Wisselvalligheid troef op de beurzen: een heropflakkering in begin van de maand werd naar het midden toe terug omgebogen naar verlies, terwijl er op de valreep terug positieve klanken waren.
Redenen binnen Europa: onzekerheid over de Brexit (Theresa Maybe wordt de premier er wel eens genoemd) en slechte economische cijfers uit Duitsland. De motor sputtert er (o.m. emissienormen lijken de auto-industrie parten te spelen). Voor België en Nederland, die tussen beide geprangd liggen, belooft dit ook niet veel goeds. En dan blijft er nog de economische en budgettaire situatie in Italië. Naar het einde van de maand kwam er dan weer iets positiever nieuws: May bereikte een akkoord met EU over de Brexit (maar zal dit door het Britse parlement geraken?) en de Italiaanse vice- premier Salvini suggereerde dat de confrontatie met Europa niet op de spits gedreven zal worden.
Redenen buiten Europa: onduidelijkheid over de handelsoorlog tussen VS en China. VS lijken de ambities van het Made in China 2025 – plan uit 2015 te willen fnuiken. In de strijd om de wereldhiërarchie kan er maar 1 op de eerste plaats blijven/komen. Af te wachten is of Trump hier ook zijn strategie van bilaterale – in plaats van multilaterale- akkoorden zal toepassen in zijn komende ontmoeting met de Chinese leider. Op het einde van de maand was er terug wat vooruitgang. Wellicht als gevolg van uitspraken van Fed-voorzitter James Powell, die suggereerde dat het met verdere renteverhogingen in de toekomst nog kon meevallen.
Als resultaat van dit alles kon onze eigen portefeuille een stukje van zijn verlies (– 5,19% YTD per 31/10/18) weggommen. In vergelijking met 01/01/2018 noteert ze momenteel op – 3,67 %.
Toch lijkt er een deken van pessimisme over de markten te hangen als we mogen afgaan op de eerste voorspellingen die financiële huizen voor 2019 vrijgeven. De boodschap om minder risico te nemen, rendementsverwachtingen niet te laten oplopen, … sijpelen door.