Meer dan 2 maanden geleden werd ik gecontacteerd voor een geschreven interview rond ethisch beleggen. Dit zou verschijnen in de bijlage FOKUS PERSONAL FINANCE bij KNACK in maart 2020. Door de aandacht die het Coronavirus ondertussen had weggekaapt, werd publicatie een maand uitgesteld.
Nu is er steeds een verschil tussen wat je aan een journalist meegeeft en wat hij of zij (in zijn journalistieke vrijheid) daarvan overneemt. Wat het geworden is lees je hier.
Omdat de beknoptheid van het artikel niet het volledige kader schetst, geef ik hieronder met plezier de vragen die ik voorgesteld kreeg en ook de antwoorden die ik er op formuleerde.
Wat is ethisch beleggen vandaag de dag?
Ethiek is nadenken over uw morele opvattingen en ernaar handelen. Alleen zijn morele opvattingen in de loop van de tijden aan evolutie onderhevig. Denk aan houding tegenover roken/rokers, tegenover euthanasie, tegenover seksuele intimidatie, … . Op pakweg 10 jaar tijd is de modale opvatting hierrond verschoven.
Een evoluerend begrip.
Ethisch beleggen is dan ook een helaas (-te vrijblijvend voor de die-hards-) of gelukkig (-voor hen die de opvatting panta rhei huldigen) een rekbaar begrip. Het is ruimer dan het begrip “duurzaam beleggen”. M.i. is bij dit laatste de milieucomponent veel dominanter. Beide begrippen werden vroeger vaak samengevat onder de noemer ESG-beleggingen. Beleggingen met aandacht voor het ecologische, het sociaal en het bestuurlijk transparante (G van coroporate governance). Meer en meer voel je bij ethisch beleggen een verschuiving aan naar de verbeterde 3 P’s (People Planet Prosperity (in vervanging van Profit)).
Van uitsluiting naar impact.
In de praktijk zie je dat de 17 SDGs (duurzame ontwikkelingsdoelen) voor meer en meer beleggers het referentie punt worden. Speel ik met mijn belegging in op 1 of meerdere van deze ontwikkelingsdoelen? Van uitsluitingsgronden (ik beleg niet in X) evolueren we naar de vraag “heeft mijn belegging wel impact?”.
Hoe moeten we dat concreet bij de belegger brengen?
Van institutionele beleggers naar de particulier.
De aandacht voor ethisch beleggen is erg lang toegeschreven aan de zogenaamde geitenwollensokken-generatie. Maar in feite zijn het de institutionele beleggers, die al geruime tijd ethisch beleggen omarmen. Vanuit een langetermijnperspectief weten ze dat bv. vermijden van controverses belangrijk is. En dat zekerheden uit het verleden (vb. olie) in een fel veranderende maatschappij op verliesposten kunnen uitdraaien. De gemiddelde particuliere belegger lijkt mondjesmaat te volgen. Vrouwen en millenials al wat vlugger dan bijv. babyboomers.
Obstakels in de hoofden.
In mijn opvatting zijn er zowel obstakels bij het begrip “beleggen” als bij het bijvoeglijk naamwoord “ethisch“.
- Ondanks het feit dat de rente al jarenlang de inflatie niet volgt én
dat een pak mensen geen volledige loopbaan hebben en afstevenen op een ondergefinancieerd langlevenrisico, blijven velen angstvallig op hun spaarrekening kamperen. Ze focussen alleen op de negatieve kant bij beleggen (risico) en vergeten de positieve kant (hoger rendement op lange termijn).
- Mensen die wel reeds beleggen hebben vaak geen duidelijk plan. Waar wil ik binnen X jaar staan, hoeveel moet ik daarvoor investeren, hoe probeer ik mijn risico te beperken en mijn kansen te verhogen, … ? Men gelooft maar al te graag de visie van zijn persoonlijke bankier, de vrienden op café en werk die succesvol waren, … Alles liever dan zelf je huiswerk maken, visie ontwikkelen en keuzes maken.
- Beleggen wordt ook als “waardenvrij” ervaren. Waar velen in “real life” hun geld niet willen verdienen met wapenproductie of uitbuiting van mensen in sweatshops of in mijnen voor ontginning van zeldzame metalen, hebben we daar blijkbaar minder moeite mee in ons consumptiepatroon (goedkope T-shirts/blitse smartphones, …). Dit geldt meestal ook voor beleggingen . De meeste mensen kijken niet onder de motorkap van het beleggingsfonds dat ze bij hun bank kopen of dat hen aangeprezen wordt.
- Nochtans heeft de sturing van beleggingsgeld erg veel invloed op de wereld waarin we nu (of later willen) leven. Het lijkt me logisch dat wie later in een wereld wil leven waar het klimaat niet vijandig is, waar zijn kleinkinderen nog een brede waaier van fauna en flora kennen, waar meer mensen dan vandaag een menswaardig en gelukkig leven kunnen leiden, zich afvraagt of zijn belegging die doelstelling dichter brengt of juist verder doet opschuiven. Dus simpele vragen als “in welke wereld wil je leven in 2040/2050?” en “moet je belegging helpen om die droom te verwezenlijken?” kunnen al helpen.
De rol van de overheid hierin.
