Meer en meer mensen vinden duurzaamheid en ethiek belangrijk. Dit ook voor hun spaar- en beleggingsgedrag.
Een belangstelling die stijgend is, zorgt voor een verruiming van het aanbod. Niet alleen zien we dat in België nu ook een grootbank al maanden met barnumreclame uitpakt rond duurzaam beleggen. In eerste instantie nog steeds voor hun private banking cliënteel. Wie echter doorvraagt bij een plaatselijke retailbankier uit hun net zal meestal ook wel geholpen worden.
We zien ook dat er een blijvend grote stijging is in de hoeveelheid fondsen die zichzelf profileren als duurzaam.
In de eerste helft van 2017 zijn er 57 nieuwe fondsen opgelijst door Morningstar, die van zichzelf aangeven dat ze ESG-georiënteerd zijn. Zie dit artikel waaruit we de lijsten hieronder kopieerden.
We zijn niet in de positie om de eerlijke bedoelingen van de aanbieders in vraag te stellen. We hebben de fondsen momenteel niet in detail bekeken. De meeste zullen trouwens niet beschikbaar zijn voor de Belgische belegger.
Moeten we hier gelukkig van worden? Ja én neen is het genuanceerde antwoord.
- Ja omdat hoe groter het aanbod, hoe meer mensen bereikt kunnen worden. Ook wie niet buiten de koker van zijn eigen financiële instelling kijkt, zal zo geleidelijk aan de keuze hebben om duurzaam te beleggen. En aanbod kan de vraag stimuleren.
- Ja omdat duurzaam beleggen daarmee aan tractie wint. Het wordt meer en meer gemeengoed.
- Ja omdat we er niet kunnen van uitgaan dat de reeds bestaande fondsen per definitie reeds alle nuances of alle mogelijkheden binnen het domein van het duurzaam beleggen afdekken.
- Neen omdat hiermee de verkokering geïnstitutionaliseerd wordt. Aanbieders gaan nu misschien vlugger tevreden achterover leunen omdat hun aanbod ge-updated is en een eerder niet bereikte flank ook lijkt afgedekt te zijn.
- Neen omdat veel nieuwe fondsen -bij gebrek aan historiek/backtesting– voor zij die instappen toch een soort zwarte dozen zijn. Kennen de fondsbeheerders hun stiel of niet? Het zal pas later blijken.
- Neen omdat forse aangroei mogelijk tot overaanbod leidt. Overaanbod die er voor zorgt dat het aanbod (dit of reeds langer bestaand) toch later weer verschraald. Een beleggingsfonds moet nu eenmaal een bepaalde omvang hebben om zijn beheerskosten op rationele wijze te kunnen omslaan onder zijn deelnemers. Als dit niet bereikt wordt lopen de kosten voor de belegger te hoog op en/of stapt de aanbieder toch weer uit de markt met zijn fonds.
Dat er in gans West-Europa nieuw bloed in het aanbod komt, lijkt er ook op te wijzen dat duurzaam beleggen hier een lange termijn-trend is. Maar je kan het ook cynischer bekijken. In die opvatting is het aanbod uitbreiden met duurzame fondsen een mogelijke uitweg uit de onvermijdelijke verschraling die optrad in het eigen aanbod van de financiële instelling. En om begrijpelijke redenen (genoeg kosten ten voordele van eigen rendement) zullen die -tot heden- geen oplossing zoeken door zich op ETF’s te focussen.
- Een 20-30 jaar geleden was het zeer populair om in specifieke landen te beleggen. Iedere bank had wel een Belgiëfonds, een Frankrijkfonds, … Door de verdere internationalisering en de invoering van de € zijn er nogal wat van die fondsen verdwenen in het zwarte gat van de globalere Europafondsen. Een veelvoud van landenfondsen verdween dus in een aanbod van enkele regiofondsen.
- Nu de vastrentende beleggingen weinig of niets meer opleveren (lage rentes) zijn bepaalde succesvolle beleggingsformules uit het verleden niet langer relevant om omzet te genereren voor de aanbieders (Tak 21, kasbons, kapitaalgarantiefondsen,…).
Het is bij dit alles mooi meegenomen dat meer en meer studies (en praktijken) uitwijzen dat duurzaam beleggen in vergelijking met niet-duurzaam beleggen zeker niet onderpresteren. De recente vergelijking (12/2012-06/2017) die Forum Ethibel maakte tussen het rendement van haar ESI Excellence Europe index met de niet-duurzame benchmark van de MSCI Europa laat dit overigens duidelijk zien.
Ook onze eigen ervaring sinds 2012 toont aan dat er een grote correlatie is tussen de bewegingen van duurzame fondsen met deze van niet-duurzame fondsen.
Je hoeft dus -gemiddeld- niet bang te zijn dat je inlevert op rendement door te kiezen voor duurzaam beleggen. Vaak is het rendement iets beter. Maar dit laatste is geen wet van Meden en Perzen. Door het strenger selecteren van bedrijven (extra financiële criteria worden ook meegenomen in de evaluatie) ga je bij duurzaam beleggen vaak kiezen uit een kleiner aanbod. En hoe smaller het aanbod is, hoe groter de uiteindelijke afwijking op het gemiddelde kan zijn (in + of in -).