De financiële crisis van 2008-2009 heeft het financiële landschap grondig hertekend.
- Er zijn een aantal banken over de kop gegaan of opgekocht.
- De regelgeving is verstrengd (maar mogelijk nog niet streng genoeg om excessen te verhinderen en laat ook de kleintjes boeten voor de overmoedigen).
- Ook werd in Europa quasi geruisloos voorzien in een bail-in bij problemen met een bank.
Na 7 jaar is het werk nog niet afgerond. Denk aan Ethias dat nog steeds sukkelt om haar First-rekening af te bouwen.
Sommige financiële instellingen kunnen echter geleidelijk de rug weer rechten. In ons land is KBC daar een goed voorbeeld van. De aandeelhouders kunnen geleidelijk weer beginnen uitzien naar een vergoeding voor hun kapitaal.
Ook bij ING is het puin bijna geruimd en staat de nieuwe vorm in de steigers. Daarbij is een strikte scheiding tussen bank en verzekeringsmaatschappij een feit. De naam ING blijft voortaan behouden uitsluitend voor bancaire activiteiten.
Het is in de praktijk toch een beetje terugplooien op het verleden. De ruime ambities van een INTERNATIONALE NEDERLANDEN GROEP ontstond in 1991 uit een fusie tussen Nationale-Nederlanden en de NMB Postbank Groep. Nederlanders zijnde was de sky the limit en zou de nuchtere, maar gewiekste handelsgeest de wereld gaan veroveren. Het heeft niet mogen zijn. ING was 1 van de vele (niet de ergste) instellingen, die door haar eigen hybris bijna ten onder ging. Overheidsingrijpen en – ondersteuning werd pas goedgekeurd mits belofte van ontrafeling en terugplooien op de vroeger gescheiden metiers. Zodoende komt de oude naam Nationale Nederlanden terug in gebruik.
Dit heeft zijdelings ook iets te maken met ons. Gezien we al sinds ontstaan het aandelenfonds ING L Invest Sustainable Equity volgen (en verkopen). Dit fonds wordt vandaag herdoopt en gaat voortaan door het leven als NN (L) Global Sustainable Equity. Het kreeg van de Morningstar Analisten recent (05/03/2015) een neutrale beoordeling en 4 sterren.
In hun commentaar schrijven ze onder meer:
… Het duurzaamheidsbeleid combineert een “best-in-class” benadering met een uitsluitingsbeleid. Dit betekent dat per sector de meest duurzaam geachte aandelen in aanmerking komen voor de portefeuille. De rangschikking is gebaseerd op 150 factoren waarvoor data wordt gebruikt van Sustainalytics. Het fonds sluit dus niet gehele sectoren uit. Wel sluit men bedrijven uit die betrokken zijn bij omstreden praktijken. …
Het best-in-class beleid zorgt er ook voor dat de goed gespreide portefeuille (100 tot 120 aandelen) met de landen- en sectorallocatie dicht bij de samenstelling van de benchmark, de MSCI World, blijft. Onderwogen aandelenposities worden niet aangehouden en overwegingen mogen oplopen tot 3%. …