geef uw geld meer waarde

BELEGGEN? JA, maar niet ten koste van DE PLANEET EN DE SAMENLEVING! VIa DEZE one-stop-shop kan je in meer dan 100 ethische beleggingsverzekeringen investeren. Beschikbaar vanaf € 104 (periodiek beleggen) of € 2.600 (eenmalig BELEGGEN).
Wat past het best bij jouw principes en risiCoprofiel? we zoeken het samen uit: ☎ 0495/22 49 77 – ⌨ info@ethischbeleggen.com

CSRD: rapportering is géén garantie voor vooruitgang


Hoera voor de CSRD?

Vanuit Europa wordt dwingende regelgeving rond verduurzamen uitgerold. De EU Green Deal is daar een voorbeeld van: het voornemen om tegen 2050 geen CO2 meer uit te stoten. Ook het EU Duurzaam financieel actieplan kadert in deze optie. Uit dit laatste kennen we reeds de SFDR-regelgeving en de EU taxonomie. Binnenkort (en in het bedrijfsleven nu reeds een hot item) gaat de CSDR-verplichting van start.

CSRD: rapportering is géén garantie voor vooruitgang
Move to impact? Zullen rapportageverplichtingen leiden tot meer duurzaamheid?

Wat deze Corporate Sustainability Reporting Directive is, kan je hier lezen.  De mooie doelstelling is om de beschikbare informatie en transparantie over milieu- en sociale impact van bedrijven te vergroten. Dit zou moeten helpen om de transitie naar een duurzame economie in lijn met het Parijse klimaatakkoord te bespoedigen. Zo zouden o.m. beleggers veel vlotter extra-financiële informatie over bedrijven kunnen terugvinden. Waarna ze op die basis kunnen beslissen of ze wél of niet in het betrokken bedrijf investeren. Fondsbeheerders zouden door die informatie vlotter én met meer zekerheid kunnen voldoen aan hun eigen door de SFDR-regelgeving opgelegde verplichtingen.

Alleen maar goed nieuws dus?

Of toch wat voorbehoud?

De formalistische benadering van de informatieverplichtingen brengt veel kopzorgen en kosten mee voor bedrijven. Het wordt een race tegen de klok om tijdig de informatie te kunnen aanleveren. En dit in een tijd van energieschaarste, hollende inflatie, heropstarten van de economie na Covid-19, … .Is de extra tijd en mankracht die men moet uittrekken om te beantwoorden aan de verplichtingen van de duurzaamheidsverslaggeving dan geen extra zorg teveel. In alle geval wordt dit ook een zorg die op 1 of andere manier doorgerekend zal worden aan de eindklant van de bedrijven.

Maar … er is ook een andere maar. Net zoals bij de SFDR-regelgeving verwacht de EU dat de gegevens aangeleverd worden door het bedrijf in kwestie zelf. En daar zijn op zijn minst 2 problemen.

  • Vooreerst laat dit mogelijk toe dat de feiten rooskleuriger voorgesteld worden dan zo dit door een derde gesuperviseerd werd. Bedrijven kunnen wellicht wel wat schuiven met accenten die wél of niet belicht worden. En op die manier hun beste beentje voorzetten en/of hun vuile handen uit de spotlights houden. Zelf gerapporteerde gegevens zijn vaak onbetrouwbaar of moet je met een groot zoutvat in de hand benaderen.  Een interessante studie van Inmarsat ontdekte dat 76% van de bedrijfsleiders de ESG-rapportage van hun concurrenten wantrouwt. Gelijk gelooft 80% dat hun collega’s harder werken om duurzaam te lijken dan om duurzame resultaten te bereiken. Enigszins contra-intuïtief gelooft 81% dat hun eigen bedrijf duurzamer is dan hun concurrenten. Slechts 47% was bereid om het geheel van hun ESG-gegevens met derden te delen. Hebben zij misschien toch iets te verbergen?
  • En … rapportering is nog geen garantie voor vooruitgang in het duurzaamheidsproces van het bedrijf zelf.

