Deze site ging er enkele jaren prat op dat ze een aanbod van een 50-tal duurzame fondsen opvolgde. Op basis van het te besteden bedrag én het profiel van klant kon hieruit een gepersonaliseerde- en gevarieerde keuze geselecteerd worden. Nergens was er druk tot productie. Een klant hoefde niet in een bepaalde richting geduwd worden.
Maar de overheid wikt én beschikt. De terechte aandacht voor consumentenbescherming leidt tot een regelzucht, die het vrij ondernemingsschap aan banden legt. De invoering van IDD, PRIPPS en MIFID II-wetgeving, welke voor begin 2018 op stapel staat, werpt zijn schaduw vooruit. Zo komt het dat 1 van onze leveranciers, Bâloise Vie Luxembourg, recent besloot tot een forse reductie in de door haar aangeboden fondsen. Waar bemiddelaars vroeger uit meer dan 1.500 (een soort supermarkt) fondsen konden kiezen voor hun klanten, is de keuze nu beperkt op 180 (- 88 %). Hierdoor zijn niet minder dan 15 duurzame fondsen uit het aanbod verdwenen. Tot 01/11/2017 konden we er 27 en sinds 01/11/2017 voortaan slechts 12 aanbieden. De marketingafdeling van de verzekeraar goot over de wijziging in het aanbod wel een vlot bekkend tekstje waardoor dit door de bemiddelaar verteerbaar werd. Tevens wordt in het vooruitzicht gesteld dat men aan verzekeraar kan suggereren om bijkomende fondsen in het aanbod op te nemen. Nu moet het gezegd dat Baloise Lux nog altijd een breder beleggingsaanbod heeft dan wat gebruikelijk is op de Belgische markt. En dat ook andere Luxemburgse verzekeraars hun aanbod tegen het licht houden en tot wijziging (vaak schrapping) overgaan.
Uiteraard is het de vrijheid van de verzekeraar om wijzigingen in de fondsen die men wenst te verdelen aan te brengen. Er kunnen daar zelfs goede redenen voor zijn:
- Kostenefficiëntie bij het beheer van het totale aanbod kan knippen noodzakelijk maken,
- Fondsen kunnen ook gewoon te weinig onderscheidend zijn van gelijkaardige fondsen die zich reeds in het aanbod bevinden,
- Fondsen kunnen een bewezen slecht track record hebben, waardoor het beter is om ze gewoon niet meer aan te bieden,
- …. .
Nu is knippen om beter te groeien vaak een zinvolle strategie in natuurbeheer. En het is zelfs mogelijk dat diezelfde regel opgaat voor beheer van beleggingen. Maar in voorkomend geval vrezen we dat vooral de verstrengde regelgeving er voor gezorgd heeft dat er flink geschud werd aan de weelderige fondsenkruin van hun beleggingsboom.
En de forse ingreep leidt er wel toe dat de biodiversiteit gedeeltelijk verdwijnt .Zodat er meer en meer alleen een soort eenheidsworst overblijft.
Er stelt zich echter een probleem als deze “eenheidsworst” het voor bepaalde beleggers moeilijk maakt om hun eigen inzichten en aandachtspunten te blijven combineren met de noodzaak van spreiding (basisregel voor wie gaat beleggen).
Vergelijk het met een vegetariër, die in het vleesvervangend rek in zijn supermarkt plots alleen nog tofu aantreft. Weg zijn groenteburgers, seitan, tempeh, falafel, humus, Quorn, ….
Ook voor onze werking heeft deze ingreep een impact. Nadat Euresa Life in 2013 besloot in run-off te gaan en One Life (vroeger gekend onder de naam PEL, Pan Europe Life en later Private Estale Life) saneerde om op grote kapitalen te mikken (kleine portefeuilles worden gewoon niet meer vergoed), moeten we opnieuw een stap achteruit. Ja, we weten dat Echternach in Luxemburg ligt. Maar moest dit op die manier nog eens bewezen worden?
In de modelportefeuilles die we aan het voorbereiden zijn voor het komend jaar zal de ingreep bij Baloise Lux alleen voelbaar zijn voor wie grotere kapitalen (hun producten zijn pas vanaf een inleg van € 25.000 toegankelijk) wenst te beleggen. Maar dit neemt niet weg dat ze symptomatisch is voor de verschraling in het aanbod.
En zo lijkt het er op dat goedbedoelde regelgeving wegens haar administratieve omslachtigheid er toe leidt dat de consument met een verkleind aanbod af te rekenen krijgt. Niet noodzakelijkerwijze omdat de overheid het belangrijk vindt dat het aanbod klein is uit oogmerk van overzichtelijkheid, maar omdat de leveranciers de vele plichtplegingen die hen opgelegd worden niet kunnen waarmaken zonder grote bijkomende structurele uitgaven.
“Wie wordt hier beter van?” is een vraag die m.i. geen positief antwoord meer krijgt. Gedreven verkopers verkopen sowieso alles. Die zijn moeilijk in te tomen.
Maar wanneer een wetgever van haar financiële tussenpersonen verwacht dat ze een geschikt product aan de klant aanbiedt (in het kader van de zorgplicht – Know your customer), dan is het toch contradictorisch dat leveranciers een flink aantal producten uit de rekken halen omdat hen het leven zuur gemaakt wordt via cascade van regeltjes.
Dit alles is geen kritiek op FSMA, gezien de regelgeving binnen Europa tot stand kwam. Het is wel kritiek op beleidsmakers en politici, die – gebrand op tegengaan misbruik én risicobeheersing na een grote financiële crisis – het speelveld zo sterk reglementeert dat er bijna van verkleutering kan gesproken worden.
Retailbeleggers worden dan in een sterk afgebakend en van watten voorzien kinderpark gelegd. Een veilige plaats, maar ook een plaats waar men niet leert omgaan met risico’s. Een plaats waar men niet verloren loopt, maar men ook zijn horizon niet kan verbreden. Een plaats die door haar overzichtelijkheid gemakkelijk kan bewaakt worden, maar waar men niet echt uitgedaagd wordt om creativiteit en oplossend vermogen te ontwikkelen.