Omdat perfectie niet van deze wereld is: de nadelen van een Tak 23-belegging.
1. de procedure bij intekening is omslachtig.
Zeker als je het vergelijkt met een fondsenbelegging bij een bank waar je reeds een effectenrekening hebt. Er moet een voorstel ondertekend worden, een financiële informatiefiche van verzekeraar (KID) overhandigd worden, als makelaar moet je ook een eigen advies-& informatiefiche bezorgen. Daarna is het wachten op de stukken van verzekeraar in kwestie. Die moeten ook nog ondertekend worden.
2. de procedure bij verkoop is omslachtig.
Terug papieren invullen, kopie van identiteitskaart bijvoegen & wachten tot verzekeraar het saldo op je rekening plaatst. En ondertussen kunnen de fondsen nog in waarde zakken of stijgen. Doe je aan internetbankieren en staat het fonds op je effectenrekening, dan is de verkoop in een wip geregeld. De digitalisering die bij banken al goed doorgedrongen is, staat bij vele verzekeraars nog maar pas in de steigers.
Sinds 22/05/2020 is er wetgeving, die verzekeraars dwingt om rapper tot betaling over te gaan bij verlopen van een levensverzekering. Zodra alle documenten ontvangen zijn moet er uitbetaald worden binnen een maand. Vooral bij overlijden is het soms niet evident om als begunstigde vlug alle nodige documenten aan te leveren. Ons inziens zal de nieuwe wetgeving het probleem van tijdsverloop tussen verkoop en ontvangst gelden niet oplossen, maar zullen alleen de erge excessen met de nieuwe regelgeving van de baan zijn.
3. er is een éénmalige verzekeringstaks te betalen.
Deze bedraagt 2 % voor particulieren, maar 4,4 % voor vennootschappen.
4. de verzekeraar rekent zelf nog instap- & beheerskosten aan.
De instapkost bevat het bemiddelaarsloon van de makelaar & een bedrag voor de verzekeraar. Bij grote beleggingsbedragen kan de kost voor de verzekeraar soms wegvallen. Maar jaarlijks rekent men wel een beheerskost (+/- 1%) aan. Als klant zie je die niet, omdat hij automatisch van de investeringswaarden van je stukken afgaat.
5. sommige verzekeraars rekenen in de beginjaren ook een uitstapkost aan.
Meestal daalt die na verloop van tijd en wordt hij niet meer aangerekend als je 5 jaar in het product belegd bent.
6. in tegenstelling tot bij een fondsenbelegging via bank ben je in feite zelf géén eigenaar van het fonds dat je koopt.
Je bent -weliswaar- bevoorrechte schuldeiser van betrokken verzekeraar, zo die over de kop zou gaan.
7. Tak 23 heeft een slecht imago in de publieke opinie.
De nadelen zijn gekend. Zijn ze fundamenteel of te relativeren?
1. Beleggen voor een (middel)lange termijn.
Met uitzondering van nadeel 7 worden de nadelen reeds voor een groot stuk gecompenseerd door het feit dat het product zelf bestemd is voor een (middel)lange termijn-belegger. Elders op deze site kan je lezen dat de beleggingstermijn die wij voor ogen hebben beter minstens 5 jaar bedraagt.
2. De instapkosten verschillen in feite niet zoveel met wat je gemiddeld bij je bank (uitgezonderd de online-brokers) betaalt als je daar je fonds koopt.
Voor een Tak 23-belegging heeft de verzekeringsmakelaar een zekere vrijheid om zelf zijn verloning in te stellen. Als klant moet je natuurlijk kiezen voor een makelaar die zelf géén aberrante marge kiest. Want in dit geval zou je je vlug in de wereld van de woekerpolissen wanen. Coverbel neemt standaard een vergoeding van 1,9 % voor zijn bemiddelingswerk.
3. Soms geen uitstapkosten.
Ethisch Beleggen werkt met verzekeraars die ofwel gedurende een korte periode een uitstapkost aanrekenen, die degressief evolueert ofwel zelfs helemaal géén uitstapkost aanrekenen.