Hieronder belichten we 2 voorbeelden van zelf-rapportering zonder verbeteringsgevolg. We halen ze uit recente correspondentie die we van Util ontvingen.

ExxonMobil en klimaatverandering.

Net als Shell had ook ExxonMobil al van in de jaren ’70 inzicht in klimaatverandering en door wat ze veroorzaakt werd. Dat bleek uit gelekte nota’s en een doordringend onderzoek van milieuactivisten. Recent bleek zelf dat de klimaatmodellen ontwikkeld door ExxonMobil zelfs accurater waren dan deze van hedendaagse onafhankelijke onderzoekers. Zo wisten ze reeds in de jaren 70 dat de globale temperatuur met 0.2 C per decennium zou stijgen. En dat dit ergens tussen 1995 en 2005 opspoorbaar zou worden.

Dit zette niet aan tot pogingen om die gevaren voor een groot deel van de wereldbevolking af te wenden. Noch stimuleerde het ExxonMobil tot een koerswending om zich op de markt van clean energy te positioneren. Ook de wereldeconomie ontheffen de miljardenfacturen aan toekomstige klimaatkosten en gelijktijdig zichzelf uit de wind zetten en jaren van juridische processen besparen werd geen doel.

Intern gekend, maar het licht onder de korenmaat geschoven.

De feiten waren een winstrisico en werden dus verborgen voor beleidsmakers, aandeelhouders en klanten. Vandaag (artikel uit 2019) de dag is ExxonMobil een van de 20 fossiele brandstofbedrijven die verantwoordelijk zijn voor een derde van alle moderne broeikasgasemissies.

gevolgen werden intern berekend en gerubriceerd, maar dan doelbewust onder de mat geveegd.

In 1998 werkte ExxonMobil samen met zijn collega’s aan een van de meest consequente desinformatiecampagnes in de geschiedenis. In hun agendaplan werd ‘succes’ gedefinieerd als het moment waarop ”klimaatverandering’ een non-issue wordt. Doelen daarbij waren: het Kyoto-voorstel begraven en geen verdere initiatieven laten ontstaan die de dreiging van klimaatverandering aanpakten.
In 1996 verwees de toenmalige CEO Lee Raymond naar “de onbewezen theorie dat [fossiele brandstoffen] het klimaat op aarde beïnvloeden.” In 2013 noemde toenmalig CEO Rex Tillerson klimaatmodellen ‘niet competent’ en ‘niet zo goed’.
De oliegigant gaf decennia lang tientallen miljoenen uit aan desinformatie, terwijl hij publiekelijk de milieu-impact van zijn bedrijfsactiviteiten bagatelliseerde en ontkende. PR-bedrijven werden gecontracteerd, bij overheden werd gelobbyd.  En – toen klimaatverandering niet langer kon worden genegeerd – perfectioneerde ExxonMobil ESG-rapportage zodat het kon opgenomen worden in duurzaamheidsindexen en aanvaardbaar bleef voor beleggers.

Winst of verlies?

2022 was een topjaar voor olie- en gaswinsten. Aandeelhoudersloyaliteit ziet zich hiermee beloond. Maar een jaar van meevallers lijkt een schrale troost voor vier gemiste decennia van beleid, innovatie en investeringen. De totale kosten voor het bedrijf en zijn investeerders zijn niet beperkt tot klimaatrisico’s. De onthullingen van de afgelopen weken hebben naar verluidt de bestaande rechtszaken van de Amerikaanse staat tegen ExxonMobil versterkt. Het dure – en langdurige juridische gevaar waarmee het op meerdere fronten wordt geconfronteerd, is verdiept.

Conclusie?

ExxonMobil heeft zijn extra-financiële informatie in kaart gebracht. Maar besliste dan om ze niet te publiceren en over te gaan tot business as usual. Meer zelfs haar PR-inspanningen verdoezelden de feitelijke schadelijkheid van het bedrijf. Waardoor het anno 2023 nog steeds bij bepaalde ESG-raters als BBB (lees gemiddeld schadelijk/OK) beschouwd wordt.

