En ooit is ze daar dan: de periode waarop je op pensioen gaat. Voortaan strijk je maandelijks een belachelijk lage -, een bescheiden – , een goede – , een te hoge pensioenuitkering op. Voor wie uitzicht heeft op een belachelijk laag – of een bescheiden pensioen, is het zaak om de tering naar de nering te zetten. En verstandig om te springen met het eventuele pensioenkapitaal dat men zelf aan de kant gezet heeft.
Een gat in de lucht combineren met een gat in de hand.
Wie op korte termijn de sommen van zijn (m/v/x) langetermijnsparen, pensioensparen en eventuele 2e peiler (groepsverzekering, IPT, VAPZ, ..;) op zijn rekening gestort krijgt, kan zich de koning te rijk voelen. Veel mensen zien hun bankrekening plots aangroeien tot een hoogte die ze voorheen nooit gekend hebben. En in de euforie die dit met zich meebrengt worden wel eens overhaastte beslissing genomen. Het kan dan gaan over
- een groot pensioenfeest,
- aanschaf van een kampeerauto,
- een grote gift aan kinderen en kleinkinderen,
- een lange – en verre buitenlandse reis,.
- .. .
Niet dat we dit de betrokkenen niet gunnen. Iedereen doet wat hij zelf denkt te moeten doen. Maar we leerden uit de Marshmallow-test (weliswaar op kinderen uitgevoerd) dat de vaardigheid om behoeftebevrediging uit te stellen cruciaal is voor een succesvol en plezierig leven. En een gezonde vorm van zelfcontrole heb je niet automatisch verworven omdat je X-aantal jaren in een werkgerelateerd keurslijf zat.
Er gebeuren dus ongelukken. Aan beide zijden. Je kan zo krenterig zijn dat je vergat te leven tot de dood of een ingrijpende – en langdurige ziekte (vb. dementie) je overvalt. Je kan echter ook zo kwistig met je geldpot omspringen dat je na uitputting ervan nog jaren moet leven als een monnik die de gelofte van armoede afgelegd heeft.
Zijn er universeel geldige antwoorden?
Waarschijnlijk niet. Tijden veranderen en niemand weet in welke tijd (en voor hoelang) hij zal vertoeven eens de laatste werkdag voorbij is.
- Zal artificiële intelligentie (AI) jobs vernietigen of er extra creëren?
- Wordt de klimaatverandering en de keuze voor zero-uitstoot een last of een lust?
- Wat zijn de gevolgen van het verschuiven van de economische macht van het Westen (VS, Europa) naar het Oosten (China, India)?,
- Blijven allesverwoestende oorlogen regionaal beperkt of zullen die nogmaals overslaan?
- Zullen vluchtelingenstromen opdrogen of verder uitbreiden?
- Komt er een conflict tussen generaties?
- …
De gemiddelde levensverwachting van een 65-jarige is hoog. Nederlandse cijfers uit 2018 schatten deze op 21,05 jaar . Door de coronapandemie (kon ook in het lijstje hierboven opgenomen worden) daalde die eventjes in 2020 en 2021.
Wel moet je er bij stilstaan dat het hier over een gemiddelde gaat. Een Gauss-curve dus. Waarbij er een concentratie rond die leeftijd ligt, maar er helaas ook een aantal hun pensioen slechts kort overleven. En er aan de andere kant ook een aantal die gemiddelde leeftijd een flink stuk zullen overstijgen. Wie welk strootje trekt, weten we niet. Het mag daarom als voorzichtigheidsregel gelden dat we rekening houden met minstens de gemiddelde levensverwachting bij het opmaken van een financieel plan om onze pensioenperiode door te komen.
Over een dergelijke lange periode kan je moeilijk algemeen geldende uitspraken doen. Reken even terug tot bijv. 2002. We hadden toen net de dot-com bubble doorgeslikt én waren aan het bekomen van de aanslagen van Al Qaida in het hart van de VS. Wie had toen gedacht dat de rente zo hard zou dalen en zelf een tijdlang negatief zijn? Had iemand de financiële crisis van 2007-2009 zien aankomen? Wie dacht aan een epidemie?
Wat is voorzichtig nu in deze tijden?
Hiernaast zie je de evolutie van de (variabele) hypotheekrente in Nederland over de voorbije 25 jaar. Even leek het er op dat de rentes voor eeuwig naar beneden zouden duiken. Dit proces is zowat 2 jaar geleden gestopt. Inmiddels zijn er al een paar eerder bescheiden verhogingen geweest.
De rente op het spaargeld volgt zowat dezelfde curve (maar daar is de vergoeding voor de klant wat lager, want een bank kapitaliseert op haar rentemarge).
Deze verhogingen zijn alvast niet genoeg om gelijke tred te houden met de inflatie (tabel hieronder). Deze lijkt bijna nooit haar streefdoel (2 %) te halen. De voorbije 2 jaar schoot ze als een komeet de hoogte in. Inflatie is een raar beestje. Er wordt wel eens een vergelijking gemaakt met tandpasta.