4. Verzekeringstaks versus uitstaptaks op bancaire fondsen.
Wat de verzekeringstaks betreft, moeten we opmerken dat er sinds 01/01/2015 in België ook een uitstaptaks van 1,32 % geldt op bancaire beleggingsfondsen die kapitaliseren. Deze bancaire beleggingsfondsen zijn zowat de meest rechtstreekse concurrenten van Tak23-producten. Het verschil tussen beide producten is op vlak van taksen nu 0,68 %. Maar terwijl je bij Tak 23 de taks betaalt bij intekenen, betaal je de taks bij een bancair beleggingsfonds dat kapitaliseert (dus geen dividend uitkeert) pas bij verkoop. Omdat het in beide producten gaat om (middel)lange termijn-beleggingen, zijn we geneigd om de taks bij instap te verkiezen boven de taks bij uitstappen. Hiervoor zijn 2 redenen:
-
-
Zekerheid.
- Eens de verzekeringstaks betaald is, mag de overheid beslissen wat hij wil. De taks zal niet meer stijgen op het product dat je reeds aangekocht hebt.
- Bij een uitstaptaks is het perfect mogelijk dat de overheid -na je aankoop- beslist om deze aan te passen (in + of -). Je weet pas echt waar je aan toe bent, na de verkoop van je product.
- Denk aan wat gebeurd is met de roerende voorheffing op intresten van kasbons & obligaties.
Kocht je stukken begin 2011 die op vervaldag kwamen begin 2017 in de veronderstelling dat er slechts 15 % zou afgehouden worden, dan klopte je rekening niet meer. In 2012 werd op vervaldag 21 % van je coupon afgehouden, in 2013,2014 en 2015 was dit 25 %, in 2016 27 % en in 2017 nogmaals 30 %. Wie gekozen had om zijn coupons te kapitaliseren was er nog slechter aan toe: op de totale intrest werd 30 % afgehouden.
- Denk aan wat gebeurd is met de roerende voorheffing op intresten van kasbons & obligaties.
-
Een uitstaptaks (soms moeilijk te berekenen) stijgt evenredig met je rendement .
- Stel dat je per 01/01/2018 € 10.000 investeert in een Tak 23 met gemengd profiel (50 % obligaties en 50 % aandelen) en eveneens € 10.000 in een gelijkaardig bancair beleggingsfonds. Je neemt je voor te verkopen zo je belegging in waarde verdubbeld is. In de praktijk zal de waardestijging met de huidige lage rentes vooral door het aandelengedeelte veroorzaakt worden)
- Je betaalde € 200 verzekeringstaks bij aankoop van je Tak 23 belegging en zal niets betalen bij de verkoop ervan.
- Je betaalde geen taks bij aankoop van je bancair beleggingsfonds, maar bij verkoop betaal je een uitstaptaks (de zogenaamde Reynderstaks). Hoeveel ? Tja, dat hangt nog eens af van hoe nauwgezet de beheerder van het fonds de TIS (Taxable Income per Share) kan berekenen. De berekening hieronder is uitgevoerd op basis van de info uit dit artikel.
- Scenario 1: je fondsbeheerder kan perfect berekenen wat de inkomsten en meerwaarden uit het obligatiegedeelte (+ cash) zijn over de verlopen periode. Stel dat is -ons veronderstelling getrouw- erg laag vb. € 500. U betaalt € 150 Reynderstaks.
- Scenario 2: je fondsbeheerder kan de inkomsten en meerwaarden over de verlopen periode niet perfect berekenen, maar kan wel bewijzen dat het fonds gedurende de volledige looptijd exact (we vereenvoudigen voor de bevattelijkheid) uit 50 % aandelen en uit 50 % obligaties bestond. Dan wordt u belast op 50 % van de meerwaarde. Dus meerwaarde (€ 10.000) X 50 % X 30 % taks = € 1.500
- Scenario 3: je fondsbeheerder kan noch de inkomsten en de meerwaarden over de verlopen periode berekenen, maar kan zelf niet duidelijk maken welke het % obligaties was tijdens deze periode. Dan betaalt u de taks op de volledige meerwaarde. Dus € 10.000 x 30 % = € 3.000 taks.
