2015 was niet alleen het jaar dat de klimaatconferentie van Parijs tot stand kwam. Binnen de VN werden in september van dat jaar ook 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) afgebakend.
Deze kwamen in de plaats van de Milleniumdoelstellingen, die in 2000 afgesproken waren en in 2015 gerealiseerd hadden moeten zijn.
De 17 doelen, die gekoppeld zijn aan 169 subdoelen, worden beschouwd als het pad om armoede uit de wereld te helpen en de aarde te behoeden van korte-termijn denken. De 3 dimensies van duurzame ontwikkeling: het economische, het sociale en het ecologische komen er alle in aan bod. Qua timing is 2030 nu het richtjaar waarop realisatie een feit zou moeten zijn.
De profileringsmogelijkheden van SDGs zijn wel opgemerkt …
Kort na publicatie werden die SDGs volop geadopteerd door overheden (193 landen, maar ook regio’s zoals Vlaanderen) en niet-gouvernementele organisaties.
Maar niet veel later zagen we ze eveneens bij veel financiële instellingen opduiken. Menige bank, verzekeraar of vermogensbeheerderbesteedde er in zijn marketing aandacht aan. Sommigen brachten ook specifieke producten op de markt. Vooral financiële instellingen die reeds de kaart van duurzaam beleggen trokken (zij die bijv. de PRI onderschreven hadden) hebben hier oog voor. Wie via zijn belegging wezenlijke invloed wil hebben op de verbetering van de leefsituatie van mensen en de overlevingskans van de planeet, vond hier een kader om zijn product of zijn investeringsbeslissingen tegen af te wegen. Impact beleggen (als meer consequentere vorm van duurzaam beleggen) begon aan een groeispurt.
… maar kunnen niet ingezet worden om je beleggingskeuzes te oriënteren.
We vroegen ons af ” In welke mate kunnen de SDGs een hulpmiddel zijn voor wie zijn maatschappelijke prioriteiten vertaald wil zien in zijn beleggingsgedrag?”.
We gebruikten voor deze steekproef alle duurzame beleggingsfondsen die wij zelf in ons aanbod hebben. Een kleine 50 stuks. Het resultaat viel behoorlijk tegen. Bij slechts 11 % van de fondsen vonden we op hun site of op het bredere internet min of meer relevante gegevens die op eenvoudige wijze toelaat je investeringen aan specifieke duurzame ontwikkelingsdoelen te koppelen.
Daarmee is niet gezegd dat de andere 89 % fondsbeheerders geen rekening houden met die ontwikkelingsdoelen bij de oriëntatie van hun portefeuille.
Wel dat dit alvast zonder transparantie naar de buitenwereld gebeurd. De (particuliere) eindklant vindt hierover geen degelijke informatie. Zelf op de plaatsen waar we wel informatie vonden, blijft het meestal gissen hoeveel gewicht een fonds aan welk ontwikkelingsdoel geeft. Dat was zelfs zo bij een fonds dat in zijn naamgeving expliciet (en in promoteksten) verwijst naar de SDG’s (RobecoSam Global SDG Equities B €). Na opzoekwerk konden we niet achterhalen op welke SDG’s er juist gefocust wordt.
Conclusie? Wie dus de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen als uitgangspunt wil nemen om zijn keuzes te maken uit het aanbod van duurzame beleggingsfondsen zal van een kale reis terugkeren.
Verzachtende omstandigheden.
Nu is dit gebrek aan transparantie gedeeltelijk te begrijpen. Volgende elementen spelen hierin o.a. mee:
- Beleggingsfondsen worden vaak actief beheerd. De samenstelling van de portefeuille kan in de loop van het jaar diverse malen (lichtjes) gewijzigd worden. De kans dat bij al te grote transparantie de beschikbare informatie gedateerd zal zijn én een potentiële belegger dus op het verkeerde been zou gezet zijn is zeer reëel.
- Sommige doelstellingen zijn moeilijk met hulp van een beleggingsfonds te realiseren. Doel 2: ZERO HUNGER is hier een voorbeeld van. Bij bestrijding van honger is er geen financiële winst te halen voor een doorsnee investeerder. De overheden, de internationale gemeenschap, NGO’s, …. zijn hier beter geplaatst om resultaatsgericht te werken. Hooguit kan een beleggingsfonds dat in microkredieten investeert dit doel als 1 van de kenmerken van zijn product aanprijzen.
