Hoewel alle problemen absoluut nog niet van de baan zijn, leek het wel of de financiële markt in september ons een Indian Summer wou gunnen. Nagenoeg de ganse maand werd er bijvoorbeeld precies géén belang gehecht aan de problemen in Euroland. Nochtans gebeurde er in de voorbije weken heel wat. De aankondigingspolitiek van Ben Bernanke & Mario Draghi eind vorige maand hebben hun effect niet gemist. Of dit effect duurzaam is of kortstondig zal de toekomst uitwijzen. In beursland viel in België vooral de verdere tendens tot delisting op, nu ook Telenet van de beurs zal verdwijnen. Ook hier wil de grootste aandeelhouder de anderen uitkopen. De tendens die in Brussel met Omega Pharma ingezet werd, maar ook in het buitenland her en der opduikt, kan o.m. op 3 zaken duiden:
- de hoofdeigenaar denkt dat zijn bedrijf veel meer waard is dan weerspiegeld op basis van beurskoers en maakt gebruik van de aversie /apathie bij de meeste beleggers om nu zijn eigen bedrijf goedkoop terug volledig in handen te krijgen.
- de hoofdeigenaar voelt dat de financiëringsbehoeften bij zijn bedrijf momenteel beter gediend zijn met andere oplossingen dan beursnotering (bijv. uitbrengen van bedrijfsobligaties nu de rentes erg laag staan).
- de hoofdeigenaar heeft genoeg van de wispelturigheid op de financiële markten en wil voor zijn bedrijf een langduriger standvastige koers kunnen uitzetten. De verplichte rapportering en dit om de zo veel maanden is een kostenpost, die vaak ook nog negatief uitpakt omdat analisten steeds op zoek gaan.naar nieuws. En ook als er niets fundamenteels te zeggen is, is 1 klein geïsoleerd item uit de communicatie vaak voldoende om koersbewegingen in gang te zetten.
Dit alles wijst er op dat insiders hun eigen belangen goed inschatten en bij de pinken blijven.
Een gewone belegger heeft het heel wat moeilijker om een strategie uit te bouwen.
Dat banken nu vollop bezig zijn hun balansen aan te dikken om tegen 2018 aan de de strengere kapitaalnormen die het Baselcomité hen oplegt te beantwoorden, duwt hen in de richting van verzamelen van spaargeld. Dat de geboden rente daarbij laag is, is het offer dat de spaarder/belegger dient te brengen om zijn zogenaamde veiligheid en gemoedsrust af te kopen. Ook wie intekent op obligatie-uitgiftes weet dat de vergoeding niet echt royaal is.
Vaak wordt vergeten dat echt rendement dient afgemeten te worden aan behoud van koopkracht. En daar wringt het schoentje stevig. Als er een inflatie is van – 2 % ( de doelstelling van de Europese Centrale Bank ), dan verlies je op 20 jaar ongeveer 33 % koopkracht. De inflatie was in september 2,76 % en ze hangt al een tijdje boven de officiële doelstelling van de ECB. Obligatiehouders zien de koopkracht van het geld dat in schuldpapier zit dan ook eroderen.
Omdat de inflatie momenteel hoger is dan de rente die je ontvangt, is er inderdaad verlies van koopkracht voor de spaarder. Is hogere rente te verwachten op korte termijn? In de tijd van 22/09 ll. (waar we ook de cijfers over verlies van koopkracht halen) werd door William De Vijlder strateeg bij BNP Paribas gesteld dat de rente in de VS wellicht pas eind 2014 omhoog gaat en in de eurozone ten vroegste en dan nog schoorvoetend in 2014.
De defensieve belegger zit volgens De Vijlder tussen hamer en aambeeld : de kostprijs voor het vermijden van grote koersschommelingen (de volatiliteit op de beurs) is immers de zekerheid jaarlijks 0 of zelfs negatieve reële opbrengst te boeken.
Omdat de inflatie dus de koopkracht aantast en aandelen daar minder last van hebben (dividenden evolueren mee met inflatie), is het belangrijk om ook in die richting te kijken. De Vijlder wijst er op dat europese aandelen in feite op 10 jaar met 28 % moeten zakken om een slechtere belegging te zijn dan Duits staatspapier. Dat dit gebeurt is natuurlijk nooit uit te sluiten. En zeker op korte termijn kunnen aandelenbeleggingen erg wisselvallig presteren. Op lange termijn vormen zij echter een goede bescherming tegen inflatie en koopkrachtverlies.
Wat heeft dit alles nu met de eigen portefeuille van zaakvoerder ethisch beleggen te maken? Wel, je zal zien dat in de portefeuille die je hier kan volgen, meer gewicht gegeven is aan aandelenfondsen dan aan obligatiefondsen. Dit alles vanuit de overwegingen, die hierboven geschetst zijn. Of dit een juiste keuze is moet nog blijken, daarvoor is de portefeuille in feite van te recente datum.
Het rendement van de portefeuille is in september gestegen tot 4,45 % (YTD), + 0,92 % in vergelijking met eind augustus.
Wat de geografie van de portefeuille betreft, zie je dat deze ook voor een groot stuk Europees georiënteerd is. Dit onder meer om niet al te veel extra volatiliteit te krijgen (beweging van vreemde munten tov. €). In dezelfde edite van De Tijd stond ook een interview met Zdenek Bakala, eigenaar van het Belgisch wielerteam Omega Pharma-QuickStep. Hij werd geïnterviewd nav.diens investering van 5 miljoen euro in een higtech onderzoekscentrum voor sportwetenschap aan KULeuven. Betrokkene is rijk geworden door te zijn geloof in oude industriëen zoals kolen en staal. Sectoren waarvan hij denkt dat ze sterk ondergewaardeerd zijn.
Het zijn niet direct sectoren die bovenaan op het schap liggen bij een ethisch belegger. Maar toch wil ik u diens commentaar niet onthouden:
” Europa heeft wel degelijk een industriële toekomst. Niet de eurocrisis is het probleem van Europa, maar wel de besluiteloosheid van zijn politici én het cynisme van zijn burgers. Ik mis leiderschap bij politici. Burgers wantrouwen hun leiders en hebben blijkbaar geen geloof meer in eigen waarden” (eigen parafrasering).