- Bij de haren gesleurd denk je? Bij sommige banken kan je meer dan 1.000 merendeel buitenlandse beleggingsfondsen aankopen. Denk je nu echt dat de beheerders van de meest exotische ervan rekening houden met een (wisselende) fiscale wetgeving in een klein land als België. En dat ze alle wijzigingen in hun beleggingsproduct nauwgezet bijhouden volgens de normen die onze wetgever denkt te moeten hanteren? En wat als je zelf je fondsen aankoopt bij een buitenlandse broker?
- Stel dat je per 01/01/2018 € 10.000 investeert in een Tak 23 met gemengd profiel (50 % obligaties en 50 % aandelen) en eveneens € 10.000 in een gelijkaardig bancair beleggingsfonds. Je neemt je voor te verkopen zo je belegging in waarde verdubbeld is. In de praktijk zal de waardestijging met de huidige lage rentes vooral door het aandelengedeelte veroorzaakt worden)
-
5. Hoge kostenstructuur versus beoogt rendement.
Omdat we ons bewust zijn van deze hoge kostenstructuur hebben we via onze modelportefeuilles geprobeerd om rendementen van gemiddeld 4 % te halen. Op basis van onze backtesting (zo mogelijk tot 10 jaar terug) lijkt dit in vele gevallen mogelijk te zijn. Hoewel resultaten uit het verleden geen garantie naar de toekomst zijn, zou dergelijk resultaat er alvast voor zorgen dat onze voorstellen (kosten inbegrepen) minstens beter scoren dan spaarrekeningen en kasbons. En dit vanaf een (middel)lange duurtijd.
6. Solvabiliteit van verzekeraars nagekeken.
Omdat je géén eigenaar bent van de fondsen waarin je belegt, is het belangrijk dat je Tak 23 product koopt bij solvabele verzekeraars. In de selectie van leveranciers waar wij mee samenwerken is hier rekening mee gehouden. 4 van de leveranciers zijn trouwens van Luxemburg. Naast een omvangrijke en specifieke wettelijke bescherming die klant bij Luxemburgse verzekeraar geniet, is het ook zo dat zowel het land, als zijn banken en verzekeringsmaatschappijen tot heden niet in het vizier gekomen zijn bij de financiële- en de landencrisis waar we in West-Europa sedert 2008 in verzeild zitten.
7. Imagoprobleem
Tot slot iets over het slechte imago van Tak 23. In de pers zijn geregeld verhalen verschenen over spaarders/beleggers, die een groot stuk van hun spaargeld verloren bij een Tak 23 investering. Buiten occasionele moedwillige oplichting door een tussenpersoon, ging het meestal om beleggingen waarbij de tussenpersoon koos voor producten die hem (m/v) het meest opbrachten én waarbij de klant verblind werd door hem (m/v) beloofde fenomenale rendementen. Inmiddels zou genoegzaam bekend moeten zijn dat hogere rendementen meestal in rechtstreeks verband staan met hoog risico. De wetgever heeft er ondertussen voor gezorgd dat bemiddelaars slechts voorstellen aan klanten mogen doen, die in overeenstemming zijn met hun risicoprofiel. Via dergelijk risicoprofiel kunnen wij de belegging aanpassen aan de wensen en de mogelijkheden van de klant.
- Elementen als de tijdsduur mbt. beschikbaarheid geld én de leeftijd klant spelen hier onder meer een rol in.
- En we blijven het herhalen: ook een Tak 23-belegging dient voldoende gespreid te zijn.
- Ze is ook best alleen af te sluiten als de klant op een andere manier reeds een direct aanspreekbare financiële reserve opgebouwd heeft.
