De ambities van het EU Sustainable Finance Action Plan zijn erg hoog. De kostprijs om het te implementeren zijn dit ook.
- Consultants verdienen er aan door het mee vorm te geven (en het daarna uit te leggen).
- Bankiers, vermogensbeheerders, verzekeraars en zij die hun producten verdelen moeten zich stevig aanpassen. Beleggingsproducten moeten van veel meer informatie voorzien worden (SFDR). De verkoopprocedures dienen aangepast te worden (MiFID/IDD).
- Bedrijven moeten straks bijkomend hun niet-financiële informatie ter beschikking stellen (CSRD)
- …
Het is niet overdreven om te stellen dat deze veranderingen veel tijd en geld opslorpen. Te meer daar de tijdslijn voor de implementatie niet chronologisch is. En in de loop van de uitrol soms nog dingen wijzigen. Probeer in het voetbal maar eens de spelregels te wijzigen terwijl de spelers al aan de match begonnen zijn. Onbegrip en hoongelach is uw deel.
De vraag is of dit alles in die mate de moeite is? Met andere woorden: zullen al deze inspanningen uiteindelijk leiden naar het doel dat ermee door de Europese Commissie beoogd wordt? Zijnde (onder meer) de kapitaalstromen heroriënteren in de richting van duurzame investeringen om duurzame – en inclusieve groei te bewerkstellingen & transparantie en langetermijndenken bij financiële en economische activiteiten stimuleren?
Zijn de ingezette middelen wel de juiste weg naar het doel?
In theorie kan dit allemaal wel kloppen. Maar vaak is de praktijk weerbarstiger dan de theorie. Sinds de uitrol van de plannen zijn we -niet in de theorie voorzien- onder meer overspoeld met een virusepidemie en met een gewapend conflict aan de grenzen van ons werelddeel. Een conflict dat tot een energiecrisis aanleiding gaf. Een crisis die de reeds verdapperende inflatie tot bijna dubbel digit-hoogte opdreef.
Uiteraard is het vroeg dag om een definitief oordeel uit te spreken. De implementatie van het plan is nog volop bezig. En de terreinen die men probeert te bestrijken zijn erg uitgebreid. Waardoor het voor een simpele ziel moeilijk is om hierover een gefundeerde mening op te bouwen.
Maar laten we zeggen dat een eerste aanvoelen toch niet in de richting van een groot succes wijst. Als we het meer bepaald hebben over de implementatie van de SFDR en de gewijzigde MiFID/iDD-regels, dan neig je toch om te denken dat de regelgeving als een tang op een varken past. Het varken in kwestie is dan het lovenswaardige einddoel dat geformuleerd werd.
De SFDR-regelgeving is volledig geïnspireerd op het ESG-concept.
Dit blijkt onder meer uit de definitie van wat daar als een duurzame belegging gezien (art. 2.17) wordt. En ook uit de classificatie die men rond artikel 8 en 9 uitgewerkt heeft. Artikel 8 handelt over beleggingsproducten die ecologische -, sociale – en goed bestuur kenmerken in de verf zetten. Artikel 9 zet sterk in op meetbare impact rond deze doelen.
Nu is ESG een redelijk vrijblijvend letterwoord gebleken. Je kan je lat laag leggen en toch een ESG-hoed dragen. Er is géén eenduidige standaard. Dat zie je al door de manier waarop bedrijven, fondsen, … gelabeld worden door diverse zogenaamde specialisten (de raters). Gezien er geen eenvormigheid is in de analyse van die raters, noch in de benadering die fondsenbeheerders hanteren om hun aanspraken te maken blijft het risico groot om als belegger met een flinke kluit het riet ingeschoten te worden.
ESG staat dan ook de laatste tijd steeds meer onder druk omdat het te weinig concreet is. Meer en meer raters en vermogensbeheerders kijken begerig naar de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG) als werkbaarder instrument om zich te profileren. Maar binnen SFDR zijn de SDG niet opgepikt.
Risicoreductie en liquiditeit
De meeste beleggers willen dat hun geld zinvol besteed wordt. Maar vaker nog willen ze daarvoor niet onnodige risico’s lopen. En willen ze dat hun belegging vlot verhandelbaar blijft. De aandacht voor risicobeheersing is zelfs iets dat door andere Europese regelgeving ingebakken zit in het beleggingsbeleid.
- Fondsen/ETF’s worden ingedeeld in risicoschalen (1 tot 7).
- Je moet als verdeler van beleggingen minstens een risicoprofiel van je klant opgemaakt hebben.
- Deze risicoprofielen zijn vaak zo opgesteld dat ze een groot deel van de bevolking quasi automatisch in de defensieve hoek duwen.
- Tevens lees je op elke bijsluiter dat beleggen risico’s inhoudt en dat resultaten uit het verleden geen garantie zijn voor de toekomst.
Verder is het zo dat de meeste beleggers er alsnog op rekenen dat ze hun belegging steeds vervroegd kunnen opvragen. Misschien lopen ze tegen een onvoorziene financiële tegenslag op. Of -beter- zien ze ergens een onverwachte opportuniteit waarvoor ze extra geld willen mobiliseren. Er wordt natuurlijk altijd gesteld dat je moet beleggen met geld dat je langdurig kunt missen. Maar in de praktijk zie je dat erg veel mensen die beleggen er toch op rekenen dat hun geld steeds beschikbaar blijft. Al is het maar om in paniek bij een crash hun emoties te kunnen volgen en -sic-door impulsief te verkopen hun verlies definitief vast te klikken.
