Terwijl de lente uitblijft in ons land en zelfs dat aan de global warming toegeschreven wordt ( – zie hier -), zijn we aan het einde van het eerste kwartaal van dit jaar gekomen.
De verwachting van om aan kwartaalrapportering te doen is 1 van de redenen waarom beursgenoteerde bedrijven moeilijk een langetermijnstrategie kunnen volgen en afglijden naar kortzichtigheid. Ook één van de redenen waarom nogal wat bedrijven uiteindelijk afzien van een beursnotering of een delisting aanvragen.
Toch blijft het in de financiële pers na ieder kwartaal lijstjes regenen die rendementen bevatten. Zo lezen we dat obligatiehouders van overheidspapier geconfronteerd worden met negatieve rendementen en biedt het rendement van aandelen een erg gevarieerd pallet aan cijfers op. Nederland en Duitsland kenden sinds begin 2013 een gemiddelde stijging van 2 %, Frankrijk 3 %, Luxemburg ging – 2% en in België haalden we 5 %. De zogenaamde BRICS-landen deden het ook niet schitterend (Brazilië – 4 %, Rusland -2 %, Indië 0 % , China 2 % en South-Africa -4 %). In het Midden Oosten, bij andere Aziatische tijgers, in Australië Nieuw-Zeeland, Chili, Argentinië, Mexico ,VS en dichter bij huis Ierland, Zweden, Servië, Roemenië en Bulgarije, Kroatië en Montenegro werden flink hogere cijfers gehaald.
Dit wijst er nogmaals op hoe belangrijk het is om te diversifiëren.
Het was een maand waarbij het Amerikaanse begrotingsprobleem (het sequester) bijna volledig uit de actualiteit verdween. Maar daarom nog niet weg is.
Een maand ook waarbij de Eurocrisis nog eens om de hoek kwam kijken. Ditmaal door de implosie van de 2 grootste banken in Cyprus. De EU kreeg derhalve nog eens de kans om zijn ogenschijnlijk vast stramien (paniekvoetbal met beslissingsblunders en naderhand rechttrekken) toe te passen op een uit de hand gelopen en niet tijdig opgevolgde situatie. Waar eerst in tegenspraak met de eigen belofte om het spaargeld van iedereen tot € 100.000 te garanderen, een haircut voor iedereen met geld op een Cyrpiotische Bank voorzien werd, is deze beslissing uiteindelijk teruggedraaid. Nu moet alleen iedereen die meer dan € 100.000 op zijn spaarrekening staan heeft een stuk inleveren.
Het maakt daarbij niet uit of je nu een Russische (belastings)crimineel – het stereotype waarmee de beslissing aan de buitenwereld verkocht werd – bent, een gepensioneerde, die geen risico’s (sic) wou nemen met zijn spaargeld en het dus in een veilig product stak, een bedrijf dat zijn gelden liquide hield om kortelings een investering te kunnen doen of een particulier, die met oog op aankopen van een woning of appartement net al zijn beleggingen verkocht had en in afwachting van de verkoop alles naar zijn bankrekening versleept had.
Het was ook de maand waarin ING een studie bekend maakte die vaststelde dat 28 % van de Belgen geen spaargeld heeft. Dit percentage lijkt in lijn te liggen met bevindingen in andere Europese landen. We weten natuurlijk al lang dan ongeveer 1 op 7 van de Belgen onder de armoedegrens leeft. Maar de cijfers van de ING-studie lijken toch ook te bewijzen dat voor veel mensen de stap om onder de armoedegrens te vallen vervaarlijk dichtbij aan het komen is. Als hen 1 onvoorziene situatie overkomt (invaliditeit / ongeval of schade zonder verzekering / verlies werk / verlies partner, …) kan het al zo ver zijn.
We zien natuurlijk bij veel mensen nog behoud van uiterlijk vertoon (genre grote auto of 2 citytrips + 1 verre zomervakantie en met krokusverlof naar de sneeuw per jaar, …). Vasthouden aan wat vroeger kon en denken gezichtsverlies te leiden als men andere prioriteiten legt. Maar net zoals in beleggingen het rendement uit het verleden geen garantie is voor dit in de toekomst, is behoud van gedrag uit het verleden absoluut geen goed houvast voor de toekomst.