We beloven je alvast géén wonderen qua rendement. Het wonder zit er in dat we voor jouw een gespreide portefeuille creëren via 1 verkooppunt waarin je wens tot ondersteuning van duurzaam beleggen centraal staat.
Noot:
uit analyse van de bezoeken aan onze site zien wij dat bovenstaand artikel veel meer geconsulteerd wordt, dan het artikel dat de voordelen van Tak 23 toelicht. Omdat een medaille 2 kanten heeft, willen we je via deze link toch ook eens op de pluspunten wijzen.
(update 27/05/2020)
8 reacties op “Nadelen van Tak 23”
Ik vind het zeer interessant van een realistische benadering te zien van een product.
Dank u.
Jozef
Op basis van de bezoekersstatistiek van onze site, stellen we vast dat het artikel over nadelen van Tak 23 veel meer bezocht wordt dan dit over de voordelen. We hopen dat lezers van betrokken artikel het Tak 23-kind niet met het badwater weggooien. Een Tak 23 -mits op maat gemaakt- kan een perfecte oplossing voor uw beleggingsbehoefte zijn.
Ik ben het helemaal eens met je stelling dat een Tak-23 met open architectuur en dus op maat is, een zeer goede oplossing kan en in veel gevallen zal zijn. Zeker als dit gekoppeld wordt aan het huidige belastingklimaat. Deze verzekering kan mogelijk een goed alternatief bieden als een fiscale optimalisatie methode.
Joey,
Ik heb de link die u aan je reactie toegevoegd had er uit gehaald. Reactie zijn niet bedoeld als doorverwijsluik. Hopelijk heeft u hier begrip voor.
Enig idee waarom de gedupeerden van Spaar-select zo’n grote verliezen hadden met een Tak 23 product ?
Manu,
Het dossier van Spaar Select is al tal van jaren oud. De finesse ken ik niet meer en ik ga er mij nu ook niet meer in verdiepen.
Grosso modo ging het hier over koppelverkoop, waarbij klanten een hypotheek namen die diende afgekort te worden door opbrengsten van een er aan gekoppelde Tak-23 belegging. Hier zit reeds een eerste probleem. Een hypotheek heeft een vaste eindtermijn. Als je de afbetaling van je krediet vastlegt, moet je dan ook zorgen dat je Tak23-belegging tegen die eindtijd het kapitaal opgebracht heeft dat nodig is om de afbetaling te kunnen doen. Anders moet je als klant je belegging verkopen en het tekort nog eens uit eigen zak betalen. Aangezien een aantal Tak 23-producten gedeeltelijk (of volledig) in aandelen beleggen, is het rendement er van ook afhankelijk van beursevoluties. Die zijn nooit exact te voorspellen. Er is nu eenmaal geen rechtopgaande lijn in dergelijke beleggingen te trekken. En op geregelde tijden doen er zich ongelukken voor. Denk periode 2000-2003 (internethype loopt op sisser af, nine-eleven, Enron-boekhoudingsschandaal, ….) of 2007-2008 (subprimecrisis en ineenstuiken van enkele grote Amerikaanse banken).
Er is dus aan klanten een voorstelling van feiten geweest waarbij de risico’s onder tafel geveegd werden én de potentiële opbrengsten kritiekloos opgeblazen werden. Klanten zijn in dit verhaal meegegaan (al dan niet uit pure goedgelovigheid ten opzichte van gladde verkopers of uit naïeve hebzucht – krediet afbetalen en er nog aan verdienen ook, als dat geen win-win is).
Verzekeraar en makelaar zijn door rechtbank tot schadevergoeding verplicht. Dat zal er dus mee te maken hebben dat ze hun informatie- en zorgvuldigheidsplicht ten opzichte van klanten niet (voldoende) nagekomen zijn.
Je mag niet vergeten dat in die periode ook de kostenvergoeding die voor dergelijke producten aangerekend werd een pak hoger lag dan wat momenteel nog normaal bevonden wordt. Niet voor niets is er in betrokken periode ook in Nederland een schandaal geweest (google maar eens op woekerpolis).