Krijgen we de inflatie vlug terug onder controle én zullen de rentevergoedingen op ons spaargeld nog verder (genoeg) stijgen? We weten het niet.
Gokken op een ja lijkt een beetje dwazer dan gokken op een nee. De voorbije 20 jaar was de inflatie alvast doorlopend hoger dan de spaarrente. We hebben geen reden om aan te nemen dat dit vlug én permanent zal wijzigen.
Voorzichtigheid betekent verliezen.
De vastrentende keuzes (spaarrekeningen, termijnrekeningen, kasbons, obligaties, ….) waren met uitzondering van de Leterme-bon (uitgegeven aan een rente van 4 % tijdens de financiële crisis) gedurende de voorbije 20 jaar in feite doorlopend verlieslatend geweest. Tenminste zo je de geldontwaarding veroorzaakt door de inflatie meerekent.
Een voorzichtige belegger, die alleen in die producten belegde, verloor dus permanent koopkracht. Niet in grote schokken, maar zoals het spreekwoord zegt: “vele kleintjes maken 1 groot”.
Het verlies stelpen.
Ook gepensioneerden aan wie men vaak aanraadt om géén financieel risico meer te nemen zijn de dupe. Dit is ook hun drukkingsgroepen niet ontgaan. Het wettelijk pensioen is wel verhoogt, maar toch niet in die mate dat het welvaartsvast is. Zo verloor wie de voorbije 5 jaar (cijfers 18/08/2022) geld op zijn spaarrekening aanhield 8,7 % koopkracht.
Het advies om géén financieel risico te nemen, houdt dus in feite zelf een financieel risico in. Alleen zij die superveel middelen aan de kant hebben bij pensionering kunnen zich dit permitteren. Wie net genoeg of een klein overschotje heeft, luistert beter niet naar zijn bange hart, maar dient zichzelf te overstijgen. Kiezen voor beleggen met het gedeelte dat je niet als reserve voor onvoorziene omstandigheden bijhoudt, hoort daarbij. Uiteraard hebben we het niet over speculeren (niet voldoende spreiding/inspelen op de waan van de dag/ …).
Ben je dan zeker dat je beter af bent? Neen. We hebben geen glazen bol. Maar de geschiedenis leert ons dat de kans erg groot is dat je over een langere periode een hoger rendement bereikt dan met het zogenaamd ‘veilige sparen’. Voorwaarde is wel dat je niet panikeert en in periodes dat het minder gaat je belegging niet in paniek van de hand doet. Want dan verkoop je immers zelf aan bodemprijzen.
Een lang leven is maar interessant als het zinvol blijft.
Wie van zijn oude dag geniet in de vrede en de rust van een Westerse samenleving, heeft alvast ook een historisch besef. Hij/zij weet
- dat zijn ouders met oorlog geconfronteerd waren.
- van het bestaan van koloniale systemen af
- heeft de emancipatiegolf meegemaakt
- zag racisme opkomen
- beseft dat er een klimaatprobleem is
- …
Uiteraard kan men zich uitgerangeerd voelen en zich op het standpunt stellen dat men nu zijn verstand op 0 mag zetten en alleen nog maar aan genieten moet denken. Maar is het niet beter om zich nog steeds een onderdeel van de maatschappij te voelen en zich daar naar te gedragen.
Veel kans dat men de film Cabaret in de bioscoop of op TV zag in hun jeugdjaren. 1 van de kernboodschappen uit die musical was ‘Money makes the World go ‘round‘. De vaststelling dat geld de smeerolie van de wereld is. Met de achtergrond van een geleefd leven is het dan als het ware een natuurlijke overweging om dit geld een goede aanwending te geven. Niet tot uitsluitend particulier gewin, maar tot ‘ ‘t Nut van t ‘Algemeen‘. De stap om uit te kijken naar een aanwending die aansluit bij je waarden, naar ethisch beleggen kortom, is dan vlug gezet.
Doorsta eerst de Marsmallow-test voor volwassenen.
Hogerop in deze tekst hadden we het reeds over de befaamde Marsmallow-test voor kinderen. Het is een interessant denkexperiment om te zien of daar geen equivalent voor volwassenen kan voor bedacht worden? In dit artikel vonden we hier een antwoord op.
Kort gezegd stelt het dat vooruitziend zijn mbt. uw pensioenleeftijd een sterke kandidaat is. Wie tijdig en consequent een gedeelte (in hun artikel 10 %) van zijn inkomen aan te kant zet en dus niet ogenblikkelijk consumeert, ontzegt zich misschien tijdelijk plezier of status. Maar zal hierdoor later een veelvoud aan middelen hebben net op het moment dat er een grote inkomstenterugval is door pensionering.
Akkoord consumptie van dit uitgesteld inkomen ligt veel verder in de toekomst dan de tijd die kinderen in verleiding tot snoepen dienden te overbruggen. Maar de noodzaak op een aanvullend inkomen is voor de genieters van lage – of bescheiden pensioenuitkeringen veel urgenter dan deze van kinderen bij wie het water uit de mond drupt.