Al sinds jaar en dag is geweten dat de pensioenen voor veel mensen niet echt een vetpot (zullen) zijn. Om die reden namen vroegere regeringen eerder enkele maatregelen om het wettelijk pensioen aan te vullen.
- Iedereen met een inkomen kan privé reeds aan pensioensparen of aan lange termijn sparen doen.
- Veel loontrekkenden kunnen genieten van een groepsverzekering betaalt (op zijn minst voor een groot deel) door de werkgever.
- Zelfstandigen kunnen zelf bijdragen voor een aanvullend pensioen (VAPZ). Werken ze onder vennootschap, dan kunnen ze ook aanspraak maken op het stelsel van de individuele pensioentoezegging (IPT).
Allemaal stelsels, waarbij er gespaard wordt met oog op aanvullend pensioen en waarbij er ter aanmoediging in fiscale voordelen is voorzien.
Echter zoals zo vaak zijn er hiaten in de voorzieningen. Hierdoor vallen tot heden nogal wat mensen uit de boot.
- Zo is er een ongelijkheid tussen loontrekkenden, omdat er bij heel wat (kleine) werkgevers en/of sectoren waarbij de marges niet erg groot zijn geen groepsverzekering voorzien wordt.
- Ook zelfstandigen, die niet werken onder de vorm van een vennootschap (natuurlijke personen) hadden geen wettelijke mogelijkheid om een individuele pensioentoezegging voor zichzelf te organiseren.
In het kader van het zomerakkoord dat de federale regering bereikte eind juli, staat nu toch expliciet vermeld dat – als onderdeel van de arbeidsrechterlijke maatregelen – beide groepen voortaan beter toegang zullen hebben tot de 2e pensioenpijler.
- Voor loontrekkenden zou het mogelijk worden gedeeltes van het loon te laten inhouden om dit dan via de werkgever als pensioenbijdrage te investeren.
- Voor zelfstandigen zal het IPT-systeem nu voortaan voor iedere zelfstandige open staan. De verplichting om binnen vennootschap te werken vervalt daarbij.
Op zich zijn dit natuurlijk te verantwoorden maatregelen. Maar een fiscale mogelijkheid openen, staat wel niet automatisch gelijk met gelijke kansen creëren.
Er valt te vrezen dat veel zelfstandigen buiten vennootschap gebleven zijn omdat ze niet de rendabiliteit haalden om er een bijkomende kostenstructuur (vennootschap) te kunnen op nahouden.
Ook bij loontrekkenden die niet konden genieten van een groepsverzekering is er wellicht geen reden tot al te groot optimisme. Het feit dat er geen groepsverzekering bij de werkgever is, heeft mogelijk ook te maken met de lage winstgevendheid in de betrokken sector, waardoor er geen marge was om vlot via collectief overleg groepsverzekeringen op te leggen. Als dit klopt, dan zullen de lonen van betrokkenen ook niet bovengemiddeld liggen. En dan is de vraag reëel of velen het gemakkelijk kunnen rooien om permanent met een minder netto loon te leven, teneinde het extra appeltje voor de dorst zelf bijeen te sparen.
Maar je kan er nu al op inzetten dat door financiële tussenpersonen vooral op de rijkere zelfstandigen zonder vennootschap zal gefocusd worden.