Uiteraard moet je niemand nodeloos risico laten lopen en moet er nog een flinke portie financiële geletterdheid in de bevolking geïnjecteerd worden om tot realistischer opvattingen qua verdeling van het financieel patrimonium te komen zodat die liquiditeitsrol kan verdwijnen. Echter zo ver zijn we niet. Zodat vandaag de dag onze beleggingsfondsen nog steeds vol steken met grote beursgenoteerde bedrijven. Bedrijven waar je als belegger denkt weinig risico mee te lopen en die vlot verhandelbaar zijn.
Impact zeker, maar de juiste impact?
De vraag is echter of we bij de Microsofts, de Alphabets, de Amazons, de BMWs, de LVMH-en, … de verwachting mogen koesteren dat zij voor de broodnodige duurzame heroriëntering gaan zorgen? De zojuist opgesomde bedrijven hebben zeker een grote impact. Op erg veel mensenlevens en op grote delen van de economie. Maar is het die impact waar we naar op zoek zijn?
Wat de ecologische uitdagingen betreft waar we voor staan, zijn er zeker grote beursgenoteerde bedrijven die een rol kunnen spelen. Denk aan alle energiebedrijven, die in transitie naar hernieuwbare energie zitten. Echter de meeste van deze large caps zitten ook nog tot over hun oren in verdere ontginning en distributie van fossiele brandstoffn verwikkeld. Als we dus in Shell, Total Energies, … investeren omdat deze hun omslag aan het maken zijn, dan sluiten we gelijktijdig onze ogen voor hun andere flanken. Nu EU-regelgeving ons oplegt dat we gelijktijdig moeten afwegen of er geen significante schade aan de beoogde (of andere duurzame ) doelstellingen berokkend wordt, vallen deze normalerwijze uit het beleggingsuniversum.
Problematischer is het volgende:
- Veel impactbedrijven zijn relatief jong: vb. start-ups die nieuwe techologie marktrijp willen maken.
- Sommige meest urgente problemen dienen prioritair aangepakt te worden in niet-ontwikkelde markten (vb. rond waterschaarste – of omgekeerd dreigende watervloed door klimaatverandering)
- Doelgroepen die niet de meest lucratieve zijn hebben soms het meest baat bij te nemen maatregelen (vb. isolatie)
Met andere woorden het zijn alle beleggingen met een veel hogere risicograad op mislukkingen en met een langere duurtijd vooraleer rendabiliteit gegarandeerd is. Beleggingen dus waar de gemiddelde particulier van nature eerder bevreesd voor is. Beleggingen ook waar de meeste distributeurs hun klanten niet in grote getalen spontaan naartoe zouden jagen.
Nochtans is dit wat de regelgeving als doel heeft: kapitaalstromen heroriënteren in de richting van duurzame investeringen.
Een realistische of utopische omwenteling?
Waarom stoppen vermogensbeheerders, bankiers, verzekeraars, … hun producten nu vol met large caps uit ontwikkelde landen? Omdat die blijkbaar aan de doelstelling van de klant beantwoorden: vertrouwenwekkend, gemakkelijk verhandelbaar, (relatief) goed in te schatten ontwikkeling.
Zullen zij deze kenmerken zomaar opgeven omdat de regelgever daar op aanstuurt? Met risico op verlies van verkoopopportuniteiten en omzet? Het lijkt alsof de regelgever hier zijn droom voor werkelijkheid neemt. Maar masochisme is helaas geen onderdeel van businessplannen van commerciële bedrijven.
Zolang er voor uitgevers en hun klanten geen daadwerkelijke incentive komt voor het wijzigen van hun gedrag, lijkt het succes van wat Europa beoogt niet automatisch tot stand te komen. Zalven dus.
Zou slaan ook helpen? Misschien voor fondsbeheerders en distributeurs. Maar willen die echt hun klanten in producten jagen die niet overeenkomen met hun beleggingsprofiel? En zouden particuliere beleggers niet slimmer (denken te ) zijn en dan niet zelf naar alternatieven gaan zoeken waar ze kunnen ontsnappen aan de regeldrang van Europa? Vastgoed, cryptocurrency, …. er bestaan alternatieven (ook al zijn ze soms minstens even risicovol).
Woorden wekken, voorbeelden trekken?
Waarom wordt 1 en ander niet uitgetest door pensioenfondsen en formules als pensioensparen/lange termijn sparen, die per definitie een langetermijnperspectief hebben te verplichten om hierin voortrekkers te zijn? Of zijn de overheden bang dat de kans reëel is dat de mismatch tussen doelstelling in theorie en de ervaring in praktijk te duidelijk zou worden? Bijvoorbeeld in een gebrekkig rendement en/of zware afschrijvingen op de ingebrachte kapitalen?
“Optimism is a moral duty” luidt de overtuiging van Immanuel Kant (hoewel vaak ten onrechte toegeschreven aan Karl Popper). Maar denken dat door de bakens uit te zetten via regelgeving de massa volgt, is mogelijk een misrekening.