Op 14/10 mag de burger nog eens zijn stem uitbrengen voor de plaatselijke besturen.
We deden een kleine steekproef (5 geselecteerde gemeentes) rond de vraag of politieke partijen ook een standpunt formuleren rond het beleggingsbeleid binnen hun stad/gemeente. Is er aandacht voor duurzaam beleggen? Voor Antwerpen, Kortrijk en plattelandsgemeente Wielsbeke was thema onvoldoende aanwezig, zo niet totaal afwezig.
Voor wat Gent betreft baseren we ons op de peiling die het Gents MilieuFront (GMF) een tijdje terug uitvoerde. In een bevraging rond 20 concrete stellingen -wij zoemen in op stelling 18- werden de meest relevante politieke partijen uitgenodigd om hun mening te geven.
Het Vlaams Belang werd er als niet-democratisch weggezet én niet bevraagd. Enig zoekwerk rond hun standpunt ter zake leverde mij echter geen relevante informatie op.
Stelling 18 uit de enquête van GMF luidt “ Elk pensioenfonds of belegging van Stad Gent dat niet-duurzame energieproductie financiert, wordt herbestemd.“
De mosterd voor deze stelling werd duidelijk gehaald bij Divest Gent.
Er lijkt echter een kloof te gapen tussen de formulering van de stelling én de standpunten van de achterliggende beweging. De alliantie van meer dan 80 organisaties uit het middenveld wil een terugtrekking uit zowel fossiele energie als uit andere onethische investeringen en wil hiertoe strikte uitsluitingscriteria laten hanteren.
De stelling focust vooreerst alleen op investeringen in brandstof. Ze geeft verder ook niet de richting aan waarin er volgens haar zou moeten geïnvesteerd worden.
Je kan dus uit de antwoorden niet zo maar besluiten dat wie akkoord gaat met de stelling automatisch ook duurzaam zal investeren als ander thema’s dan energieproductie betrokken zijn. En binnen een stad/gemeente zijn er natuurlijk tal van andere geldstromen.
De formulering laat dus ruimte voor politique politicienne: “vage antwoorden, die tot weinig afdwingbaar engagement leidden.” Antwoorden, die alleen bij eerste lezing goed klinken, maar meer vragen oproepen als je er dieper op in gaat.
De antwoorden in kwestie vindt u hieronder. We hebben ze telkens voorzien van onze commentaar. Het is niet onze ambitie om stemadvies te geven. Een stem uitbrengen voor de bestuurders van je gemeente/stad doe je door een afweging te maken rond diverse lokale thema’s. Al dan niet aandacht voor duurzaam beleggen kan er 1 van zijn.
N-VA: ja en nee
We zijn voorstander van een ethisch verantwoord beleggingskader voor stedelijke beleggingen.
Commentaar: het is niet duidelijk wat N-VA met “ja en neen” bedoeld. Het lijkt een “tjeven“-antwoord. Met de korte commentaar strijkt ze alvast niemand door de haren en suggereert ze duurzaam beleggen genegen te zijn. Alleen is niet duidelijk hoe afdwingbaar dit voor N-VA moet zijn.
CD&V: ja
We maken een punt van ethisch en duurzaam beleggen. Nog te veel geld van de stad zit in ‘traditionele’ fondsen en beleggingen, waarin rendement primeert op ethiek en duurzaamheid.
Commentaar: iets minder vrijblijvend (een punt, maar geen breekpunt) dan wat N-VA stelt. Ondanks het feit dat de vraagstelling limitatief was, wordt hier -net als bij N-VA trouwens- in het antwoord ruimer gegaan dan in de vraag.
Open VLD: ja
We zijn voor het principe om geleidelijk aan te desinvesteren in fossiele brandstoffen om de bedrijven de kans te laten hun beleid aan te passen en duurzamer te worden. Door de best-in-class screening die momenteel de vermogensbeheerder toepast op hun fondsen zijn al vele bedrijven uitgesloten en zijn het enkel de beste in hun sector die overblijven of deze met een meest duurzame en verantwoorde screening. Om meteen een koolstafarme portefeuille te maken zou de koolstofvoetafdruk meer kunnen worden verlaagd maar deze benadering heeft echter 2 nadelen: enerzijds is ze ecologisch gezien niet optimaal omdat producenten van hernieuwbare energie en bedrijven die inspanningen leveren om hun koolstofvoetafdruk te verbeteren, de facto worden uitgesloten. Anderzijds impliceert ze een aanzienlijke tracking error en dus aanzienlijke financiële risico’s voor de portefeuilles.
Commentaar: hier lijkt de partij echt in te gaan op de vraagstelling. Bij N-VA en CD&V kan je vermoeden dat men via knippen & plakken gewoon een lijn uit een algemeen partijprogramma haalde en dit in de enquête ingevoegd heeft. Als partij die ‘vrijheid’ hoog in haar vaandel voert is Open VLD terughoudend om te vlug én te restrictief te werk te gaan. Ze vreest er verder voor dat desinvesteren aanleiding kan geven tot afwijkende rendementen (in negatieve zin). Je kan besluiten dat ze geen versnelling in het proces wenst. Haar antwoord is derhalve ook een beetje “ja en nee”.
PVDA: ja
Publilec/Publipart maakte nogmaals duidelijk hoe dringend de kwestie is. Investeren in de meest vervuilende energieproductie of in oorlogsmiddelen met openbare gelden kan niet. Daartoe dienen we de controle te organiseren op elke belegging of aanbesteding, in intercommunales of daarbuiten: volledige transparantie, rechtstreeks verkozen burgers naast politici in bestuursorganen daarvan. De investeringen van de stad moeten ingezet worden voor vernieuwende projecten, zoals nieuwe groene technologie of de productie van hernieuwbare energie.
Commentaar: een sneer naar huidige meerderheid mocht hier niet ontbreken. Rechtstreeks verkozen burgers met controlerecht, die politici in toom moeten houden zeggen iets over het wantrouwen dat gecultiveerd wordt. Vreemd dat hier alleen ‘ de meest vervuilende’ productie geviseerd wordt. Moeten we daaruit opmaken dat ‘gewoon vervuilen’ wel nog kan (arbeid & tewerkstelling primeert op milieu)? Prioritair investeren in vernieuwende projecten gaat voorbij aan het feit dat ‘vernieuwend’ niet altijd synoniem is met ‘rendabel’. Een pensioenfonds wordt hier derhalve gestimuleerd om meer risico te nemen. Wat als dit risico tegenvalt (vb. sommige investeringen de mist ingaan)? Verdedigt men dan de negatieve(re) rendementen bij de rechthebbenden (arbeiders & bedienden)?
sp.a -Groen: ja
We willen de huidige reeds verregaande duurzaamheidsregels voor het pensioenfonds en andere beleggingen uit de Groep Gent nog verder aanscherpen door over te stappen naar fondsen die ondernemingen uitsluiten die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van fossiele brandstoffen.
Commentaar: hier eerst een pluim op eigen hoed (… reeds verregaande … ) gevolgd door een pleidooi om stelselmatig de beleggingsregels verder in de richting van duurzaamheid te duwen. Het standpunt is zo geformuleerd dat het ’traag evolueren” niet uitsluit. In tegenstelling tot het standpunt van Open VLD kiest men wel voor strikt hanteren van uitsluitingscriteria.