Als je al een hoog percentage van de inleg afroomt voor eigen beheer en om de makelaar te vergoeden voor zijn administratie- en advieskosten en je biedt producten aan met hoog risico, dan kan dit risico zich ook voordoen natuurlijk. En gaat het mis. Dit lijkt me wat er gebeurd is
Moraal van het verhaal :
– een vast terug te betalen bedrag op afgesproken tijdstip, koppel je best niet aan een belegging waar risico aan vastzit.
– kijk naar de kosten die de verkoper je aanrekent
– wees als klant ook niet naïef, spreid je belegging + bouw ze op volgens je risicoprofiel (waarbij hoe korter je beleggingstermijn is hoe defensiever je je best opstelt).
– mijdt al te aanlokkelijke verhalen. Of het nu gaat over een wonderaandeel als Lernout & Hauspie (ook in dezelfde periode, door zowat alle banken een tijdje aangeprezen als een must-have) of constructies waarbij u voorgeschoteld wordt dat je in plaats van geld te betalen op je hypotheek u er nog op zal verdienen.
Vraagje: betr. een Tak 23 fonds (KBC Life MI +Global 90 Booster 2) dat verbonden is aan een korf van 30 high dividend aandelen. Aangezien de verzekeringnemer niet de eigenaar is van deze aandelen, naar wie gaan dan de interesten? Bied een korf van 30 aandelen voldoende spreiding?
Vriendelijke groet,
Beste,
Ik neem aan dat je het hebt over KBC Life MI + Global Stocks 90 Comfort Booster 2. Dit is een Tak23 product met kapitaalbeschermingsmechanismen. Zodra er een kapitaalbescherming in een product steekt, wordt dit minder doorzichtig. Ik vind op internet wel het beheersreglement van dit product, maar toch niet alle gegevens om het goed te kunnen interpreteren. Als ik hieronder iets verkeerds schrijf, mag een beter geïnformeerde KBC-medewerker zeker reageren.
U spreekt van “intresten”, waar ik vermoed dat u “dividenden” bedoeld. Volgens mij gebruikt KBC deze om onder meer de kapitaalbescherming mee te financieren.
Uit het beheersreglement blijkt ook dat er niet in 30 , maar in 20 aandelen aandelen belegd wordt. Nu is het aantal aandelen nooit een argument om te besluiten of er al dan niet voldoende spreiding is. We leven in tijden van Coronavirusvrees. Stel dat je 20 of 30 aandelen opvolgt, maar dat deze allemaal blootgesteld zijn aan China, dan zal je belegging ondanks het aantal verschillende aandelen toch erg onderhevig zijn aan het sentiment rond het virus.
In concreto gaat het hier over grote, stevig bedrijven. Op dat vlak zit het dus snor.
De bedrijven clusteren zich echter rond specifieke thema’s. Zo is er een grote vertegenwoordiging van financiële instellingen (Allianz, American Capital Agengy Corp, Swiss Re, Zurich Insurance Group) en van energiebedrijven (Baytex Energy Corp, Crescent Point Energy Corp, Enagas, GDF Suez, Repsol). Financials hebben het al enkele jaren lastig om veel rendement te scoren. Boosdoeners zijn hier de lage rentes en de strengere regelgeving, waar zij aan onderhevig zijn. Ook energiebedrijven hebben het de laatste jaren niet voor de wind. Ze moeten af van hun fossiele brandstoffen en overschakelen naar hernieuwbare energie willen ze klaar zijn voor de toekomst. Toen het product op de markt kwam (2014) kon wellicht nog gedacht worden dat de rentes spoedig terug zouden stijgen en waren de akkoorden van Parijs nog niet gekend. Maar vandaag kan je wellicht met zekerheid stellen dat de maximale stijging die dit product in het vooruitzicht stelde niet bereikt zal worden. Gelukkig is het dalingspotentieel ook begrensd.