geef uw geld meer waarde

BELEGGEN? JA, maar niet ten koste van DE PLANEET EN DE SAMENLEVING! VIa DEZE one-stop-shop kan je in meer dan 100 ethische beleggingsverzekeringen investeren. Beschikbaar vanaf € 104 (periodiek beleggen) of € 2.600 (eenmalig BELEGGEN).
Wat past het best bij jouw principes en risiCoprofiel? we zoeken het samen uit: ☎ 0495/22 49 77 – ⌨ info@ethischbeleggen.com

Duurzaamheidsvoorkeuren bevragen? Oei!


De zomer van 2022 was uitzonderlijk droog. Iedereen snakte naar een fris windje en veel water. Hoewel iedereen? Neen, financiële adviseurs (bankiers, verzekeringsmakelaars,…)  werden per 2 augustus terug overspoelt met een tsunami van bijkomende compliance-regels. Het lijkt er op opnieuw op dat de financiële adviseur samen met de het belang van de consument verdronken werd. Om uiteindelijk te samen met het badwater in het putje te verdwijnen.

Oude MiFID- en IDD-regels veroorzaakten al problemen.

duurzaamheidsvoorkeuren
MiFIDII van kracht vooraleer Taxonomie geregeld is en CSRD van kracht is. (Illustratie : VVPonline.nl)

“Opnieuw” schrijf ik, omdat de vroegere MiFID en IDD-regels al een precontractuele overload veroorzaakten. Waarbij je je kon afvragen of ze uiteindelijk hun eigen bedoeling niet voorbijschoten. De regels hadden als doel de consument te beschermen. Zodat hij niet in een bepaalde richting gemanipuleerd zou worden door zijn financieel adviseur. En ook dat hij toch een beetje tegen zijn eigen impulsiviteit beschermd werd.

Om die reden dient al meer dan 10 jaar een beleggingsprofiel aangemaakt te worden voor een klant. Hij dient daarvoor bevraagd te worden over zijn financiële kennis, zijn beleggingservaring, zijn risicobereidheid, zijn beleggingstermijn. Op zich allemaal redelijk logisch.

Het gaat echter mis bij de resultaten die uit deze profielbepalers rollen. Omdat er een erg groot gewicht gegeven wordt aan financiële kennis en beleggingservaring, wordt de overgrote meerderheid van de klanten automatisch van de stempel “conservatief” voorzien. Aan hen kunnen financiële adviseurs weinig meer aanbieden dat niet-rendabele producten op straffe van compliance-problemen bij controle door hun overheid (NBB/FSMA). Of aansprakelijkheidsclaims als een klant bij niet bereiken van verwacht rendement hun alsnog van manipulatie zou beschuldigen.

De profielbepalers beletten in feite de toekomstige belangen van de klant te dienen omdat ze zich op diens verleden baseren. Het is alsof een jeugdige fietser wegens gebrek aan kennis van autotechniek en geen ervaring met autorijden door de autoverkoper het recht ontzegd zou worden om die auto te kopen die hij nodig heeft voor zijn gezin of de verplaatsing naar zijn werk.

We twijfelen niet aan de goede bedoelingen van de wetgever, maar het voelt toch een beetje zoals door het spreekwoord geformuleerd: “De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”.

Met de nieuwe regels over inventarisatie van de duurzaamheidsvoorkeuren van de klant wordt het niet beter.

De naleving van de vroegere MiFID– en IDD-regels gebeurt standaard op een erg formalistische wijze. Er moet immers een geschreven document zijn waaruit blijkt dat de klant voldoende bevraagd is. Hoe je daar ook als adviseur mee omgaat: vlug, vlug alles in een drafje overlopen of rustig de klant bevragen, … voor veel klanten voelt het na al die jaren nog steeds onnatuurlijk en vervelend aan. En het bevordert niet de uitstraling  van – of het vertrouwen in de adviseur.

Een Tesla van € 100.00 kan je op 2 minuten via internet bestellen. Voor een belegging van pakweg € 5.000 moet je je samen met een derde door een papierslag waden. Die papierslag wordt nu alleen nog groter.

