De enige zekerheid die we bij aanvang van ons leven hebben, is dat het ooit ophoudt. De Britse econoom John Maynard Keynes wordt nog geregeld geprezen voor deze evidentie. Dit levenseinde kan kortbij zijn of veraf. Het kan zich plots voordoen of het kan zich stilaan via allerlei symptomen aankondigen. Het kan zich voordoen na een rijk en gevuld leven, maar ook kort na – of zelfs bij de geboorte. De dood kan ons overvallen naar aanleiding van een ongeval, een ziekte maar ook gewoon zonder enige specifieke aanleiding bij ons aankloppen.
En toch blijft de confrontatie met de dood, iets wat de veel mensen liefst uit de weg gaan.
Op een site rond “ethisch beleggen” is dit thema een beetje een vreemde eend in de bijt. We hebben het gewoonlijk over “beleggen”. En deze activiteit houdt toch een belofte van leven in zich. Toch snijden we dit onderwerp hier nu eens aan. Er zijn voornamelijk 2 redenen voor. Enerzijds stellen we vast dat veel beleggers het overlijdensrisico én de financiële gevolgen ervan voor hun naastbestaanden onderschatten. Anderzijds zijn er diverse “beleggingsproducten” op de markt die er op gericht zijn een uitbetaling te voorzien ter financiering van begrafeniskosten.
1. Overlijdensrisico afdekken: een verwaarloosd aspect bij sparen en beleggen.
De insteek bij veel spaarders en beleggers is niet 100 % rationeel.
1.1. Zo wordt er vaak meer belang gehecht aan de fiscaliteit van een product, dan aan de opportuniteit van een product. Is het fiscaal aftrekbaar, dan sluit ik het af!
Zo niet dan interesseert het mij niet/minder.
- We weten dat het klassieke pensioensparen erg populair, maar eerder beperkt in bestedingsmogelijkheid is. Er zijn dus vrij veel mensen die vertrouwd zijn met de mechanismes achter de rendementen in pensioensparen (-gedeeltelijk- beleggen in aandelen geeft soms grote winst, soms verlies, ….) en die op hun rekeninguittreksels na jaren zien dat dit effectief een rendabele vorm van beleggen is. Veel van die mensen hebben niet de guts om voor een bijkomend gedeelte van hun spaarcenten iets gelijkaardigs –weliswaar zonder fiscaal voordeel – op te zetten . Zij houden de rest van hun geld dan maar op financieel verliesmakende spaarrekeningen aan.
1.2. Tevens zijn een groot gedeelte van de mensen als het op beleggingen aankomt eerder risico-avers.
- Maar dat ze door die opstelling juist zelf de grootste risico’s over het hoofd zien gaat aan hen voorbij. Risico’s zoals “de vernietigende kracht van de inflatie”, maar ook het risico van voortijdig overlijden en de gevolgen die dit heeft op hun naastbestaanden. Zeker een belegging heeft -net als een spaarrekening- een waarde. Een waarde die bij overlijden kan uitbetaald worden aan de naastbestaanden (de begunstigden in geval van levensverzekering). Maar is die waarde in de gewijzigde situatie wel hoog genoeg? Kunnen de overlevenden er zonder veel financiële kleerscheuren hun leven verder volgens plan mee uitbouwen of niet?
1.3. En soms klopt ons tijdsbesef en onze prioriteitenbepaling niet.
- Wie aan vermogensopbouw doet tegen de tijd dat hij of zij pensioengerechtigd is, kan hiervoor systematisch iets aan de kant zetten. Er kan uitgerekend worden hoeveel er periodiek in de pot moet gestopt worden om genoeg te hebben op 65, 66 of 67 jaar of nog later. Daarna is alleen discipline nodig (en afhankelijk van hoeveel risico genomen wordt ook wat geluk) om dit doel te bereiken.
- Als het noodlot echter toeslaat en betrokkene overlijdt, bijv. op zijn 50e, dan is het opgebouwde kapitaal voor de naastbestaanden uiteraard wel welkom, maar wellicht niet echt aangepast aan de behoeftes die zich stellen (behoud van levensstandaard in het gezin, vrijwaren van studiemogelijkheden voor de kinderen, pensioenopbouw voor overlevende partner mogelijk maken).
