Wie van zijn ongeloof afvalt, wordt vaak een fanatiek gelovige. Wie van zijn geloof afvalt, wordt vaak een rabiate tegenstander van religie. Het is een beetje zoals de veranderende mindset in een relatie die naar de knoppen gaat. Wat eerst aanbeden werd, wordt daarna verketterd. “Wat heb ik ooit in die persoon, in die overtuiging gezien?” vraagt men zichzelf -aanvankelijk beschaamd- dan af. Kan dit gevoel je ook overvallen rond een thema als “duurzaam beleggen”? Kan je zolang in de echokamer van de eigen overtuiging vertoeven dat je niet beseft dat duurzaam beleggen in feite contraproductief is?
Boswachter wordt stroper. Stroper wordt boswachter.
Tariq Fancy was zowat de 2 jaar (sinds 2018) chief investment officer duurzaam beleggen bij BlackRock. BlackRock is wereldwijd de grootste vermogensbeheerder. Zijn grote baas, Larry Fink, maakte in de betrokken periode zelf de bocht en koos (relatief laat) resoluut voor duurzaam beleggen met zijn bedrijf.
Bij Tariq Fancy rijpten andere inzichten. Het lijkt alsof de schellen die van de ogen vielen bij de baas, inmiddels opgeraapt zijn door de ex-verantwoordelijke.
Tariq Fancy, die voor zijn passsage bij BlackRock ervaring opdeed bij verschillende zakenbanken en bij een pensioenfonds, komt scherp uit de hoek. Volgens een artikel in de Standaard (15/05/2021) stelt hij zelf dat duurzaam beleggen de wereld schaadt. Waar baas Larry Fink van stroper tot boswachter vervelde, kan je van Tariq Fancy het omgekeerde zeggen: Hij voelt zich in de steek gelaten door de overheid. Volgens hem maken ze het de stropers met hun regelgeving niet lastig genoeg. Waardoor hij als boswachter besluit om zijn zijn badge weg te gooien. Boswachter zijn heeft in zijn ogen onder die omstandigheden geen zin.
Gevaar voor Greenwashing.
Of is het toch allemaal wat genuanceerder? Schrijver van dit artikel vindt alvast van wel. De kop in een Bloomberg artikel van 23/03/2021 is zelf ook minder uitgesproken. Daar waarschuwt Fancy voor een golf van greenwashing. Fondsbeheerders zouden spoorslags hun aanbod groen kleuren omdat ze anders de kapitaaltoestroom op die flank vrezen te missen. FOMO is nu eenmaal een driver van menselijk gedrag: we zien het bij aankoop van Tesla-aandelen, cryptomunten of zelfs WC-papier. U was heus niet de enige die bij aanvang van de Coronacris de lege schabben in de winkel opmerkte.
Zo kan het wie Morningstar volgt niet ontgaan zijn dat het aanbod van duurzame fondsen én het geld dat er naartoe vloeide sinds de Covid-crisis fors aangroeide.
Fancy vreest dat de nieuwe Europese regelgeving, welke juist bedoeld is om het minder duurzame kaf van het duurzame koren te scheiden, juist tot méér in plaats van minder greenwashing zal leiden. Kortom ‘duurzaam’ is de marketinglak, die nu op de motorkap van veel fondsen aangebracht wordt. Zelf al verandert er bij die fondsen eigenlijk niets fundamenteels onder die motorkap.
Een week later staat in The Guardian dat duurzaam investeren zo goed als zeker niet kan werken. Om in het beeld van de motorkap te blijven. Fancy keek naar de brandstof die fondsen gebruiken. Zowel voor zogenaamde ‘groene – ‘ als voor andere beleggingen blijft die gewoon dezelfde: het streven naar rendement.
BlackRock-baas Fink schreef in zijn jaarlijkse nieuwjaarsbrief aan CEO’s van de bedrijven waarin BR investeert in 2020 (onze link verwijst naar brief van 2021) nog
- dat de bewijzen voor klimaatrisico’s zo evident geworden zijn dat ook investeerders ze niet langer kunnen negeren.
- & dat de financiële wereld op een breuklijn stond waarbij steeds meer kapitaal opnieuw toegewezen zou worden (weg van vervuilende bedrijven) richting duurzame bedrijven.
De vrije markt lost de problemen niet op.
