Soms wordt mij de vraag gesteld: “Tot wie richt je je met Ethisch Beleggen?” “Wat is je doelpubliek?”. De lezer kan zich hierover een idee vormen door op het tabblad “voor wie ?” te klikken boven deze bijlage. Maar in een gesprek is natuurlijk géén tabblad beschikbaar.
Meestal antwoord ik dan vrij algemeen: “iedereen, die een beetje geld ter beschikking heeft en dit een tijdje kan missen komt in aanmerking“. Het hoeven niet uitsluitend mensen te zijn, die een uitgesproken ecologische ingesteldheid hebben. Of mensen die bij gebrek aan Middeleeuwen en jonkvrouwen dan maar moraalridder geworden zijn.
Meer en meer immers blijkt dat wie ethisch belegt qua rendement niet moet onderdoen voor wie zich geen vragen stelt over wat er met zijn geld gebeurt.
Vorige week kwam ik een opiniestuk tegen van Mark Hoskin , financiële planner . Die had enkele gedachten gebundeld onder de titel: “Laten we 10-procenters worden“. De kern van zijn betoog kwam er op neer dat het vreemd is dat ethisch beleggen geen evidentie geworden is. En hij roept iedereen op om alvast 10 % van zijn spaargeld/beleggingen op een duurzame manier te beleggen. Ik heb het betrokken artikel vertaald (de specfieke paragrafen over opleiding van adviseurs in Engeland heb ik weggelaten). Je kan het hieronder aantreffen.
Op de terugweg naar huis deze week las ik in de Evening Standard dat een projectontwikkelaar het eerste code 6 gebouwencomplex aan het bouwen is. Het wordt Ecograve genaamd en bestaat uit een groep van 88 5-slaapkamer familiewoningen- aan het bouwen is. Code 6 is 1 van de hoogste eco-standaards dat een gebouw kan verwerven. De meesten onder ons kunnen zich dit niveau natuurlijk niet veroorloven. Maar daar staat tegenover dat de meesten wel willen dat hun huis energie-efficiënter is en dat ze ook bereid zijn om te investeren om dit doel te bereiken.
Terwijl mensen bereid zijn geld te besteden voor het verduurzamen van hun huizen, stelt zich de vraag waarom diezelfde mensen niet overwegen om in hun beleggingen enkele code 6 duurzame investeringen te ambiëren? Laten we zeggen voor 10 %! Waarom zijn we niet allemaal 10 %-ers?
David Spittles van de Evening Standard schrijft “ .. de houding is veranderd en eco-huizen worden mainstream. Niet alleen zijn kopers meer geïnspireerd om de planeet te redden, ze zijn er ook tuk op om te besparen op hun energierekeningen. “
Geld sparen over een lange termijn heeft natuurlijk zin. Maar ik denk dat onze motivatie toch meer gedreven is door onze wil om goed te doen en het milieu te helpen.
Mensen maken doorlopend keuzes, die niet het meeste waarde voor hen opleveren vanuit een korte termijn perspectief, maar die hen zich vandaag beter laten voelen .
Deze week nog keek ik naar een TV-programma dat een test deed tussen een standaard kip aan £4 tegenover een £15 kostende kip. Deze laatste werd gekweekt met organische voeding én had onbeperkte loopruimte. Velen onder het testpubliek kozen ervoor om maandelijks toch de kip van £15 te kopen. Waarom? Wel, uit een bescheiden blinde smaaktest (met 6 betrokkenen), bleek alvast –geruststellend- dat 6 op de 6 de £15 kip verkozen. Maar ik twijfel eraan of deze kopers vroeger al dergelijke test ondergingen. Minder geruststellend was dat wetenschappers slechts een klein verschil in vetgehalte (8 gr vet versus 12 gr voor de standaardkip) aantroffen. Beiden scoorden hierop in feite slecht.
Gelijktijdig koopt mijn gezin iedere week eieren van vrijeloopkippen, die organisch gevoed worden. En terug: gedeeltelijk omdat we denken dat deze eieren een beetje gezonder zijn dan de andere, maar vooral omdat we ons beter voelen door dit te doen.
Dit zijn duidelijke keuzes die we maken. Er zijn er zoveel meer: we kiezen voor elektrische apparaten met AAA+ label, voor driedubbel gelaagd glas, voor energie-efficiënte voertuigen, …
Waarom gaan de meeste mensen dan compleet voorbij aan “duurzaam investeren”?