Adani Group: een conglomeraat van gebakken lucht met een ESG-geurtje?

Short-seller provoceert val van bedrijfskluwen

Eind januari publiceerde Hindenburg Research het resultaat van 2 jaar onderzoek naar de Adani Group. Er worden ontluisterende termen gebruikt: “brutale  aandelenmanipulatie en boekhoudkundige fraude”, kunstmatig opblazen van waardering door een combinatie van offshore bedrijven en technische boekhouding en inkomsten. De staat van zijn hefboomwerking werd beschreven als een ‘kaartenhuis’.

Het is nooit een goed moment om omschreven te worden als ‘de grootste oplichter in de bedrijfsgeschiedenis’. Maar enkele dagen voor een geplande aandelenverkoop van $ 2,5 miljard is het dit zeker niet. Adani Enterprises zag zich genoodzaakt de verkoop af te blazen. Er verdampte meer dan $ 100 miljard uit de marktkapitalisatie van de zeven beursgenoteerde bedrijven van Adani Group.

Beleggers en indexaanbieders reageerden dus snel. S&P Dow Jones verdreef Adani Enterprises prompt uit zijn duurzaamheidsindexen.

Hoezo? Waarom waren dergelijke bedrijven überhaupt opgenomen in duurzame indexen of beleggingsfondsen?

ESG als visitekaartje en verdedigingsgordel.

Util meldt dat de verdediging van Adani doorspekt is met meer dan 100 ESG-gerelateerde termen. Deze zijn terug te vinden in de 413 pagina’s tellende reactie op de beschuldigingen van Hindenburg. Tevens wordt er geschermd met zijn ESG-trackrecord. ESG-naleving door de Adani Group op diverse vlakken is de kern van haar verdediging. Je raakt verstrikt in verwijzingen naar milieu-engagementen, best-in-class-benaderingen, SDG’s, best practices, het identificeren van ESG-risico’s, het onderschrijven van mitigatiemaatregelen, ….

Dat alles had vroeger alvast indruk gemaakt. De ESG-ratings van Adani (en haar dochterondernemingen) steeg quasi gestaag over de voorbije jaren. Nog in november 2022 ontving Adani Ports een top ESG-score van Moody’s ESG Solutions. Adani Ports is een conglomeraat met activiteiten in grondstoffen, nutsbedrijven, gas en luchthavens. Een bedrijf dat zich bezighoudt met enkele van de meest controversiële steenkoolmijnprojecten in de recente geschiedenis, waaronder de grootste open-pit kolenmijnbouwoperatie. Dit laatste wordt wel eens omschreven als het “meest krankzinnige energieproject ter wereld”.

De soms twijfelachtige waarde van ESG-scores.
gestructureerd als een octopus en gedrapeerd met veel ESG-vertoon.

Dankzij kruisbestuivingen binnen een kluwen van dochterondernemingen, kon Adani jarenlang zijn vuilere activiteiten financieren via opnames en waardestijgingen binnen duurzame fondsen en “groene” obligaties. De ESG-case van Adani werd reeds in 2020 bovengespit door Ulf Erlandsson van het Anthropocene Fixed Income Institute. Zo blijkt uit een publicatie van Responsible investor. Erlandsson had het over een typevoorbeeld van hoe de ESG-industrie de bal mis kan slaan en niet over hoe kolenbedrijven het goed kunnen doen.  In hetzelfde jaar heeft Util het onderzoek van Erlandsson door haar eigen analysemolen gedraaid. Ook Util kwam tot de conclusie dat Adani Group geen logische kanshebber was voor de duurzaamheidsindexen als FTSE4Good en Dow Jones Emerging Sustainability Markets.

