Tot eind 2017 kon u bij veel beleggingspromo de volgende zinsnede lezen: “rendementen uit het verleden zijn geen garantie op toekomstig rendement“. Veelal pakten beleggingsinstituten uit met wat hun product in het verleden aan waardecreatie (producten die waardedestructie opleverden werd niet langer gepromoot, maar uit de etalage gehaald) betekend had. Dit systeem moest het vertrouwen in de degelijkheid én de rendabiliteit van de belegging ook voor de toekomst in de verf zetten.
Uiteraard moet daar voorzichtig mee omgesprongen worden. Zo steken in de backtesting op 10 jaar in 2018 de zware financiële aderlatingen uit 2008 nog in de cijfers. En plop! Vanaf 01/01/2019 zullen ze er volledig uit verdwenen zijn. Alsof er voordien niets gebeurd was, wat de hele financiële wereld op zijn grondvesten deed daveren.
Maar deze manier van benaderen is voortaan –hoewel niet verboden– absoluut niet meer voldoende. Bij ieder verpakt financieel product (PRIIP= Packaged Retail Insurance-basede Investment Products) moeten vanaf nu 4 toekomstige scenario’s belicht worden. U zal deze vinden in de essentiële beleggingsinformatie (een verplicht gestandardiseerd document dat zowat de identiteitskaart van iedere belegging wordt).
Dit zijn ze:
- Een scenario van spanningen: op welk rendement stevent uw belegging af op stressmomenten (vb. crash 2008, eurocrisis 2011)?
- Een negatief scenario: welk rendement haalt u op uw belegging als de omstandigheden gedurende de looptijd niet meezitten?
- Een gemiddeld scenario: welk rendement kunt u verwachten als er zowel goede als minder goede periodes zijn tijdens de looptijd van uw belegging?
- Een positief scenario: welk rendement kunt u verwachten als alles meezit tijdens de looptijd van uw belegging?
Zijn we nu beter af? Zal een potentiële belegger nu wel met volle besef van kans én risico keuzes maken? The proof of the pudding is in the eating, natuurlijk. We weten het dus niet.
Maar …. ons buikgevoel zegt dat hiermee nogmaals de handrem opgetrokken wordt om mensen volop te laten kiezen voor producten met rendementskans.
Een vergelijking met keuzemogelijkheden in een andere sector maakt misschien iets duidelijk.
Stel je moet naar het andere eind van de wereld vliegen (slecht voor je ecologische voetafdruk 😉) en je wilt nagaan wat de beste luchtvaartmaatschappij is.
Je zou statistieken uit het verleden kunnen bekijken en daaruit concluderen dat Qantas hierin het best scoort. In het recente verleden deden ook Cathay Pacific, Air New Zeeland, Hainan Airlines, Qatar Airways en KLM het goed. Omdat KLM het dichtst in de buurt is én omdat je er de omgangstaal kent, besluit je wellicht om met KLM te vliegen. Dit is zowat het equivalent van een keuzeproces gebaseerd op rendementen uit het verleden bieden ….
Welnu, laat ons -als gedachtenexperiment- KLM voortaan opleggen om op zijn website 4 scenario’s te vermelden –het equivalent van de nieuwe benadering bij evaluatie van financiële producten-. dan krijg je wellicht iets als:
- stress: onze motoren kunnen uitvallen of een terrorist kan een bom tot explosie brengen boven zee en dan ben je wellicht dood.
- negatief: de kans bestaat dat er op de dag van je vertrek staking uitbreekt en dat je helemaal niet kan opstijgen. U geraakt dus niet ter plaatse.
- gemiddeld: er is 70 % kans dat we geen vertraging hebben bij het opstijgen en dat er -buiten wat turbulentie onderweg- niets abnormaals gebeurt tijdens de vlucht.
- positief: er is geen vuiltje aan de lucht en je komt binnen het voorziene timeslot, goed uitgerust én weldoorvoed op uw bestemming aan.
Zou je nog steeds zo positief over KLM denken of zal je misschien middelen zoeken om onder je reisverplichting uit te komen, een videoconferentie lijkt plots een veel aantrekkelijker alternatief, …..?
Ik wil maar zeggen: Een nul-risico bestaat nu eenmaal niet. Informeer u en leer keuzes maken op basis van kennis.
Ja, beste consument, ook voor jou is hier nog werk aan de winkel. We lazen ooit dat je vaak meer tijd besteed aan het keuren van de kwaliteit van een avocado in een supermarkt dan aan de selectie van je belegging. En op basis van onze ervaring zijn we geneigd te denkend dat dit inderdaad voor vele financiële consumenten opgaat .
Dus goed dat er een KID is en dat je daar de essentiële productkenmerken kan lezen. Echter, de bevoogdende reflex om zelf in naam van de klant te gaan denken en deze per sé te willen beschermen zoals uit elke vezel van de MiFIDII-wetgeving blijkt, leidt op zich tot gestegen risico-aversie. En durf, weerbaarheid,…. zijn net dingen die we met zijn allen in onze maatschappij nodig hebben. Handjes vasthouden en regulitis remmen af in plaats van te stimuleren.
De regelgeving zoals opgelegd binnen MiFID II lijkt dan ook vaak op pestgedrag, door de vele verplichtingen en verboden die er zijn in opgenomen. De echte bullys of gladjanussen laten zich daardoor niet intimideren en zoeken wel een eigen binnenweg (tot ze mogelijk ooit tegen de lamp lopen).
De gemiddelde bankier/ verzeke-ringsagent laveert ondertussen tussen de regelneverij en formalisme. Diens potentiële klant ergert zich aan het tijdsverlies dat daarmee gepaard gaat en beslist mogelijk in de toekomst dan maar niet via een tussenpersoon -waar blijkens de papierslag ook de overheid al geen vertrouwen in heeft- te werken.
Als hij rechtstreeks zijn producten inkoopt (vb. via internet) kan hij allerlei disclaimers wegklikken (of zomaar wat invullen) én toch zijn bestelling plaatsen. Of hij daarbij dan uiteindelijk beter af is (geen advies ontvangen en meer kans op een niet-aangepaste productaankoop) is een vraag waar onze Europese behoeders van de consument aan voorbij gegaan lijken te zijn.
Echt gelukkig zijn we dus niet met de nieuwe reglementering. Maar “dura lex, sed lex“. We moeten ons dus gewoon aanpassen en de opgelegde regels volgen. Omdat de MiFID-wetgeving niet mannelijk is, weten we nu al: Alles went … .