Nochtans is de tijdslijn duidelijk. Het pensioen ligt in de verre toekomst, maar het overlijden is niet in te plannen en kan zich dus morgen al voordoen. Een vooruitziende vader/moeder zou zich dus in 1e instantie moeten indekken voor het overlijdensrisico en pas daarna aan vermogensopbouw moeten denken. Zeker in het geval waarbij er 1 kostwinner is, jonge kinderen zijn en/of diverse leningen lopen.
1.4. Is materie belangrijker dan mensen?
- Het blijft vreemd dat mensen op vraag van hun kredietverstrekker bereid zijn een schuldsaldoverzekering af te sluiten om het terugbetalen van hun hypotheek aan de bank te garanderen, maar dat ze veel terughoudener zijn om zich in te dekken voor de financiële gevolgen van hun overlijden op hun partner en kinderen. Nochtans zijn die in hun ogen -hopelijk toch- waardevoller en belangrijker en zijn zij het juist die van een “huis” een “thuis” maken.
1.5. In dezen moeten we niet uitsluitend de belegger voor de spiegel zetten. Ook als financieel raadgever hebben we hier wel eens boter op het hoofd.
- Als een (potentiële) klant zich aandient met een beleggingsvraag, zijn we wellicht te hard geneigd om naar een beleggingsoplossing te kijken (als we al met ons hoofd niet bij de vele precontractuele documenten zitten, die we moeten voorleggen, toelichten en laten ondertekenen) en niet de klant en zijn omgeving eerst in een holistisch perspectief te plaatsen. Dit laatste zou wellicht regelmatig de prioriteiten kunnen omdraaien: eerst je overlijdenssituatie regelen én pas daarna beleggen. Voor de kostprijs moeten we het meestal niet laten. Wie er een gezonde levenswijze op nahoudt en niet al te oud is, vindt op de markt erg prijsgunstige oplossingen. En zelfs wie zich niet in die omstandigheden bevindt, kan toch betaalbare oplossingen vinden. In sommige gevallen is de urgentie om dan het overlijdensrisico af te dekken trouwens veel groter.
Wat is er nu duurzaam aan een overlijdensverzekering?
In het rapport “Our common future” (bekend geworden onder de naam het Brundtland-rapport), werd in 1987 voor het eerst een definitie van duurzame ontwikkeling omschreven. Samengevat komt die hier op neer “een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het gedrang te brengen.” Op microniveau van een gezin is een correcte overlijdensverzekering m.i. een product dat perfect aan dergelijke omschrijving beantwoordt.
Ethisch beleggen is wat mij betreft dan ook niet alleen maar beleggen met integratie van ESG-principes of met oog op impact. Voorafgaand aan de focus op People, Planet en Profit mag zeker ook niet voorbij gegaan worden aan de noden van diegene die rechtstreeks van jezelf afhankelijk zijn: partner, kinderen,… .
2. De uitvaartverzekering.
Dat een TV-programma als “Komen te gaan” dit voorjaar in primetime uitgezonden werd, wijst er op dat overlijden stilaan als taboe-onderwerp aan het verdwijnen is. We zien dat ook aan het feit dat uitvaartverzekeringen stilaan populairder worden. Corona Direct, KBC, Belfius, DVV, P&V, NELB,… hebben hiervoor een product in de markt gezet. Ook de uitvaartsector zelf heeft in samenwerking met de Gezinsbond via AG Insurance een product – Funalia– in de aanbieding.
We focussen op de marktleider.
Maar de grootste naambekendheid heeft toch de uitvaartverzekering van DELA. Deze van oorsprong Nederlandse coöperatie is al diverse decennia actief. De naam verwijst naar de solidaire oorsprong: Draagt Elkanders LAsten. Vanuit de coöperatieve inspiratie is het niet onlogisch dat in Nederland de verzekeraar uitdrukkelijk kiest voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO).
DELA zakte in 1989 af naar België. En komt er nu echt op kruissnelheid. Zo groeide hun klantenbestand in 2018 met ongeveer een 40.000 verzekerden aan. Dat uitvaartzorgen bespreekbaar geworden zijn helpt daarbij. Maar de gewijzigde sociologische samenstelling van de bevolking evenzeer: veel nieuw samengestelde gezinnen, veel meer singles dan vroegers, stijging van kinderen die in het buitenland verblijven (voor werk of studie), meer alleenstaande ouders, …
De sterkte van de DELA-oplossing is dat ze niet alleen op de financiële kant (de begrafeniskost) inspeelt, maar ze -weliswaar voorlopig nog minder dan hun land van oorsprong gebruikelijk is- voor een totaalconcept gaan. Niet alleen groeperen ze al flink wat begrafenisondernemers en ook enkele crematoria onder hun vlag (wat door onafhankelijke begrafenisondernemers ook wel eens als bedreigend/machtsmisbruikend overkomt), ze voorzien een gans pallet aan mogelijkheden rond de uitvaart.
Centraal daarin staat het zorgen uit handen nemen.
Nabestaanden kunnen er op rekenen dat
- voorafgaandelijk aan een overlijden al heel wat kan geregeld worden (wilsbeschikking, hoe wil ik zelf mijn eigen uitvaart georganiseerd worden?).
- er algemene inspiratie over zaken die raakvlakken hebben met overlijden terug te vinden zijn. Van een Spotifymuzieklijst of een rouwtekstenplatform tot informatie over euthanasie, orgaandonatie, testament, erfenis verdelen en aangifte nalatenschap, LEIF, … Zelfs een ecologische uitvaart wordt aangestipt, hoewel de Nederlandse site hierin nog een stuk uitgebreider is.
- je op het moment van het overlijden zelf hetzij via hen, hetzij via je lokale begrafenisondernemer bediend wordt. De begrafeniskosten worden (tot bedrag voorzien in verzekering) via derdebetalersregeling voldaan. Je botst hiervoor niet tegen geblokkeerde rekeningen aan of wordt als nabestaande niet verplicht om zelf de betalingen -tot vrijgave van rekeningen- voor te schieten.
- er nazorg voorzien is voor administratieve- en praktische regelingen. Consulenten komen aan huis met informatie en advies over nalatenschap zo je dit wenst. Door hun ervaring weten ze ook erg vlot welke diensten (banken, verzekeraars, nutsvoorzieningen, overheidsinstanties, …) waar én wanneer moeten ingelicht worden.
Uiteindelijk is het ook een verzekering.
Je betaalt een leeftijdsgebonden premie en krijgt daar een Tak 21-product voor terug (kapitaalgarantie + winstdeelname). Kost de uitvaart minder dan het kapitaal dat verzekerd werd, dan wordt het saldo aan een aangeduide nabestaande uitbetaald.
Een uitvaart kost gemiddeld tussen de € 3.000 à 5.000. Via deze site kan je een simulatie uitvoeren. Maar wil je daar bovenop een grafsteen, betalen voor een concessie, … of allerlei extra’s dan stijgt die prijs nog gevoelig.
In periodes van lage rente, zijn we zelf geen voorstander van een Tak 21 product. Je zet daarmee je geld vast voor een lage periode en de opbrengst ervan is lager dan de inflatie (en dan rekenen we de kosten nog niet mee). Blijkt echter dat DELA momenteel in haar premieberekening nog steeds uitgaat van de wettelijk bepaalde maximaal gegarandeerde rente van 2 %. En dat daar bovenop – niet gegarandeerd weliswaar – ook nog een winstdeelname op toegekend kan worden.
Dit zorgt er voor dat wie zijn uitvaartkost op voorhand geregeld wenst te zien, hier toch een oplossing vindt, die door de beugel kan.
Alternatief voor herbeleggen op vervaldag?
Meestal kiest een voorzichtige belegger er momenteel voor om vrijgekomen gelden niet te herbeleggen én aan zijn spaarrekening toe te vertrouwen. Dit in de hoop op beterschap qua rentevooruitzichten. Recent bleek hier nogmaals de deadline verder in de toekomst te liggen.
Je vrijgekomen geld (gedeeltelijk) besteden aan intekenen op een uitvaartverzekering bij DELA is een te overwegen alternatief. Je regelt je de financiële kost van iets wat onvermijdelijk is. En je helpt je nabestaanden aan gemoedsrust.
Tot slot.
We sluiten af met enkele wist-je-datjes:
- ook kinderen tot 18 jaar mee opgenomen zijn in de verzekeringsdekking
- er ook een geroutineerde repatriëringsdienst voor overledene onder de vleugels van DELA werkt.
- je de premies kan betalen via koopsom of jaarlijkse premies (kortlopend of langlopend)
- het gaat over een risicodekking (1 premiebetaling garandeert automatisch het volledig verzekerde kapitaal)
- onderschrijven kan tot 69 jaar (voor periodieke premiebetaling) en 75 jaar (voor éénmalige koopsom).