Fancy kwam echter tot het inzicht dat de vrije markt op zichzelf nooit de klimaatcrisis kan oplossen. Niet omdat beleggers in se ‘slecht’ zijn. Wel omdat het beleggingsuniversum gebouwd is rond het principe van ” winst opleveren”. In de overtuiging van Fancy kan de groei in duurzame beleggingsfondsen en ETF’s nog jaren aanhouden, zonder dat dit ook maar enige invloed heeft op klimaatverandering. Er is volgens hem simpelweg geen verband tussen de 2.
Gezien er geen incentive (of bestraffing) is door de overheden -bijv. in de vorm van een CO2-taks- blijft het interessanter (en goedkoper) om jezelf te profileren als ‘groen’, dan om echt je huiswerk te maken en je duurzaamheidsprofiel daadwerkelijk te verbeteren.
Je geld naar groene investeringen oriënteren betekent immers niet dat vervuilers geen financiering voor hun projecten vinden. Net zo min als divesteren (je geld wegtrekken uit vervuilende bedrijven) betekent dat de vervuilende bedrijven ophouden te bestaan. Wellicht worden je van de hand gedane aandelen gewoon overgenomen door een handig hedgefonds op zoek naar rendement en ondergewaardeerde assets. Beleggen gebeurt per slot van rekening nog steeds op een ‘markt’. Volgens Fancy zou de overheid harde maatregelen moeten nemen, maar gaat ze mee in de veronderstelling dat de markt de problemen wel zal oplossen. Duurzaam beleggen vertraagt in feite het invoeren van de maatregelen die moeten genomen worden. Duurzame beleggers focussen op de prestaties van de individuele bedrijven, maar niet naar de meetbare gevolgen op het terrein. Ziedaar het bewijs van zijn stelling: duurzaam beleggen is contraproductief.
Covid-19 en klimaatverandering: systemische crisissen.
Fancy vergelijkt de Covid-epidemie met de klimaatcrisis. Hij beschouwt beiden als systemisch. Voor Covid is zijn inschatting de volgende: “Hadden de overheden geen verplichtingen opgelegd, dan had de ‘vrije markt’ wellicht alles op zijn beloop gelaten (winkels open, fabrieken blijven produceren, alle bedienden in hun kantoren….) met het verlies van vele miljoenen mensenlevens extra als gevolg”.
Het verschil tussen beide bestaat er in dat bij de klimaatcrisis de incubatieperiode veel langer is. Niet enkele weken, maar enkele decennia. Maar ook hier moeten we er met zijn allen in slagen om de curve om te buigen “Flatten the curve” zodat de verdere opwarming stopt.
Dat Europa de regels rond duurzaam beleggen scherper stelt zal in zijn ogen niet veel zoden aan de dijk zetten. De vrijheid om niet-duurzaam te beleggen blijft immers overeind. Er is in de regelgeving niet voldoende incentive om door te pakken. Waardoor voor elke ESG-aanhanger er wel een tegendraadse belegger of vermogensbeheerder te vinden is die gestegen winstmogelijkheid ziet in de door de ‘goegemeente’ verfoeide aandelen. En inderdaad. De praktijk laat zien dat er nogal wat Contrarians zijn die zelfs specifiek in de zogenaamde SIN-stocks blijven beleggen. En daar ook rendement uit halen.
Massaal inzetten op duurzaam beleggen zal volgens hem hier niets veranderen. Remediëren van de klimaatverandering kan pas als de overheden veel meer sturend optreden. Waarom geen extra (CO2-)taksen voor wie blijft beleggen in vervuilende en niet ESG-gedreven investeringen? Waarom geen fiscale stimuli voor wie echt duurzaam belegt?
Do No Harm.
We kunnen een heel eind meegaan in de visie van Fancy. Maar …
De visie van Fancy richt zich m.i. vooral tot de duurzame beleggingen die inzetten op het “je zult niet schaden“-principe. Er bestaan nogal wat duurzame fondsen die hierop focussen. Zo kan je de meeste fondsen die hun investeringen selecteren op basis van negatieve uitsluitingscriteria en ook deze die volgens het positieve “best of class“-principe investeren daartoe rekenen. Toegepast op de CO2-uitstoot is best in class immers “het minst uitstoten in vergelijking met gelijkaardige bedrijven”. Wat nog steeds niet gelijk is niets uitstoten of in oplossingen voorzien voor de gecreëerde uitstoot.