Waarom zijn er zo weinig mensen die op het gebied van sparen en beleggingen dezelfde droom najagen en proberen om zich ook op dit vlak beter te voelen? Want –ondanks alle hype- duurzaam of ethisch beleggen vertegenwoordigt nog steeds een erg bescheiden percentage binnen de beleggingsindustrie in VK. Blijkbaar kopen dezelfde mensen -die geen fabriekskip verkiezen- , probleemloos – vaak indirect want via beleggingsfondsen- aandelen van de fabriek waar ze vandaan komt. Dat is toch een paradox. Natuurlijk, terwijl ik verondersteld gezonde eieren koop, koop ik wellicht gelijktijdig tal van andere producten, die op ander manieren schadelijk zijn. Het gaat er hier niet over om perfect te zijn, maar om te proberen om beter te zijn. Er zijn erg weinig mensen in de wereld, die elke centiem uit hun investering willen persen tegen om het even welke kost. Dus, waarom laten mensen na om bij wijze van spreken 10 % van hun totale beleggingen toe te wijzen aan duurzame- of ethische producten? Net zoals ze ervan houden om 10 % van hun boodschappentas aan verantwoorde producten te besteden?
Ik denk dat daar 2 redenen voor zijn. Ten eerste, klinkt de boodschap vanuit de financiële wereld mbt. ‘duurzaam – of ethisch investeren’ erg negatief (bizar genoeg vanuit de gemeenschap van ethische beleggingsadviseurs zelf). Het is zoveel gemakkelijker om negatief te zijn en stampei te maken in de marketingwereld, dan echt te proberen en zich op een positieve manier in te zetten rond de thema’s die inzetten op verbetering van de maatschappij. Terwijl er daarnaast een diepe kenniskloof gaapt tussen beleggingsadviseurs, die zich niet bewust zijn en alvast weinig gestimuleerd worden om hun visies bij te sturen. Ondanks de enorme hoeveelheid aan duurzame – en milieuvriendelijke producten die – buiten het gezichtsveld van de beleggingswereld – voordurend aangroeit.
Het risico dat komt kijken bij de aankoop van een duurzaam- of ethisch aandelenfonds is verschillend, maar niet noodzakelijkerwijze hoger dan dit van de “normale” markt. Ook de prestaties zijn anders (merk op dat ik niet zeg beter of slechter), maar niemand weet wat die zullen zijn in de toekomst.
De meeste mensen vandaag de dag erkennen dat de wereld aan het veranderen is en moet veranderen. Waarom blijven we er dan van uitgaan dat dezelfde bedrijven die vandaag geld opleveren dit ook in de toekomst zullen doen? Elke analyse van de belangrijkste bedrijven op wereldvlak zal aantonen dat deze merkbaar gewijzigd zijn. Er is aanzienlijk bewijsmateriaal dat suggereert dat ‘duurzame’ fondsen mogelijk in de toekomst meer rendement zullen genereren dan de huidige gekende markt.
Wanneer je het de mensen vraagt, dan willen de meesten toch een beetje een verschil creëren met hun geld. Maar in de praktijk doen ze het niet. Gelijktijdig geloven ondertussen de meeste mensen in de wetenschappelijke bevindingen dat ons klimaat aan het veranderen is, maar ze investeren niet ‘duurzaam’.
Ik ga ervan uit dat het de beleggingswereld zelf is, die verantwoordelijk moet gesteld worden voor het feit dat mensen afgeleid worden van hun natuurlijke inspiraties. De beleggingsindustrie is geheel opgegaan in geldcreatie voor eigen doelen en in dit bizar proces is aan de consument voorbijgegaan. Ik ging eerder dit jaar naar een conferentie van een investeringsfirma, waar ze toegaven dat ze –tot op vandaag- hun adviseurs geleerd hadden te vertellen dat een belegging geen liefdadigheid is én liefdadigheid geen belegging. En dat beleggen uitsluitend over geld gaat. Maar vanaf nu zouden ze hun klanten iets nieuws vertellen. Namelijk dat het mogelijk was de 2 elementen te mengen en dat er in de mix zelfs een investeringsopportuniteit zat. Interessante ontwikkeling denk je misschien. Vanwaar die verandering in benadering? Ach ja, natuurlijk, vanaf nu hadden ze ook een duurzaam fonds ter beschikking en konden ze ook dit concept aan hun klanten verkopen!
Simon Leadbetter vertelt in zijn onderzoek voor Blue&Green Tomorrow dat hij ook in het echt de theorie getest heeft of financiële adviseurs al dan niet beleggers afhielden van ethische- of duurzame investeringen. Dit door 3 IFA s te bezoeken met een verhaal dat hij £500.000 te besteden had en dat hij dit het liefst ethisch belegd had. Alle 3 hebben hem dit afgeraden door te zeggen dat het te risicovol was en dat dit niets was wat ze zelf zouden adviseren (vermoedelijk waren ze ook niet overtuigd van klimaatverandering).
Dus: de adviseurs weigerden te luisteren naar hun potentiële klant omdat ze –ondanks al hun veronderstelde opleidingen – niet de producten in hun ‘tas’ hadden, die ze hier konden inzetten en waarmee ze vertrouwd waren. Veel adviseurs zullen het voorwendsel gebruiken dat zij weten waarover ze spreken om een klant te overtuigen.
