fondsen actualiseren we regelmatig. Ieder jaar komt zo een nieuw Excelbestand tot stand. Dit dient als basis voor ons advies. Momenteel werken we aan het bestand dat in 2021 richtinggevend voor onze werking zal zijn. Uiteraard blijven nog veel vakken (zoals deze die de rendementen uit het verleden weergeven) oningevuld. Die worden maar gefinaliseerd in de eerste dagen van het nieuwe jaar.
Andere data, die minder aan wijziging onderhevig zijn, worden al vroeger ingepast. Recent controleerde ik de risicograden en de jaarlijkse beheerskosten van de fondsen die ik opvolg. Conclusie: stijging van risicograad, daling van kosten.
Gestegen risicograad.
Ieder fonds krijgt een risicograad toegekend. Soms worden synoniemen als risicometer of risico-indicator gebruikt. Dit cijfer heeft weer hoe hard een fonds in waarde kan schommelen. Hoe volatiel het fonds is. Een laag risico verdient het cijfer 1. Het hoogste risico wordt bedacht met cijfer 7.
Hoe wordt de risicograad bepaald?
Dit cijfer wordt berekend op basis van de koersschommelingen uit de voorbije 5 jaar. Zoals je in de link bij risicometer kan lezen, zijn deze historische cijfers géén betrouwbare weergave van het toekomstig risicoprofiel. Je hoort hierin zeker echo’s van de frase “Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor rendementen uit de toekomst”. Een zin die u vaak terugvindt in folders rond financiële producten.
Nu zijn de 5 voorbije beursjaren gekend door hoge schommelingen. Het jaarlijks rendement van de MSCI AC (All Countries) Index schommelde er op los: 2015: – 2,36 %/2016: + 7,86 % /2017: + 23,97 %/2018: -9,41 % en 2019: + 26,60 %. Bij de BEL 20 (de Belgische beursindex) was het niet anders: 2015: + 12,6%/2016: – 2,5%/2017: +10,3 %/2018: -18,5 % en 2019: + 22 %. Vooral de zwiepers in min en plus van de 2 voorbije jaren hebben hun invloed.
Gevolg op het fondsenaanbod bij Ethisch Beleggen
Dit vertaalt zich in de gestegen risicograad bij 46 van de 104 fondsen. Er is een stijging bij 1 van de 21 gemengde fondsen, bij 16 van de 25 aandelenfondsen die binnen Europa beleggen, bij 17 van de 34 aandelenfondsen die wereldwijd beleggen en bij 12 van de 20 fondsen die rond ecologische thema’s beleggen.
Voor de statistici onder ons: op het totale aanbod van 104 fondsen is het risico-indicator met 8,32 % de hoogte ingegaan.
Gevolgen voor ons advies.
Verschraling van het aanbod?
Ofwel blijven we zeer voorzichtig en selecteren we voortaan uit minder fondsen voor klanten die een defensief – of een gebalanceerd beleggersprofiel hebben. Dit is de overgrote meerderheid van de bevolking.
Maar dergelijke verschraling van het aanbod staat haaks op gezond beleggersverstand:
- ‘spreiden, spreiden, spreiden‘ zijn de 3 belangrijkste geboden voor de belegger zijn.
- aan de onderkant van de risicometer (waar geldmarktfondsen en obligatiefondsen huizen) is alleen verlies te rapen is wegens de ultralage – tot negatieve rente.
Voor iedereen opschuiven in de risicometer?
Dat lijkt alvast de oplossing die ook Nederlandse banken verkiezen. In de tekening hierboven zie je tot welke risicograad fondsen toch als defensief beschouwd worden. Er is de voorbije jaren een ferm stuk naar rechts opgeschoven voor defensieve klanten.
Adviseren wordt alvast in de komende periode weer de kwadratuur van de cirkel berekenen. Het beleggersprofiel van de klant matchen met een wispelturige graadmeter. Het laat ruimte voor veel discussie en aansprakelijkheid (als het misgaat). Maar 1 ding is zeker: risicobereidheid zal ook voor klanten met een defensief profiel deel moeten gaan uitmaken van hun attitude.
Quanta kosta?
Stijging van risicograad, maar ook daling van kosten?
Behoudens de wens tot overdreven winstbejag bij fondsbeheerders en -verdelers, zijn er vereenvoudigd gezegd 2 principes die de beheerskosten van een fonds bepalen.
- Hoe meer verrichtingen binnen een fonds moeten verwerkt worden, hoe hoger de kosten. Mede om die reden zijn de kosten van een ETF lager dan die van een actief beheerd fonds. En zijn de kosten van een obligatiefonds lager dan die van een aandelenfonds.
- Hoe kleiner een fonds, hoe hoger de kosten. Studie/onderzoek, wedde beheerders, administratie, … alles moet geput worden uit de gelden die binnen het fonds circuleren.
Hoe zit dit bij Ethisch Beleggen in de praktijk?
In onze fondsenlijst houden we graag rekening met bewezen rendementen. Ons aanbod is om die reden niet volgepropt met jonge fondsen, die hoge aanloopkosten hebben. En de literatuur laat ons geloven dat de aandacht voor duurzaam beleggen groeit.
Je mag er derhalve van uitgaan dat de aanwezige fondsen aanzwellen in kapitaal, zodat de beheerskosten niet moeten opgetrokken worden. En praktijk is niet in strijd met de theorie. De beheerskosten op de totale aanbod van 104 fondsen zijn zeer lichtjes gedaald (-1,67%). 28 fondsen knipten (vaak slechts een klein beetje) in hun kosten.
Omdat er een nieuwe vloedgolf aan regelgeving aan de einder opduikt, is het maar de vraag of dit volgend jaar nog steeds het geval zal zijn. Het zou best kunnen dat we volgend jaar over daling van risicograad én stijging van kosten moeten berichten.