Klasseren op een consequente manier, zorgt er voor dat de juiste informatie gemakkelijk bereikbaar is. Het is een ondergewaardeerde kunst. Belangrijk bij klasseren is een goede analyse van het toekomstige gebruik én van de doelstelling van een klassement. Wie een concrete vraag formuleert, moet het antwoord eenvoudig uit het klassement kunnen halen.
De EU taxonomy on sustainable finance is zo’n klassement. Wat is de bedoeling ervan?
Wil je duurzaam investeren?
Dit orde scheppen heeft de EU ook willen voorzien in de wereld van “duurzaam beleggen”. Om er voor te zorgen dat een argeloze, maar ter goeder trouw handelende belegger niet in het ootje genomen wordt door gladde marketing. Want ook bij beleggen wordt de realiteit van een product soms verdoezeld door inventieve verpakking of ditto naamgeving (greenwash). Een bekochte klant wendt zich af van het type product. Terwijl de EU juist duurzaam beleggen als 1 van de hefbomen ziet om onze samenleving in de richting van klimaatneutraal functioneren te oriënteren. En dit tevens de realisatie van de SDG’s vooruit helpt.
Dan moet je eerst bepalen wat wél en wat niet duurzaam is?
Daarom werkte men in de cenakels van de EU al een tijdje aan het opstellen van een EU taxonomy on sustainable finance. Het technisch rapport verscheen in juni 2019. Daarna waren er 3 maand om opmerkingen over dit rapport te inventariseren. In dergelijk terugkoppelingsmoment wordt er op diverse manier druk uitgeoefend om het laken aan zijn kant te trekken. Uiteindelijk duurde het toch iets langer vooraleer er witte rook kwam.
Per 5 december was het zo ver. Na weken van gesprekken tussen leden van het Europees Parlement en EU-diplomaten is er nu een klassementssysteem opgemaakt. En werd duidelijk welke producten als “groen” op de markt kunnen gebracht worden.
Het is nu wachten op de formele goedkeuring door de leden van het Europees Parlement en de EU-regeringen. Er wordt verwacht dat dit nog voor het einde van het jaar zal gebeuren. Daarna is de geleidelijke uitrol ervan mogelijk.
Met de goedkeuring van de EU taxonomy, midden in de klimaatbesprekingen in Madrid, bevestigt Europa zijn ambitie om klimaatneutraal te worden tegen 2050. Om dit te bereiken moeten grote kapitalen verschuiven naar groene projecten en CO2-arme infrastructuur.
Verschillende betrokkenen bij de totstandkoming van de EU taxonomy zien het klassement als een nieuw soort metriek stelsel of een nieuw soort grammatica voor de financiële markten. Een maatstaf om eens en voor altijd te beslissen wat groen/duurzaam is en wat niet.
Nu er voortaan met dezelfde taal gesproken kan worden op de financiële markten van Europa verwacht men dat het makkelijker wordt om meer kapitaal toe te wijzen aan activiteiten ter ondersteuning van de klimaatakkoorden van Parijs.
Een raamwerk met 3 categorieën.
Om een activiteit als duurzaam te kunnen omschrijven moet hij minstens in 1 van de volgende vakjes passen:
- SUSTAINABLE: het hoogste label ‘groen’ bevat de onbetwistbaar duurzame activiteiten. Je kan ze omschrijven als “leveren een positieve bijdrage aan klimaatbescherming zonder het milieu in andere gebieden te schade (do-not harm).
- ENABLING: Dit zijn “activerende” activiteiten. Zo is het duidelijk dat staal- en cementproductie erg milieubelastend is. Maar staal of cement dat gebruikt wordt voor aanmaak van windparken, helpen natuurlijk de uitstoot te verminderen.
- Bedrijven die hun omzet in activerende projecten halen, zullen nog in een duurzame investering kunnen steken.
- Hun soortgenoten, die deze aanspraak niet kunnen waarmaken, niet.
- TRANSITION: In afwachting van een koolstofvrije economie zijn we nog even aangewezen op “overgangstechnologieën”. Zo hebben we vandaag nog energiebronnen als gas of kernenergie nodig. Hierrond (en zelfs rond steenkool) was er lobbywerk ontstaan. Met vertraging tot gevolg. Steenkoolinvesteringen zijn uitgesloten van elke definiëring van duurzaamheid. Koolstofarme bronnen als gas en kernenergie worden –op vraag van Duitsland en Frankrijk– wel nog weerhouden. Maar voor hen moet een nog nader uit te werken waardering komen. Deze zal gestoeld zijn op het “do not harm” -principe.
De EU taxonomy zal er toe leiden dat bedrijven hun activiteiten niet meer op basis van hun eigen benoemingsmethode zullen kunnen omschrijven. Eens de nieuwe regels van kracht zijn moeten ze de strikte regels van de EU gebruiken. Bedrijfsactiviteiten worden dan duidelijk benoemd als niet-duurzaam, duldbaar (overgangstechnologieën en activerende activiteiten) of duurzaam.
Belang voor de financiële sector en beleggers
Wie in die activiteit wenst te investeren (kredietverlening, aandelenaankoop, beleggingsfondsen, pensioenfondsen,…) weet straks dus veel duidelijker waar hij aan toe is. En zo wordt een toetsingskader geschapen voor de financiële markten en haar beleggers. Leveren de investeringen, die ik wens te doen een bijdrage aan mens en planeet?
Elk financieel product zal transparant moeten zijn. Aan welke mate van duurzaamheid beantwoord het?
Niet-groene producten krijgen wellicht de mogelijkheid om gebruik te maken van een opt-out. Zij zullen niet moeten aantonen hoe weinig duurzaam ze zijn. Door middel van een opgelegde disclaimer zal echter duidelijk worden dat je bij hen in een bruine financiering stapt. Aangenomen wordt dat -zo er alternatieven op de markt zijn- niet iedereen hiervoor staat te springen.
Volgende halte: stoppen met schadelijke investeringen.
Nu er duidelijkheid is over wat duurzame investeringen zijn, moeten de rollen nog omgekeerd worden. Afspreken welke schadelijke investeringen zo vlug als mogelijk gemeden worden. Hiervoor was minder animo te vinden binnen Europa. Maar uiteindelijk werd beslist dat de Europese Commissie hierrond in 2021 met voorstellen komt.
Nudging is immers 1 deel van de medaille. Maar er dient ook een moment te komen dat repressiever financieel optreden start. Anders gaan bepaalde schadelijke praktijken nooit tijdig uitgefaseerd geraken.
En vergeet ook het sociale niet.
Verder zal m.i. ook in het oog moeten gehouden worden in welke mate er door de (terechte) grote aandacht voor klimaatwijziging nog voldoende aandacht is voor de sociale kant bij duurzaam investeren.
In de groep die de regels opstelden, was er onder meer een vertegenwoordiging van PRI en werd er bepaald dat ook de Labour standards van de Internationale Arbeidsorganisatie als richtlijn overeind moeten blijven.
Maar in alles wat er tot heden naar buiten komt rond die taxonomy overheerst toch erg duidelijk de E boven de S van ESG. Een sociale taxonomy is wellicht even wenselijk.