- Impact heb je het meest door doelgericht te focussen. Een beleggingsfonds is sowieso een financieel spreidingsmiddel (de risico’s voor de belegger verminderen door te spreiden, maar de impact voor betrokkenen verwatert als de middelen ook met andere insteken moeten gedeeld worden). In die zin kan je met rechtstreeks in bedrijven, coöperaties, NGO’s, … te investeren vaak een veel directere vorm van impact verwerven.
- Bij gemengde fondsen en bij niet-specifieke aandelenfondsen is de spreiding vaak vastgelegd in reglementen, die bepalen dat er in een bepaalde regio (Europa, VS, Emerging Markets, wereldwijd, …) én in bepaalde categorie bedrijven (Large, Mid of Small Cap) moet belegd worden. Daar nog een extra spreiding naar diverse – of een focus op een paar- ontwikkelingsdoelen opleggen, bemoeilijkt een zinvolle selectie. Bij fondsen die een specifieke insteek hebben (vb. ecologie), kan er gemakkelijker een link met 1 of meerdere van de SDG’s gelegd worden.
Komt er terug meer belangstelling voor de S(social) van ESG dankzij de SDGs?
Wie uitpakt met zijn SDG-score -zonder dat dit goed verifieerbaar is- zou dit kunnen doen uit misplaatste profileringsdrang. Pictet waarschuwt voor de gevaren van greenwash met SDG. Vaak primeert het halen van een zo groot mogelijke verkoop bij de uitgever van een fonds. En om dat te bereiken kan de marketingafdeling al vlug ostentatief met de SDG-logo’s gaat zwaaien.
Kepler Cheuvreux heeft in een uitgebreide bijdrage uit april 2018 de impact van SDGs onder de loupe genomen. Hun indruk is dat investeerders door de invoering van de SDGs niet langer uitsluitend gefocust zijn op SDG 13 (klimaatactie – thema waar veel beleggingsmogelijkheden rond bestaan), maar dat met uitzondering van SDG 16 & 17 de andere doelen nu (terug) meer aandacht beginnen krijgen. Meer specifiek zien zij deze tendens al duidelijk rond SDG 5 (gendergelijkheid).
Onze eigen -bescheiden- steekproef bevestigt deze bevinding niet echt. SDG7 haalde bij de fondsen die wij verdelen & waar we SDG-gegevens konden localiseren het meest vermeldingen. Daarna kwam SDG6 en SDG11, op de voet gevolgd door SDG 9. SDG12, 13, 14 en 15 kregen nog minder vermeldingen. Als voorlaatste in de rij verschenen SDG3, 8 en 10. Tot slot met slechts 1 vermelding de resterende SDG’s (1, 2, 4, 5, 16 & 17).
Dit zijn de fondsen waar we mits enig zoekwerk een rudimentair gewicht aan 1 of meerdere van de SDG konden toekennen:
- Arch Strategy Funds For Good
- Robeco QI Global Conservative Equities
- Pictet Global Megatrend Selection
- Pictet SmartCity
- Nordea 1 – Global Climate & Environment Fund
Duidelijker communicatie wenselijk.
De betere verslaggeving – maar daarom nog niet gemakkelijk te vinden- toont hoe de betrokkenheid met de duurzame ontwikkelingsdoelen wel op een transparante wijze naar het cliënteel of naar de potentiële belegger zou kunnen gecommuniceerd worden.
- NN (L) Patrimonial Balanced European Sustainable via zusterfonds NN Balanced European Sustainable (zie pagina 4)
- Magellan (zie p 10)
Vooruitzichten?
We verwachten dat de aandacht voor SDGs bij financiële instellingen nog zal toenemen.
Enerzijds zijn het vaak logge structuren, die hun tijd nodig hebben vooraleer iets volledig doorsijpeld én verwerkt geraakt.
Anderzijds wil de Europese Commissie dat Europa het voortouw neemt op vlak van de realisatie van de duurzame ontwikkeling. Zo publiceerde ze op 30 januari van dit jaar haar reflection paper. Deze herneemt voor de financiële instellingen de intenties neergeschreven in haar financieel actieplan voor Europa van 08/03/2018.