1. De overheid mag doen wat een financieel adviseur niet mag.

Ook nu is de intentie om de klantenbelangen prioriteit te geven zodat een financiëel adviseur je niet kan manipuleren. Maar in feite wordt je als belegger toch in een bepaalde richting gestuurd. De overheid wil namelijk gelden mobiliseren uit de privémarkt om die in te zetten voor de Green Deal. Zelf heb ik daar niet zo’n probleem mee.

Maar … de inhoudelijke overheidsbemoeienis door Europa schept wel een precedent.

Stel dat de Orbans van deze wereld meer politieke aanhang krijgen en er een meerderheid binnen het Europees Parlement ontstaat die geld wil mobiliseren voor het sluiten van alle buitengrenzen van Fortress Europe. Willen we dan als belegger een vragenlijst doorploegen die als doel heeft ons geld richting anti-migratiemaatregelen te loodsen?

2. De gestegen verantwoordelijkheid van de financieel adviseur.

Het zijn de uitgevers van beleggingen die moeten instaan voor de transparantie van hun producten. Maar de verantwoordelijkheid voor het matchen van de duurzaamheidsvoorkeur van de klant met de uiteindelijk weerhouden belegging ligt bij de financieel adviseur.

De tussenliggende partij (bank, verzekeraar,…) kan zijn paraplu opentrekken.  En dat blijkt ze luttele dagen nar de invoering van de reglementering al te doen. Door zelf bijkomende verplichtingen toe te voegen in de onderschrijvingsprocedure.  Via deze link lees je bijvoorbeeld wat verzekeraar OneLife (*) toevoegt aan zijn intekenformulieren.

Je moet als klant en als financieel adviseur dit document ondertekenen. Terwijl ik er mijn hoofd op verwed dat 95 % van de klanten het in Keulen horen donderen als ze de vragenlijst onder ogen krijgen. En minstens 80 % van de klassieke bankiers of verzekeringsmakelaars staan wellicht met hun mond vol tanden als ze hierover in gesprek moeten gaan met de klant die voor hen zit. 5 van de 7 vragen die gesteld worden zijn vergezeld van een doorverwijzing naar een specifieke definitie. De 2 vragen waar dit niet het geval is bevatten sterretjes, waardoor je eveneens verwezen wordt naar bijkomende uitleg.

3. Laat uw klant verweesd achter terwijl hij (m/v/x) gewoon vraagt naar een passende en geschikte belegging.

De bestaande beleggingsprofielbepalers waren al erg formalistisch opgesteld. Voortaan moet het beleggingsprofiel uitgebreid worden met de inventarisatie van de duurzaamheidsvoorkeuren. De vragenlijst is derhalve nog langer geworden.

Je vindt hierbij een specimen van een blanco bemiddelingsfiche (in excelformaat) die verzekeringsmakelaars voor de verkoop van hun beleggingsoplossing aan de klant moeten bezorgen. De lijnen 292 tot 329 zijn nieuw nav. de bijkomende verplichtingen sinds 02/08/2022. De lijnen 331 tot 430 zijn her en daar aangepast nav. de nieuwe MiFID-regelgeving.

Zowel de bemiddelingsfiche als alle door de verzekeraar opgelegde bijkomende documenten moeten ingevuld en ondertekend zijn vooraleer het contract opgemaakt wordt. Tevens moeten de kenmerken van het door de adviseur voorgesteld product (via het Essentiële-informatiedocument /Eid) ter beschikking gesteld zijn. Dit is niet nieuw. Maar gezien de papierslag uitbreide, nemen ze nu meer tijd dan vroeger in beslag.

duurzaamheidsvoorkeuren
Voorlopig is er nog veel geblazen lucht wegens ontbreken van correcte data (illustratie: ABCverzekering.be)

Als de klant na het invullen van alle documenten nog niet duizelt, dan heeft hij waarschijnlijk al lang spijt dat hij met zijn beleggingsvraag tot bij jou gekomen is.

Execution only -een beleggingspraktijk zonder advies – is wellicht plots veel aantrekkelijker geworden. Waardoor je als adviseur mogelijk je klant naar de toekomst toe verliest. En waarbij de klant mogelijk de risico’s die hij loopt onvoldoende onderkent.

Het doel heiligt de middelen” is het tweede spreekwoord dat ik hier gebruik. Klopt dit hier nog? Is de consumentenbescherming wel gediend met alle documenten waarmee een klant overspoeld wordt?