- De overheid kan hierbij een grote rol spelen. Nu zitten we ten gevolge van de financiële crisis met beleggingsprofielen, die werken als een fuik naar conservatieve beleggingen en die niet polsen naar maatschappelijke doelen van je belegging. De meeste adviseurs vragen dit ook niet spontaan. Enkele expliciete vragen naar de ethiek achter de beleggingsdoelstellingen opnemen in de profielbevraging zou de kandidaat-belegger tot nadenken kunnen aanzetten. En kan de adviseur toelaten om de belangstelling te capteren.
- Nog beter zou zijn dat de overheid duwt in de richting van waardenvol beleggen. Iedereen wil toch op termijn in een betere wereld leven (of die nalaten voor komende generaties) zou daarbij het uitgangspunt moeten zijn. Je kan je ideaaltypisch voorstellen dat waardenvol beleggen de norm is en dat er een opt-out komt voor wie per se toch in vervuilende activiteiten wil beleggen. Zoiets lijkt er aan te komen vanuit Europa, waar alvast een taxonomie van duurzame beleggingen opgemaakt zal worden. Het groene element zal daar op het eerste zicht alvast voldoende vertegenwoordigd zijn. Het sociale element ontbreekt er momenteel. Tegen 2022 zouden we hier meer moeten van horen.
Wat zijn de mogelijkheden en de valkuilen?
Green Deal
De Green Deal van Europa is een enorme opportuniteit maar kan ook een valkuil zijn. Als we de klimaatverandering binnen de afgesproken perken van de akkoorden van Parijs willen houden, moet er volop geïnvesteerd worden in isolatie, hernieuwbare energie, … . En dient er volop gedesinvesteerd te worden uit vervuilende activiteiten en fossiele brandstoffen. Ook de private sector en dus ook het spaargeld van de particulier moet daarvoor worden ingezet. Dit kan een valkuil zijn als bv. overheden “groene investeringen” aankondigen, die geen nieuwe initiatieven behelzen, maar een herformulering inhouden van reeds eerder afgesproken investeringen (vb. investeringen in infrastructuuronderhoud NMBS verkopen als groene obligatie).
Labeling
Bij labeling van beleggingen kan de particulier een onderscheid maken tussen welke beleggingen OK en welke niet OK zijn. Natuurlijk moet een kat daar zijn jongen kunnen in erkennen (dus erg duidelijke criteria). En moet de controle voor toekenning of behoud liefst niet door de sector zelf gebeuren. Mijn persoonlijke mening is dat het Towards Sustainability label hierin tekort schiet. Zie hier en hier. Nu lijkt het me vooral een marketingzet van de financiële sector.
Andere
- Een andere mogelijkheid om dergelijke vorm van beleggen te bevorderen is dat de overheid de taksen op dergelijke beleggingen positief laat afwijken van die op andere beleggingen. Valkuil is dan weer dat mensen mogelijk niet om inhoudelijke – , maar om fiscale redenen er in gaan beleggen.
- Sowieso is er nood aan financiële vorming in onderwijs. De financiële ongeletterdheid in België is stuitend.
Wat is de beste keuze? Zelf beleggen of laten beleggen?
Gemakzucht of …
Vanuit de veronderstelling dat de gemiddelde Belg/Vlaming eerder passief is mbt. beleggen, ben je geneigd om te zeggen dat ‘laten beleggen’ beter is. Maar het is wel een rare overweging. We laten de autoverkoper toch ook niet bepalen met welke auto we zullen rijden. Of de winkelbediende beslissen welke kleren we willen dragen. Advies hierover inwinnen is natuurlijk OK, maar volledig ‘laten beleggen’ lijkt toch op toegeven aan gemakzucht, waardoor je je zelf niet van het risico bewust moet zijn. Dan is er veel tumult bij een financiële crisis, want dan zijn het de financiële instellingen die de verkeerde keuzes makten. Met eventuele aansprakelijkheidsclaims ten opzichte van hen tot gevolg.
Eigen verantwoordelijkheid.
Zelf beleggen impliceert zich inwerken in de materie. Anders slaat men de bal wellicht mis. Dit zelf beleggen kan uiteraard in samenspraak met een adviseur. Maar het blijft toch belangrijk dat de klant actief het gesprek en de suggesties volgt en deze zo mogelijk ook tegen het licht houdt. We onderhouden ons eigen huis, we willen dat onze auto tijdig zijn onderhoud krijgt, … waarom volgen we dit voor ons geld/onze beleggingen niet op?
Hoe zie je de toekomst van ‘groen’ beleggen?
Gezien de huidige tractie, gezien de Green Deal in Europa verwacht ik dat ‘groen beleggen’ langzamerhand de norm wordt. Iets wat de evidentie zelve is. Dat zal ook veel scholing en vorming van adviseurs vereisen. En hopelijk is die voldoende autonoom, zodat niet terug ‘het product van de maand, ditmaal ‘Groen”” geadviseerd wordt.
Dit impliceert ook dat er af en toe eens ferm naast de pot zal gepist worden. Greenwashing zal aantrekkelijk zijn (zolang het niet ontmaskerd wordt).
Ik hoop dat het niet alleen bij ‘groen/milieu” blijft, maar dat er ook terug meer en meer aandacht komt voor de sociale implicaties van beleggen (gender, Noord-Zuid,…). Per slot van rekening wil je geen persoonlijk rendement ten koste van anderen.
Dit alles in de veronderstelling dat geen catastrofe dit toekomstperspectief van de kaart veegt. Uiteraard is er in tijden van grote milieuramp of oorlog minder tot geen aandacht voor ‘groen’ beleggen.
.