Adani Ports verzekerde zich in dit jaar toch van een plek in de Dow Jones Emerging Markets Sustainability Index. Dit gebeurde toen CDP zijn rating van C naar  B- herwaardeerde. (Het aandeel steeg 8% op het nieuws.) Het bedrijf verdiende de upgrade omdat het “Ja” antwoordde op de vraag “Heeft u inherente klimaatgerelateerde risico’s geïdentificeerd met het potentieel om een substantiële financiële impact op uw bedrijf te hebben?” Een ‘ja’ volstond blijkbaar. Een plan hebben om de risico’s te vermijden was blijkbaar niet het criterium.

Veel ratingsproviders hebben Adani verkeerd ingeschat. Maar de analyse van Hindenburg Research maakt alvast duidelijk dat het bij Adani verder gaat dan verkeerd inschatten van bedrijfsinformatie door de ESG-datamarkt. Nu komt vooral “schaamteloze aandelenmanipulatie en boekhoudfraudeschema” bovendrijven.

Conclusie?

Adani Group heeft jarenlang zijn zogenaamde ESG-insteek gecultiveerd. Daar zijn heel wat raters en financiers ingetuind tot genoegen van het bedrijfsconglomeraat. Echter wat de bedrijven hiermee in de praktijk maskeerden was in flink wat gevallen hoegenaamd niet groen of duurzaam. Ook hier heeft de Public Relations de aandacht afgeleid van de feiten welke zich schuilhielden achter vele activiteiten van de bedrijvencluster.

Het tabaksprecedent.

Verplichte rapportering leidt niet noodzakelijk tot gedragsverandering. Noch bij de eindklant (consument), noch bij de tussenhandel (winkelier, fondsenbeheerder) en ook niet bij de producent in kwestie.

CSRD: rapportering is géén garantie voor vooruitgang
Leidt rapportering en publicatie wel tot gedragsverandering?

Nemen we het voorbeeld van de tabakssector. Daar is al jaren gekend dat roken schadelijk voor de gezondheid is. De overheid heeft de sector strikte regels opgelegd voor reclame en zelfs grote opschriften voorzien op de producten zelf. Dit zal zeker een bepaald percentage mensen ervan weerhouden hebben om met roken te beginnen. En ook enkelen om er mee te stoppen.

Echter …

  • verstokte rokers houden vast aan hun sigaret.
  • winkeliers houden vast aan de verkoop ervan.
  • tabaksproducenten zijn niet gestopt met produceren van hun schadelijke producten. Noch heeft de zoektocht naar minder schadelijke alternatieven een hoge vlucht genomen.

Tussen woorden en daden kan een kloof gapen.

Met de CSRD-regelgeving komt er een stroom van data op ons af. Het is de vraag hoe en of ze ons in onze beslissingsprocessen zal beïnvloeden. De regelgever rekent zich al rijk. Door het ter beschikking komen van bijkomende gegevens zullen uitgevers van financiële producten en beleggers betere keuzes kunnen maken. Maar zal dit in de praktijk ook gebeuren? En in voldoende grote mate? Zal dit ook de bedrijven aanzetten om voldoende op te schuiven in de duurzaamheidsschaal? Het voorbeeld van de tabakssector is niet erg hoopgevend.

Nog maar eens bijkomend (digitaal) papier. Iemand wordt hier beter van zeker?

Papier is verduldig.

Nu al is het zo dat financiële adviseurs hun klanten een waslijst aan documenten moeten voorleggen vooraleer er maar in een bestedingsrichting beslist kan worden. De papierslag is er wellicht groter dan deze uit de medicamentensector. Terwijl daar alles in fijndruk opgerold in de verpakking steekt en er meestal ongelezen blijft in zitten.

Het gevaar van de CSRD-regelgeving is dus dat de we onze focus verkeerd leggen. En een update van de spreuk “luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden” creëren. “Lees wat ik schrijf, maar kijk niet wat er van de band rolt/uit de schoorsteen kringelt/aan afval geproduceerd wordt”.

Dat kan toch nauwelijks de bedoeling zijn van de EU-wetgever. Misschien wel die van lobbyisten die de hand van de wetgever vasthielden en in die richting dreven. Wie zal het zeggen?


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *