Helaba! Staat daar geen typfout in de titel? Heb je je niet met 5 jaar vergist? In de hit van TAFKAP aka The Artist Formely Known as Prince gaat het toch over 1999?
Natuurlijk, maar in dit artikel keren we eens terug naar 1994. En dit om het te hebben over de gevaren van een obligatiecrash. Het tegendeel zowat van een beurscrash . Maar ook met verwoestende gevolgen.
Aanleiding is de gedaalde rente op de belgische overheidsobligaties van 10 jaar. Deze bevindt zich op een historisch dieptepunt van minder dan 2 %. En dan is al vlug de verwachting dat ze op haar bodem zit en de weg in de toekomst alleen maar naar hoger wijst. Dit comform de overtuiging dat “What Goes Up Must Come Down” en vice versa natuurlijk. Dus: eens zal de rente wel terug moeten gaan stijgen. Wat zijn daar dan de gevolgen van? En is een plotse stijging een zegen of een ramp?
We kunnen maar beter hopen op een geleidelijke stijging, want een plotse stijging hebben we al eens gehad. Juist ja: in 1994.
En de impact was nogal verwoestend. In 1994 besloot Alan Greenspan, de voorganger van Ben Bernanke en voorzitter van de centrale bank van de VS om de rente voor het eerst in 5 jaar op te trekken. Aanvankelijk met 0,25 %, maar kort na elkaar volgden er nog renteverhogingen. In 1 jaar tijd ging de rente van 3 % naar 6 %. Omdat de VS normalerwijze de rentes in de rest van de wereld beïnvloeden gingen de rentevoeten wereldwijd spectaculair omhoog. Zo’n plotse drastisch koersverandering maakt altijd slachtoffers. In 1994 was het bekendste slachtoffer het ‘arrondissement’ Orange County, deel van Californië. Door te lenen én die leningen in obligaties te beleggen had het gehoopt op extra rendement. Door de sterke stijging van de rente werden de obligaties in hun bezit echter erg vlug minder waard. Een faillissement kon niet vermeden worden.
Sinds 1994 zijn er nog enkele forse opstoten van de rente geweest. De laatste in België dateerde van eind 2011. Toen klom de langetermijnrente op 2 weken tijd van 4 naar 6 %. Enerzijds door de eurocrisis én anderzijds door het los doorbreken van het wereldrecord regeringsvormen door België zonder hoop op beterschap. Veel mensen met overtollig spaargeld hebben dit toen vlug in een staatsbon aan 4 % bruto op 5 jaar gestopt. Dit product kreeg zelf de koosnaam “Letermebon”. Een verhaal dat goed afliep voor beleggers en voor de overheid, omdat kort daarna toch een regering gevormd werd en de rust en het vertrouwen in het belgische huishouden terugkeerde. Maar het had evengoed anders kunnen gaan. En het is ook anders gegaan in sommige landen (remember Griekenland om er maar 1 te noemen).
Een forse rentestijging zou dan misschien wel erg welkom zijn voor de spaarders, die nu tevreden moten zijn met een ultra lage vergoeding op hun geld. Maar voor de meeste anderen zou dit op een ramp uitdraaien.
- De overheid, die nu zijn tekorten kan herfinanciëren aan een lage rente zou plots meer geld moeten uittrekken om zijn schulden te kunnen slijten. Gevolg: hetzij nog moeilijker begrotingsgesprekken waarbij forse ingrepen nodig zijn en/of verder oplopen van de staatsschuld.
- Institutionele beleggers (genre pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en banken) zouden met grote waardeverminderingen geconfronteerd worden. Immers, die zijn nu grotendeels al in obligties belegt. Als de rente stijgt zal niemand die nog willen, tenzij dat ze aan fors lagere waardes verkocht worden. Als je weet dat AG Insurance, de grootste verzekeraar in België voor meer dan 80 % in obligaties belegd is (overgrote deel overheidsobligaties op lange termijn) simpelweg om dat de regelgeving hen tot extreme voorzichtigheid aanzette en er weinig andere alternatieven zijn, heb je enige idee van de mogelijke ravage daar.
- Pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen zouden op termijn echter wel weer kunnen uitpakken met rendementen, die ze nu met de beste wil van de wereld niet meer kunnen bieden (zelfs al zijn ze daartoe contractueel verplicht). En op termijn worden populaire producten als Tak 21 dan weer interessant.
- Maar banken, die nu al last hebben van een wankele balans dreigen om te vallen omdat zij ook handenvol overheidsobligaties in portefeuille zitten hebben en ze deze bij verhoging van de rente zwaar zullen moeten afschrijven.
- Zowel particuliere ontleners als bedrijven zouden last krijgen met de kredietverlening. Enerzijds omdat ze aan duurdere rente zullen moeten lenen, maar anderzijds omdat het niet zeker is dat ze nog aan geld geraken, gezien de banken nog minder zin zullen hebben om die te verstrekken wegens hun aangetaste balans.
- Tot slot delen ook aandelenbeleggers in de brokken. Omdat het geld duurder wordt en investeringen afgeremd worden, kunnen ook de aandelen onderuit gaan.
We kunnen dus alleen maar hopen dat de centrale banken het lesje van 1994 geleerd hebben en ook dat er geen andere marktomstandigheden komen die tot een vlugge rentestijging aanleiding geven.
Maar we weten zeker dat de rente ooit terug omhoog moet. Wanneer? Dat weet niemand. Begin van dit jaar leek het er even op dat de bocht genomen was. De rendementen van bestaande obligaties gingen lichtjes onderuit. Obligatiefondsen verminderden voor het eerst sinds lang terug in waarde. Maar de trendbreuk is er alsnog niet gekomen. Misschien zal de rente zelfs eerst nog lagere regionen opzoeken. Maar ooit komt het er van en dan weten we alvast dat er voor een tijdje een einde komt aan ononderbreken periode van goede rendementen bij obligatiefondsen.
Voor voorzichtige beleggers is het dan ook steeds moeilijker om de kaart van obligatiefondsen te trekken. Tenzij je voldoende diversifieert en ook geografisch uit de gekende comfortzone stapt.
Omdat we met Ethisch Beleggen voor de beleggers met een voorzichtig beleggingsprofiel normaal gezien ook een groot percentage aan obligatiefondsen voorstellen, zullen ook wij creatief moeten omspringen om het risico van een komende rente-omslag te beheersen.
Tenzij de obligatiefondsen, die wij verdelen al een tijdje anticiperen op wat er staat te gebeuren en de looptijd van hun onderliggende investeringen al drastisch ingekort hebben natuurlijk. Want ook dit beperkt het waardeverlies.