4. Mogelijk omgekeerd effect : minder duurzaam beleggen.

Keren we even terug naar het document van OneLife, dan zien we hoe deze verzekeraar in zijn verklaring op pagina 3 wel spreekt dat zijn producten beheerd worden via een beleggingsproces waar rekening gehouden wordt met ESG, maar dat ze zelf géén duurzaamheidsdoelstelling hebben. Hier staat in feite zwart op wit op papier dat naar aanleiding van het invoeren van de rubricering van de duurzame beleggingsvoorkeuren de verzekeraar expliciet bevestigd momenteel geen passend aanbod te hebben. Hun oplossingen zijn (voorlopig) allen onder artikel 6 van de SFDR-verordening onder te brengen.

Een regelgeving opgemaakt om duurzaam beleggen te bevorderen leidt er dus paradoxaal toe toe dat de verzekeraar zich liever op het droge trekt dan in een duistere poel te stappen waar door gebrek aan nodige informatie en actuele gegevens hij zelf compliance-problemen kan krijgen.

5. Onevenwicht beschikbare informatie en regelgeving.

Dat de regelgeving in voege ging vooraleer de gegevens waarop er moet gesteund worden klaar en duidelijk ter beschikking zijn, is al door diverse bronnen benadrukt. Onder meer in een gezamenlijke verklaring van Assuralia en Febelfin per 19/07/2022.

Dat Europa toch voet bij stuk hield en de regelgeving liet ingaan vooraleer publicatieverplichtingen van bedrijven mbt. hun duurzaamheid publiek moeten zijn, zet de financiële sector -minstens gedeeltelijk- voor een onmogelijke opdracht. Wellicht verklaart deze tweespalt waarom het momenteel nog erg stil in bij het prudentieel toezicht voor de financiële sector. Noch NBB – , noch FSMA hebben in de periode voorafgaand (bvb. 05/2022) aan de invoering van de nieuwe verplichtingen tot heden via circulaires of nieuwsberichten iets hierover publiek gemaakt.

Het lijkt er dus op dat de naleving van de nieuwe regelgeving binnen de financiële sector momenteel nog niet de grootte prioriteit is. Maar wat niet is kan nog komen. Dus laat dit zeker niet gelezen worden als vrijgeleide om zich niet verder voor te bereiden op het uitzoeken van hoe je best de duurzaamheidsvoorkeuren van een klant capteert. En zoek zeker hoe je de voorkeuren al dan niet duidelijk kunt matchen met een passend aanbod. De zorgplicht die in de financiële sector geldt vereist immers om steeds een passend product voor te stellen.

Wordt greenwashing door de uitwerking van de nieuwe MiFID-regels geofficialiseerd?

Hoewel het dus de bedoeling is om duurzaam beleggen te promoten, lijkt het toch dat uitgevers van financiële producten of de doorverkopers ervan zich nu reeds inspannen om de lat niet al te hoog te leggen.

Bij OneLife

We zien dit bvb. bij vraag 5. in het OneLife document waarbij de percentages toch erg laag gezet zijn (ook in vraag 7 trouwens). Vraag 5 verwijst naar de SFDR-verordening waarbij uitsluitend sommige artikel 8 en alle artikel 9 fondsen als duurzame beleggingen kunnen beschouwd worden. De fondsenmarkt kende een upscaling van artikel 6 fondsen, die overstapten naar artikel 8 in het voorbije anderhalf jaar. Ook kwamen er redelijk veel nieuwe artikel 9- fondsen in de markt. Hoewel er ook wat downscaling is (zie vb. dit artikel), kan je niet meer zeggen dat het aanbod van in aanmerking komende beleggingen erg beperkt is.

Dan een aanwezigheid van 26 % duurzame beleggingen omschrijven als een hoog minimum in je portefeuille en een aanwezigheid tussen 5 en 25 % als een gemiddeld minimum bestempelen? Dit is in mijn ogen een superminimalistische opvatting. Volledig in strijd met de bedoelingen van de Europese regelgeving.

Als ik als consument een duurzame belegging vraag dan wil ik op zijn minst toch een een belegging waar een meerderheid van mijn investering duurzaam is. Mogelijk ga ik akkoord met een klein gedeelte niet-duurzaam om reden van spreiding en trouw blijven aan mijn profiel.