De belegger, die in dergelijke fondsen investeert, zal er zelf een goed gevoel aan overhouden: “mijn geweten blijft zuiver”. De persoonlijke trots hierover mag echter gerelativeerd worden. Met een zuiver geweten alleen komen we er niet. Je spoort er niemand mee aan om hetzelfde gedrag te ontwikkelen. Je houdt er niemand mee tegen die wel nog zijn geld besteedt in aandelen die onder uitsluitingscriteria (vb. wapens) vallen. Of die in bedrijven investeert die in een best in class rangschikking onderaan de lijst bengelt.
Er is een uitdrukking die stelt “Baat het niet, dan schaadt het niet”. Maar helaas is een vorm van beleggen, die niet schaadt nog geen belegging die wel baat.
Do Good.
Meer en meer zien we echter dat wie ethisch belegt opteert voor beleggingen waar echter impact (echte verbetering) beoogd – en gemeten wordt. Dit zijn de fondsen die onder artikel 9 van de SFDR-regelgeving vallen. Deze zijn juist bedoeld om de vrijblijvendheid van belegger én vermogensbeheerder uit de weg te gaan. Om wel verandering te bewerkstelligen. Hier wordt door de financiële injectie juist wel 1 (of meerdere) aspecten uit het ESG-repertorium vooruit geholpen. Omdat dergelijke fondsen ook inzetten op de meetbaarheid (concrete verandering) van hun inspanningen, lijkt het vreemd dat Fancy voor deze fondsen ook weinig begrip opbrengt. Je kan hem toegeven dat investeren in deze fondsen de rest van de financiële wereld niet voldoende meetrekt. Maar een voorbeeldfunctie kan je dergelijke fondsen m.i. toch moeilijk ontzeggen.
Actief versus passief.
Er zijn beleggingsfondsen waarbij de beheerders actief in gesprek gaan met de leiding van bedrijven waar ze zelf in investeren. Waarbij ze suggesties op verbeteringen in ESG-beleid aanbrengen én het bedrijf daar later op evalueren. OK, ook hier heb je de mogelijkheid dat ze niets binnenhalen, ze bijgevolg desinvesteren en hun verkochte aandelen dan maar ingepikt worden door minder kritische stemmen. Maar alvast de poging om niet-financieel gelieerde veranderingen aan te kaarten, kan een denkproces, eventueel zelfs een beweging in gang zetten (*).
Anderzijds zijn er fondsen, die louter ESG-indexen volgen. Zonder zich veel gelegen te laten aan druk naar de bedrijven waar men in investeert. Het zijn in mijn ogen eerder kopieermachines dan beleggers die voor verbetering staan. Uiteraard zijn deze fondsen (ultiem verzinnebeeld door ETF‘s) goedkoper dan die welke wel invloed willen hebben op de bedrijven waarin ze investeren. Juist deze fondsen trekken erg veel (nieuwe) beleggers aan. Wie wil er niet als ‘free rider’ op een golf/hype surfen zonder veel kosten te hebben? Want kosten halen je rendement naar beneden. Waarom een kostuum kopen voor een feest als je bij Zalando een kostuum kan kopen, het 1 keer kan dragen en daarna als onbevredigend terug kan sturen? Dit free-ridersprobleem overspoelt onze maatschappij. Mijns inziens ook de beleggingsmarkt.
BlackRock verziekte mee de beleggingsmarkt.
Dat ETF’s of passieve beleggingsfondsen weinig aarde aan de duurzame dijk toevoegen, kan m.i. moeilijk ontkend worden. Maar helaas is het juist BlackRock, die –rendabiliteit oblige– tijdig op die trein sprong nadat Vanguard Group passief beleggen op de kaart zette. Inmiddels is BlackRock de grootste ETF-aanbieder.
Dat Fancy nu twijfelt aan de zinvolheid van duurzaam beleggen, kan dan ook te wijten zijn aan selectieve, niet-representatieve ervaring. In zijn eigen (door ETF gedomineerde) praktijk was vooral slechts een verwaterde versie van duurzaam beleggen beschikbaar.
En het mag geweten zijn dat wie een Stella 0.0. drinkt ook niet de verhevigde uitbundigheid van een goed alcoholisch biertje zal ervaren.
Overheid: je mag harder slaan en zalven.
Dit alles neemt niet weg dat de overheid een drastischer rol zou kunnen spelen in het echt verduurzamen van beleggingen. Op de openingspagina van deze site prijkt een afbeelding van vermogensbeheerder Schroders. Ze geeft weer dat de juist toegewezen spaarinspanningen van een gemiddelde burger 27 keer efficiënter zijn om zijn CO2-voetafdruk te verlagen dan 4 andere inspanningen samen. Korter douchen, minder vliegen, treinen in plaats van met de auto rijden, minder vlees eten, … . Het is allemaal zinvol, maar niet zo efficiënt. Duurzaam beleggen is een veel krachtiger hefboom. Om die zo maximaal mogelijk in te zetten lijken incentives door de overheid dan inderdaad niet zo’n slecht idee. Hetzij door sanctioneren, hetzij door fiscaal stimuleren. We zien dat de overheid dit momenteel doet om het wagenpark in een minder vervuilende richting te duwen. Dus zeg niet dat het onmogelijk is. Waar een wil is, …
Kind en badwater.
In zijn ontnuchtering en ontgoocheling rond duurzaam beleggen, lijkt Fancy redelijk ongenuanceerd. Hij omschrijft het als het toedienen van een placebo aan een kankerpatiënt. Het werkt helemaal niet én is gevaarlijk. Ons lijkt dit te kort door de bocht.
Uiteraard
- is er greenwashing,
- zijn er vermogensbeheerders die hun fondsen een groene opsmuk geven om de golf niet te missen,
- zijn er fondsen die geen deuk in een duurzame pak boter kunnen slaan, … .
Maar daar staat tegenover dat
- er in de markt van duurzaam beleggen ook verdieping is,
- sommige uitgeprobeerde strategieën bijgestuurd worden om juist meer impact te genereren,
- de meeste ratingorganisaties hun beoordelingen strenger en strenger maken, … .
Kortom: de wereld van het duurzaam beleggen is geen statisch -, maar een dynamisch geheel. Niet elke beweging gaat de goede kant op. Maar er blijven genoeg vermogensbeheerders die mee evolueren. In een financiële wereld waar sommigen het aandurven om platgetreden paden te verlaten, is het logisch dat er af en toe eens een nieuwe weg doodloopt. Maar er worden nog steeds nieuwe paden ontsloten.
Kritiek mag (en moet) er zijn. Het houdt scherp. Maar bij elke kritiek loert het gevaar dat het kind mee met het badwater door de afvoer verdwijnt. En dat kan niet de bedoeling zijn. Duurzaam beleggen moeten we juist doen om het kind (komende generaties) een betere wereld te bieden. Een wereld, die een groot stuk opgeschoven is naar meer welzijn voor iedereen, naar vervulling van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG), … . Stoppen met duurzaam beleggen omdat het niet perfect is, lijkt me schuldig verzuim.
De boodschap van Fancy is gefundenes Fressen voor wie rendement loskoppelt van moraal.
Helaas is er ook bij journalisten vaak geen plaats/tijd voor nuancering. En een spectaculaire titel (als die al niet dient als clickbait op de internetpagina) op een krantenpagina is voor velen al opiniërend genoeg.
Inmiddels zag ik de kop van het artikel van De Standaard al als argument verschijnen in een Facebookgroep over beleggen. De poster wou er mee aangeven dat je anno 2021 toch wel een oen moet zijn om wakker te liggen van duurzaam beleggen. Beleggen: dat is toch in de eerste plaats rendement zoeken (sic).
(*) : In het deze maand opgeflakkerde conflict tussen Israël en Palestina is het Noorse Staatsfonds zeer recent uit 2 Israëlische investeringen gestapt. Dit wegens kans dat ze bijdragen tot mensenrechtenschending.
Laat het je -vanuit het primaat van ‘rendement boven’- onverschillig of er met je geld mensenrechten geschonden worden? Of wil je liever dat je met je geld mensenrechten bevordert? Duurzaam beleggen hoeft dus niet contraproductief te zijn. Het kan -mits goed ingezet (en beter ondersteund door overheden) mee helpen om onrecht tegen te gaan. Dit is een boodschap die best wel eens in sommige echokamers op sociale media mag geïntroduceerd worden.