Beeld je 2033 in:
– de staatsschuld is niet verminderd (ook bijsturen van onze begroting eind vorige week eindigde met begrotingstekort en voor 2012 blijkt dit uiteindelijk 3,9 % te zijn) en staat op 100 % van BBP
– de vergrijzingsgolf is toegeslagen met zijn volle kracht. Een groot gedeelte van de bevolking is + 65 jaar en leeft door gestegen levensverwachting ook steeds langer. Hun pensioen moet betaald worden door inhouding op sociale bijdragen van de kleinere groep werkenden.
Denk je nu dat je zelf genoeg zal hebben om comfortabel te leven of dat iemand je hierbij zal helpen?
Is het antwoord “neen”? Dan moet je natuurlijk nu maatregelen treffen om je situatie te remediëren. We moeten onze focus derhalve verschuiven. Niet vasthouden aan vroeger, maar uw later nu organiseren.
Dat zal m.i. niet met sparen gaan. Je zal hiervoor moeten gaan beleggen. Consequent en gevarieerd. Als je niet alleen financiëel rendement voor ogen hebt, maar uw beleggingsresultaten wil bereiken zonder de maatschappelijke problemen groter te maken dan ze al zijn, dan zal je onvermijdelijk bij ‘duurzaam beleggen’ uitkomen. Een rit die ook met vallen en opstaan zal gepaard gaan.
Momenteel zitten we duidelijk in een periode van opstaan. De eigen portefeuille waarvan we de maandelijkse update hier publiceren heeft in maart een groeispurt achter de rug. Het rendement sinds 01/01/2013 staat nu op 5,4 % . Dit is zowat het totale rendement dat de portefeuille over het gehele vorige jaar bereikte. Geheel conform met de markttendensen draagt het gedeelte obligatiefondsen niet bij aan de groei. Die zit dus vooral bij de aandelenfondsen.
Nochtans is ook daar de nodige volatiliteit. 1 gemengd aandelenfonds is er in geslaagd om ook negatief te presteren. De fondsen waarbij er maandelijks nog een aankoop gebeurt dragen ook niet bij tot de winst omdat daar het gewicht van de instapkosten nog te veel doorweegt. De stijging van de dollar en het feit dat iets meer dan 10 % van onze fondsen noteren in USD droeg dan weer wel bij tot de winstgevendheid.
Door de grote spreiding en de gunstige periode mag het resultaat momenteel dus gezien worden. Maar ook hier hoort bescheidenheid: je hebt immers pas iets aan een belegging verdiend op het moment dat je je winst neemt. En dat doen we momenteel niet. De toekomst zal uitwijzen of we hier goed aan deden, maar omdat we lange termijn beleggers zijn behouden we deze focus. En de vooruitzichten zijn in feite ondanks alle onzekerheid goed.
Ik wil deze maand besluiten met een citaat uit de wekelijkse column, die Zanna Massaert in De Tijd heeft. Op een badinerende toon schrijft zij wekelijks over iets wat haar bezig houdt als kleine belegger. Vaak tongue in cheeck. Ze belegt zelf in individuele aandelen en had deze week een nogal provocerende stelling “Als u jonger dan 40 bent, hoort u niet voor 100 procent in aandelen te zitten, maar voor 200 procent“. In het artikel Zoek de appel schrijft ze ….. Immers, wat is beleggen in aandelen? Een poging tot een succesvol financieel beheer van een onvoorspelbare toekomst. De mensen hebben daar dezer dagen de goesting niet voor. Hun reactie is begrijpelijk, maar ongerijmd. We smachten meer dan ooit naar een appeltje voor de dorst, maar doen minder dan ooit de moeite om die te vinden. Het spaarboekje is alvast niet de juiste plek om te zoeken. De beurs mogelijk wel. … .
Met Ethisch Beleggen proberen we als padvinder nieuwe paden te … (euh) vinden. Dit omdat we ook aanvoelen dat de platgetreden paden uit het verleden ons houden op The Road to Nowhere. Het is boeiend om doen. Hoewel wel zeker ook nog langs valkuilen moeten, onze benen aan netels en bramen zullen kwetsen en met eelt of blaren op onze voeten geconfronteerd zullen worden. Hoewel er al veel vreugde ligt in het onderweg zijn, hopen we natuurlijk dat we op nieuwe oases zullen stuiten en dat we dan niet alleen van die pracht moeten genieten, maar er ook anderen naar op weg gezet hebben ; -).