We zijn terug in het weemoedige seizoen. De bladeren vallen. We herdachten onze doden op 1 & 2 november. Zopas was er nog de herdenking van wapenstilstand na de Groote Oorlog. En banken en verzekeringsmaatschappijen schakelen een versnelling hoger in hun promotie voor pensioensparen.
Oud – en behoeftig worden. Het is iets waar we niet al te graag bij stilstaan. De confrontatie met vrienden en familieleden die verschrompelen tot vage herinneringen aan de dynamische personen die ze ooit waren, het went nooit. En toch staat dit proces ook de meeste onder ons te wachten: gaten in het geheugen, reumaklachten, verlies van geduld of juist algehele onverschilligheid, oprukkend conservatisme, …. . Het kan ons moeilijk bekoren. En velen zullen samen met Jacques Brel, wel eens de volgende passage uit Veillir meegezongen hebben
Mourir cela n’est rien
Mourir la belle affaire
Mais vieillir… ô vieillir
Omdat het zo confronterend is, schuiven we het denken over onze toekomst en de organisatie ervan vaak gemakkelijk van ons af. Kop in het zand. Nochtans is het voor de huidige aktieve bevolking meer dan nodig om eens stil te staan bij de financiële situatie waarin we ons dan zullen bevinden Een drietal elementen noopt ons vandaag immers om de financiële toekomst eens nuchter in de ogen te kijken. Het is alsof een drietand in ons vel aan het prikken is, maar we ons nog niet realiseren dat we pijn hebben. Vanaf welk moment gaan we ons gedrag veranderen?
- Extreem lage rentestand. De langetermijnrente op 10 jaar daalde in België tot een vooroorlogs dieptepunt van 2,30 %. De generatie die nu 70 tot 80 jaar is, kon zijn pensioenpotje nog opbouwen in tijden van hoge rentes. Als je je spaargeld veilig op termijnrekeningen of kasbons kan zetten en daar dan nog rentes van 5 à 8 % op kan verwerven zonder enig risico, waarom zou je dat dan niet doen? Velen hebben het zo gedaan en hebben op die manier een extra penioenkapitaal kunnen verzamelen.
Mensen die vandaag 50 jaar of jonger zijn hebben die keuze niet meer. Met een inflatie van 2,79% en met de lage rentes op spaarrekeningen en kasbons/termijnrekeningen, bouw je je toekomst eerder af dan dat je ze opbouwt als je het gedrag van de vorige generatie nabootst.
- Terug accumulatie van overheidsschuld. Een ander element is dat de vergrijzingsgolf van overheidswege onvoldoende prioriteit gekregen heeft. Het Zilverfonds is een lege doos en de staatsschuld is sinds enkele jaren uit de dalende curve gedonderd en terug aan het stijgen. Dankzij(?) de financiële crisis en het redden van banken zitten we terug op het niveau van 10 jaar geleden (+/- 100 % van BNP) . Met meer mensen op pensioen gaan terwijl er steeds minder geld in kas is, is bijna garanderen dat daar problemen van komen. Tenzij je of er van uitgaat dat de overheid de sociale zekerheid op een andere manier kan organiseren en dat alles dan wel betaalbaar blijft. Deze kaart wordt onder meer getrokken door Gilbert De Swert, die zich in Het Pensioenspook afzet tegen de angstinjecties van banken en verzekeraars rond dit thema en daarom prompt door hen bedacht werd met het scheldwoord “pensioennegationist”.
- Fors stijgende levensverwachting. Wie in 2001 als man 65 jaar werd had nog een levensverwachting van 12 jaar. In 2012 is die levensverwachting zo maar eventjes gestegen naar 18 jaar (= + 50 % op 11 jaar tijd). Voor vrouwen was de levensverwachting in 2001 al 18 jaar en is deze op vandaag gestegen tot 24 jaar ( = + 33,33 %).
Die 3 elementen zouden ons toch moeten aanporren om de vanzelfsprekendheid in ons denken over pensioensparen in vraag te stellen.
Naast langer arbeidsaktief blijven (pensioenleeftijd is in onze omringende landen al stelselmatig verhoogd), zal er ook individueel anders moeten gedacht worden over de opbouw van een aanvullend pensioen. Dit krijgt niemand meer voor elkaar met alleen het klassieke pensioensparen te volstorten en voor de rest spaargeld oppotten op vastrentende producten. Meer en meer zal de behoefte er zijn om gestructureerd na te denken over kapitaalsopbouw in de zogenaamde 4e pensioenpijler.
Deze 4e pensioenpijler bevat alle spaarinspanningen die je zelf levert om bovenop het wettelijk pensioen (1e pijler) en bovenop het aanvullend pensioen dat je door je arbeidsbaan via je werkgever opbouwt – als je daar al van kan genieten – (2e pijler: groepsverzekering, ….) en zonder dat er individuele fiscale voordelen (3e pijler: pensioensparen, langetermijnsparen) aan verbonden zijn, iets voor later aan de kant zet.
Deze 4e pijler zal wellicht uit pensioenbeleggen moeten bestaan. Het zal een aktief zoeken moeten worden naar opbrengst, die hoger is dan de inflatie. Spreiding van de belegging om de inherente beleggingsrisico’s te ondervangen zal daarbij belangrijk zijn.
En waarom zou ook het element duurzaamheid en andere ethische overwegingen niet meegenomen moeten worden in ons denken over toekomstgericht investeren? Dat dit mogelijk is bewijst Noorwegen, waar het petroleumpensioenfonds van de overheid ethische beleggingsregels dient na te leven.
In België hebben we géén dergelijk overheidsfonds. Niet alleen omdat er bij ons geen petroleum in de grond zit, maar ook omdat ons wettelijk pensioen werkt op basis van repartitie: er is geen reserve, de geïnde pensioenbijdragen van de aktieve bevolking worden dadelijk op de rekening van de gepensioneerde bevolking gestort. Maar ook het pensioendebat bij banken en verzekeraars in België -waar wel gelden in de pot zitten- laat zich niet door het Noorse voorbeeld inspireren. Dit terwijl pensioenbeleggingen juist door hun aard langetermijnbeleggingen zijn. Om die reden zouden ze alvast de overleving van toekomstige generaties moeten integreren in hun investeringsbeleid én kiezen voor beleggingen die de problemen helpen oplossen in plaats van ze op -zoek naar kortzichtig gewin- eerder te vergroten. Zoals eerder op deze blog al vermeld is ethisch (fiscaal) pensioensparen in België niet mogelijk. En in Nederland blijkt uit recent onderzoek zelfs dat pensioenfondsen daar meer in kernwapens zijn gaan investeren.
Natuurlijk is niet alles in het leven te plannen en zijn er veel onverwachte wendingen, zowel positieve als negatieve. Dit gebrek aan voorspelbaarheid is juist 1 van de avonturen van het leven. Maar zelfs in onvoorspelbaarheid is het verstandig om af en toe eens vooruit te kijken. Waar ga je naartoe? En ben je op het juiste pad om er te geraken? Want wie géén doelstellingen heeft, zal ook nooit zijn doel bereiken. Of zoals men het zo mooi in het Engels uitdrukt :”If you fail to plan, you’re planning to fail!”.
De titel van deze bijdrage vonden we bij Henry Ford. In Limburg, waar ze enkele weken geleden ingelicht werden van de nakende sluiting van de Fordfabriek, zal deze quote wellicht als een cynische wijsheid overkomen. “Hoe kunnen wij onze toekomst plannen, als het bedrijf dat jij vorm gaf onze toekomst wegneemt?”