Ooit was ‘het gele gevaar‘ een verraderlijke cocktail op de jaarlijkse Volkskampen van Volkshogescholen Elcker-Ik en Oxfam Wereldwinkels. Met die naam werd een steekje gegeven naar bewegingen/partijen als AMADA (nu PVDA). De vrees was dat deze er op aasden de pluralistische onafhankelijkheid van de instellingen te willen kapen. Het begrip zelf dateerde uit het begin van de 20e eeuw. Toen men in het Westen bang begon te worden van het “ontwaken van het Chinese – en Japanse volk”. Een kracht die wel eens bedreigend kon zijn voor ons leven en onze opvattingen hier.
Opening naar het Westen.
Na de regeerperiode van Mao werd in China onder meer door de nieuwe leider Deng Xiaoping een liberalisering ingezet in de Chinese economie. Deng was minder dogmatisch dan Mao. Pragmatisme boven ideologie. Perfect samengevat in zijn uitspraak “Het maakt niet uit welke kleur de kat heeft, zolang ze maar muizen vangt“.
Die liberalisering heeft ertoe geleid dat China uit zijn isolement geraakte en zijn economie meer en meer geïntegreerd raakte in de wereldhandel.
Het gele gevaar leek voortaan alleen nog te zien in de hoedanigheid van cartoonfiguren bij The Simpsons. Waar Homer (de onverantwoordelijke vader), Bart (de kwajongen), Montgomery Burns (de slechte kapitalist), Fat Tony (de plaatselijke maffiabaas), Sideshow Bob (de aspirant-moordenaar van Bart), … vaak de protagonisten zijn om een verhaal aan het rollen te brengen.
Alles komt terug.
Maar sinds enige tijd wordt de term ‘het gele gevaar’ weer herijkt naar zijn originele betekenis. China groeit geleidelijk uit tot een wereldmacht, die de VS naar de kroon steekt. De VS ziet dit met lede ogen aan en probeert stokken in de wielen te steken.
Omgekeerd roept de machtsconcentratie onder de nieuwe leider XI JinPing en de hernieuwde nationale koers die hij uitrolt ook vragen op. Is er nog plaats voor democratie en individuele vrijheid? Wat met Tibet en haar bevolking? Wat met de Oeigoeren in de autonome regio Xinjiang?, Staat een annexatie van Taiwan voor de deur?, …
Ook is er de nodige economisch onrust: de vastgoedcrisis blijft als een zwaard van Damocles boven het land hangen en de overheid komt meer en meer tussen in de ‘vrije markt’ . Die overheidsbemoeienis leidde in 2021 al tot een afstraffing van beurskoersen. De nieuwe lijn lijkt te zijn ‘inzetten op meer gedeelde welvaart’ . Deze beleidslijn werd in het 20e partijcongres deze maand ook verder benadrukt. Zo bleef grotendeels onder de radar dat Liu He, tot voor kort de economische adviseur van Xi Jinping, gewipt werd uit de entourage van Xi. Met het verdwijnen van Liu He, die in het westen en bij beleggers een goede naam had, lijkt het er op dat privaat ondernemerschap nog meer aan het handje van de partij zal moeten lopen.
Gevolgen voor beleggers in Emerging Markets.
Al direct na het partijcongres kwam er een bijkomende verkoopsgolf in Chinese aandelen op gang. De geloofwaardigheid van China als betrouwbaar investeringsland was immers verder afgekalfd. Nu Xi Jinping in zijn macht bevestigd werd, is de vraag of we qua rendement nog iets kunnen verwachten uit die hoek? Xi ligt niet wakker van buitenlandse beleggers. Dit is zijn goed recht. Maar moeten buitenlandse beleggers niet wakker liggen van Xi?
Wat Ethisch Beleggen betreft hebben wij tot heden de stelling aangehangen dat Emerging Markets voor een klein percentage mag vertegenwoordigd zijn in de portefeuille van een lange termijnbelegger met een dynamisch profiel. In onze modelportefeuilles voor 2022 hadden we dit percentage in vergelijking met de voorbije jaren ietwat gereduceerd. In de EM-fondsen die wij opvolgen blijft China prominent vertegenwoordigd.
China weegt zwaar door in enkele EM-fondsen die we volgen
Een overzicht van de percentages die China en andere landen innemen in deze fondsen vindt u hier (opgelijst per 27/10/2022 – merk op: het Candriam-fonds is hier ten onrechte in vermeld). China neemt in deze fondsen een gewicht in van 24,22 % (Fidelity Sustain. Asia Eq. Fd) tot 39,67 % (Vontobel mtx Sus. Em. M. Leaders).
In de praktijk steekt er slechts 1EM-fonds in 1 van de 24 modelportefeuilles. Dit is in de dynamische belegging van +€ 60.000. Het gaat hier over het fonds Nordea 1 Emerging Stars Equity. Met een aanwezigheid van 33,52 % in China heeft dit fonds een grote blootstelling.
En dat blijkt ook uit de koersontwikkeling sinds begin dit jaar. Het tekende van alle EM-fonden die wij volgen het grootste verlies op jaarbasis op (eind september). Eind oktober snoepte het Vontobel-fonds (met nog grotere blootstelling aan China) nipt de rode lantaren van het Nordea-fonds af. Het Nordeafonds werd geselecteerd omdat het in onze objectiveringsscore van alle EM-fondsen het hoogste aantal punten behaalde.
Voortaan afwijken van onze eigen objectiveringsscore?
Benieuwd of het verlies in dit fonds nu nog verder oploopt in de komende maanden. Mogelijk zal men er de komende weken de blootstelling aan China wat afbouwen. Zo niet, dan kunnen we overwegen om voor dit segment een beetje af te wijken van onze objectiveringscriteria. Daar wordt nog geen gewicht gegeven aan het landenrisico. Terwijl dit -hoe onvoorspelbaar ook- er toch is.
Het EM-fonds dat het 2e best scoort in onze objectiveringsscore is trouwens het Fidelityfonds, waar de exposure aan China het laagst is. Ook bij dit fonds is de koersontwikkeling dit jaar negatief, maar toch (cijfers eind september en eind oktober) is het rendement daar +/- 8 % beter dan het Nordea-fonds.