Geld is niet louter geld. Geld is een hefboom voor verandering. Een inzicht dat de meeste mensen –uitgezonderd schijnbaar de beleggingsadviseurs- verworven hebben.
Welke hoop rest er dan dat ‘duurzame’ beleggingsfonden zullen aangeboden worden door financiële adviseurs en op een brede manier zullen gepromoot worden naar de consument? Ik twijfel er niet aan dat deze negatieve benadering van duurzaamheid in de beleggingsgemeenschap zal veranderen. Maar moet dit echt nog 1 generatie duren? Niet voor het publiek dat dit terrein al verkende natuurlijk, maar voor de CEO’s in de beleggingsindustrie, de adviseurs en de politieke gemeenschap. We zien deze generatieshift reeds bij onze aanwervingen. Zo hebben we recent een nieuwe paraplanner aangeworven in onze firma, die specifiek bij ons kwam aankloppen omdat hij het verschil wilde maken. Vooreerst wou hij helpen om een duurzame wereld te stimuleren, geld verdienen kwam bij hem op de tweede plaats.
Deze veranderingen moeten gestimuleerd worden door veranderingen in de benadering binnen het professioneel werkveld, verbeterde training en een beter opgevoede pers. (…. passage geschrapt die ingaat op specifieke wetgeving in VK…)
Als je zelf een belegger bent, wat doe je dan? Wel ik daag je allen uit om een ”10%-er” te worden! Hoewel het misschien moeilijk te realiseren is, maar je zou je beleggingsadviseur moeten vertellen dat het onaanvaardbaar is afgepoeierd te worden met de melding dat beleggen niet over verandering kan gaan, of dat er geen erg goede investeringskans is voor wie duurzaam wil beleggen. Als je mogelijks 10 % van je voedingsbudget besteedt aan biologisch geproduceerd voedsel, waarom dan ook niet verwachten dat 10 % van je geld op zijn minst geïnvesteerd is in ‘duurzame’ beleggingen? (… passage geschrapt met advies voor financieel adviseurs…)
Mijn boodschap is echt eenvoudig. Je moet geen lid van Greenpeace zijn om een ‘duurzame’ belegging te doen. Net zoals je geen vegetariër moet zijn om biologische groenten te kopen. Laat ons allemaal 10%-ers worden en op zijn minst 10 % van onze beleggingen in duurzame fondsen investeren. Omdat het ons een goed gevoel zal geven en omdat het zinvol is.
Als je het zo leest, lijkt het een beetje op een wanhopige oproep van iemand die vaststelt dat er géén – / weinig beweging komt in de een zaak waar hij zelf warm voor loopt. Maar m.i. kan je niet heen om de herkenbare vaststelling dat terwijl meer en meer mensen zich in hun aankoopgedrag, hun eet- en woongewoontes profileren door er een duurzaam accent in te leggen, dit accent veel minder gelegd wordt in hun financieel beleid. Sommige redenen hiervoor zijn hierboven reeds aangestipt. maar wellicht speelt ook het feit dat voor veel mensen financiële kwesties niet sexy genoeg gevonden worden om zich daar op toe te spitsen. En ook de wijd verspreide financiële ongeletterheid én het subjectieve gevoel dat het bijspijkeren van kennis en vaardigheden op dit terrein niet gemakkelijk zijn spelen een rol.
Iets wat bijvoorbeeld volledig anders ligt op vlak van voeding. Door de hype van kookboeken en kookprogramma’s op TV, zijn velen aan de slag gegaan met potten en pannen. Zelfs voormalige kookklunzen.
Daarom blijft het in de financiële wereld nog even dromen van de doorbraak, die bijv. Eva vzw (Ethisch Vegetarisch Alternatief) wist te bereiken met hun donderdag Veggiedag -campagne.
Met Ethisch Beleggen willen wij helpen om de droom waar te maken. Niet in de eerste plaats voor de financiële specialisten en de ideologisch overtuigden (hoewel die ook welkom zijn 🙂 ). We gaan ervan uit de meesten ervan hun weg al gevonden hebben. Maar vooral voor de vele mensen, die hun spaargeld angstvallig op rekening houden en bij wie de durf en de kennis ontbreken om een stap te zetten om hun spaargeld meer in overeenstemming te brengen met de dingen die ze zelf belangrijk vinden. Wellicht zouden ze zich daar beter bij voelen. En de zekerheid van een beter maatschappelijk rendement kan ook gepaard gaan met een beter financiëel rendement. Hoewel we natuurlijk geen glazen bol hebben en steeds zullen aanraden om je middelen voldoende te spreiden.
(*) geen typfout: Omdat 10 % ook wel “een deciel” genoemd wordt en iedereen wel al eens van het decimaal stelsel hoorde, permiteerde ik mij deze woordspeling.