In mijn opvatting wordt met de lage percentages die OneLife voorstelt een loopje genomen met de belangen van de consument. Als ik in een winkel een stuk pure chocolade vraag en de uitbater stopt mij een reep toe waar op staat “bevat 26 % cacao”, dan zie ik aan de kleur al dat er niet aan mijn behoefte beantwoord wordt. En ik geef hem de reep terug terwijl ik me voorneem niet langer naar deze winkel te komen. Maar ja, beleggingen zijn immateriële producten zonder duidelijke kleurcode.

Bij Nordea (*)

Deze week was er bij fondsenuitgever Nordea een seminar mbt. de duurzaamheidsvoorkeuren. Daar werd een poging gedaan om de rubricering te herleiden tot enkele klantentypes Gaande van de klant die duurzaamheid niet relevant vond tot iemand voor wie dit superrelevant is. Ik heb de juiste bewoording niet opgeschreven. Wie duurzaam beleggen superrelevant vond, wou -cumulatief – dat er absoluut rekening gehouden werd met

  • PAI’s (meewegen van ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren) binnen de belegging
  • diens keuze voor uitsluitend duurzame beleggingen volgens de principes van de SFDR-regelgeving
  • een maximaal mogelijke ecologisch duurzame belegging volgens de taxonomieverordening

Met andere woorden: we hebben het hier over een die-hard. Iemand die er volledig voor wil gaan en geen compromissen wil sluiten. Het verbaasde mij dat zelfs voor deze categorie mensen Nordea het aanvaardbaar vond om tot maximaal 10 % art. 6 – niet-duurzame beleggingen – in de beleggingsoplossing te integreren.

Zich voornemen dat je iemand met dergelijke expliciete bedoeling alsnog niet geeft wat hij vraagt lijkt op schuldig verzuim. Als iemand die langs de AA gepasseerd is om zijn drankverslaving onder controle te krijgen naar een alcoholvrij drankje vraagt, serveer je toch geen Duvel met als verschoning dat er slechts 8,5 % alcohol in zit.

Over “Dura lex, sed lex” & durex.

De wet moet gehoorzaamd worden, hoe hard dit ook valt” was in de Romeinse rechtspraak een regel. Het ziet er naar uit dat ook financiële adviseurs zich zullen moeten plooien naar de nieuwe regelgeving. Er zal wellicht nog wel een tijdje respijt zijn om de omschakeling te maken. Maar je gebruikt deze tijd best om je verder voor te bereiden en een strategie te bedenken.

Misschien moet je als financieel adviseur ook kunnen toegeven dat je niet de kennis en de middelen in huis hebt om die wetgeving te implementeren. Mijn kans om een derde spreekwoord van stal te halen: “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister, ...” In een seminar van de Nederlandse financiële consultant Charco & Dique, werd zelfs gesteld dat zo je zelf geen oplossing in huis hebt je de klant beter doorverwijst naar een (con)cullega die wel aan de duurzaamheidsvoorkeuren van je klant kan beantwoorden. Dit uit zorgplicht en om geen aansprakelijkheidsrisico’s te riskeren.

Ook voor consumenten blijft de voorzichtigheidsregel gelden. Wil je een relatie met een financiële adviseur die je duurzaamheidsvoorkeur niet correct kan invullen of die je iets voorspiegelt dat  niet aan je behoefte voldoet, gebruik dan een durex. Vlotte verkoopspraatjes en een glossy folders kunnen dan als glijmiddel dienen, maar eens je -maanden later- vaststelt dat de verpakking van wat je aankocht niet overeenkomt met de verwachting die je omtrent de inhoud had is het te laat. Dan ben je genaaid.

————————————————————————————–

(*): Ik viseer uitdrukkelijk niet de beide vermelde verzekeraars in dit artikel.  Ze worden hier exemplarisch vermeld. Wellicht poppen er in de komende weken gelijkaardige formulieren op bij andere verzekeraars. En komen er informatiesessies of seminars waar ook standpunten ingenomen worden die eerder vanuit het belang van de uitgever/verzekeraar dan van de klant opgesteld lijken. Er zal nog veel water naar de zee vloeien vooraleer de regelgeving voldoende en duidelijk geïmplementeerd is.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *